Meeuwenveen/Takkenhoogte

Reservaat Meeuwenveen/Takkenhoogte is eigendom van het Drentse Landschap. Het ligt oostelijk van de Nieuwe Dijk in de gemeennieuwe natuur op Takkenhoogtete De Wolden. Veel wandelaars en natuurliefhebbers hebben dit gebied inmiddels in hun hart gesloten. Drie veel gelopen routes doorkruizen namelijk het terrein: het Reestpad (VVV),de Wildenbergroute (Drents Landschap) en de Loop van de Reest (Langeafstandswandeling).Vooral in het weekend wordt het gebied vrij druk bezocht. Vanaf een uitkijkheuvel heb je een prachtig uitzicht over de ruim 140 ha natuur.De populariteit van dit reservaat is nog vrij jong. Pas in 1997 is door natuurontwikkeling een verbinding ontstaan tussen het Meeuwenveen en het bos Takkenhoogte. Voor die tijd was een wandeling rond de “Meeuwenplas” wel een begrip, maar van Takkenhoogte had bijna niemand gehoord. Verantwoordelijk hiervoor was de afwaterende Reestvervangende Leiding die de twee gebieden van elkaar scheidde. Door een groots aangepakt natuurontwikkelingsproject kon het gebied zich ontwikkelen tot de parel die het nu is.

 Historie

meeuwenveen/takkenhoogte -google earthOp een topografische kaart uit 1852 is te zien, dat Meeuwenveen en Takkenhoogte deel uitmaken van het Nolder-en Bazuinerveld. Dit is dan nog een groot uitgestrekt heide-en veengebied. Grote stukken van dit veld bestonden uit hoogveen. Op de kaart staan dan nog geen veenputten aangegeven. Dat betekent,dat halverwege de 19de eeuw dit deel van Drenthe nog niet vergraven was. Alleen bij kleine nederzettingen als Fort,Pieperij, Bazuin en Nolde zijn rond die tijd kleine ontginningen uitgevoerd. In de tweede helft van de 19de verandert er weinig. Er komt dan wel een weg van de Wildenberg over de ringwal van het Meeuwenveen via de hoge zandkop van Takkenhoogte naar Bazuin. Vanaf 1900 worden beetje bij beetje stukken heide en veen in cultuur gebracht,worden steeds meer veenputten gegraven,worden bosjes ingeplant,kleine waterloopjes aangelegd,enz. Kortom, het boeren cultuurlandschap ontstaat. De topografische kaart van 1933 laat zien, dat de landbouw oprukt ten koste van de woeste gronden.

Vooral bij Fort uitkijkpunten Nolde wordt veel grond in cultuur gebracht. Een groot deel van het Nolder-en Bazuinerveld is dan nog onaangetast. Takkenhoogte en Meeuwenveen zijn ook nog niet in cultuur gebracht. Maar de economische ontwikkelingen gaan gewoon door. Stukje bij stukje worden veen en heide afgegraven en omgezet in landbouwgrond. En ook Takkenhoogte moet er aan geloven. In de jaren ’40 wordt bos aangeplant. Dat bos is dus nu ongeveer 70 jaar oud. Eind jaren ’50 is de omgeving van Meeuwenveen,Takkenhoogte en het Nolderveld nog niet ontgonnen. Daar omheen zijn alle woeste gronden in cultuur gebracht.

 Zelfs in de jaren ’60 wordt in deze regio nog veen in cultuurgrond omgezet! En in 1969 volgt de genadeklap: de aanleg van de Reestvervangende Leiding. Deze afwateringssloot wordt parallel aan het Reestdal gegraven om het Reestdal ten behoeve van de landbouw te ontwateren. Water wordt afgevoerd naar de Hoogeveense Vaart. Door verkavelingen worden de landbouwpercelen groter en wordt de Meeuwenweg doorgetrokken tot aan de Nieuwe Dijk. Van het grote Nolder-en Bazuinerveld is in het begin van de jaren ’70 niet veel meer over. Geïsoleerd van elkaar liggen vier natuurgebiedjes vlak bij elkaar: De Wildenberg, Meeuwenveen,Takkenhoogte en het Nolderveld. Ze zijn allemaal in beheer bij Het Drents Landschap.

 De naam Takkenhoogte

 Schotse Hooglanders houden gebied openTakkenhoogte is ontstaan als een rivierduin in de warme periode voor de laatste ijstijd. Het gebied is vernoemd naar de boerenfamilie Takken, die in de 19de eeuw op de boerderij De Wildenberg woonde. In de eerste helft van de 20ste eeuw ging het boerenbedrijf ten onder door het uitbreken van miltvuur. Het verhaal gaat,dat de dode koeien zijn begraven in het verderop gelegen hogere terrein dat we dus nu Takkenhoogte noemen. Gronden met miltvuurkadavers mochten niet meer beweid worden, dus vlak bij de boerderij begraven was geen optie. Op de plek is later bos aangeplant. De aanplant van bos kan te maken hebben gehad met de miltvuuruitbraak, maar kan ook een andere oorzaak hebben. De zandkop was misschien niet geschikt voor landbouwdoeleinden. De Haardennen bij Balkbrug zijn ooit aangeplant op zandgronden waar geen boer belangstelling voor had. Echt duidelijk is het allemaal niet.

De naam Meeuwenveen

informatiebordMeeuwenveen dankt zijn naam aan de aanwezigheid van een grote kokmeeuwkolonie, die er jaren achtereen heeft gezeten. Volgens het beheersplan Takkenhoogte van Het Drents Landschap sinds 1939. In het begin van de jaren ’80 was de kolonie echter verdwenen. Er wordt beweerd, dat Staatsbosbeheer (eigenaar van het reservaat, Het Drents Landschap pacht het gebied) de opdracht gaf om ieder voorjaar de eieren te schudden en op die manier de kokmeeuwen het broeden te ontmoedigen. Waarom is niet duidelijk. Klachten vanuit de jacht of van weidevogelliefhebbers? De meeuwen zijn in ieder geval nooit meer terug gekomen. Toch blijft de naam “Meeuwenveen”bestaan, hoewel in de regio het gebied eerder bekend staat als “De Meeuwenplas”. Meeuwenveen is een pingo-ruïne. Veel Drentse vennen zijn ontstaan in de poolkoude van het Weichselien. Dat geldt ook voor het Meeuwenveen. Kenmerkend voor een pingo-ruine is het voorkomen van een aarden wal rond het ven.

 Kansen voor de natuur

  uitzicht op Takkenhoogte vanaf bultIn 1992 kwam het landbouwbedrijf van de gebroeders Baas te koop. In de eerste helft van de 20ste eeuw veranderde de familie Baas met eigen handen woeste gronden in vruchtbare landbouwgrond. Vennetjes werden dichtgegooid en de arme grond werd door (kunst)bemesting voor landbouwdoeleinden geschikt gemaakt. Dat was hard werken en geen mens die zich toen druk maakte om weer een stukje verloren heide. Het bedrijf was ongeveer 30 ha groot en lag als een soort enclave tussen drie natuurgebieden in. Het Drents Landschap zag een geweldige kans om Meeuwenveen,Takkenhoogte en De Wildenberg met elkaar te verbinden. Dankzij de hulp van andere organisaties lukte dit ook. Op 1 april 1992 was de aankoop een feit. De boerderij, met de naam De Hofstee verloor haar agrarische functie. De ligboxenstal werd gesloopt en het huis werd verkocht aan kunstenaar Han van Hagen.

 Samen met het waterschap Riegmeer werkte Het Drents Landschap een prachtig plan uit. Allereerst zou de rechte Reestvervangende Leiding een totale metamorfose ondergaan. De sloot moest gaan kronkelen, er moesten eilandjes komen, de oevers moesten natuurvriendelijk worden ingericht. De voedselrijke bouwvoor moest over het hele gebied worden afgevoerd, zodat de heide weer terug zou komen. Bovendien zouden een paar vennetjes die ooit bij de aanleg van de Reestvervangende Leiding waren verdwenen weer in ere worden hersteld.

 Dankzij financiële steun van de Europese Unie ging in 1995 de eerste schop de grond in. Met de firma Bruning uit Zuidwolde werd een overeenkomst gesloten over de af te voeren zwarte grond. De gemeente Zuidwolde wilde voor elke kubieke meter afgevoerde grond een kwartje hebben. Met dit geld moest de schade aan de wegen worden hersteld. De enorme hoeveelheid zwarte grond werd niet in een keer afgevoerd. Zo ontstonden langs de rand van het gebied grote zandbulten waar oeverzwaluwen elke zomer dankbaar gebruik van maakten. Vlak bij de ingang van het gebied is later als compensatie een kunstmatige oeverzwaluwwand aangelegd. Er werd ook veel geel zand afgevoerd. Daar was overigens wel veel belangstelling voor.In juni 1997 werd het gebied feestelijk opgeleverd. Het eindresultaat van al dat gewroet in het landschap(we noemen dat tegenwoordig natuurontwikkeling) was toen al mooi. Een golvend schraal gebied met prachtige vennen, grenzend aan een moerasachtig gebied langs de Reestvervangende Leiding. En er was een groot aaneensluitend natuurgebied ontstaan van ongeveer 400 ha. Als je bovenop de uitkijkbult gaat staan zie je hoe groot het reservaat is.

 Flora en fauna

Het effect op de planten- en dierenwereld was verbluffend. In 1999 werden al meer dan 200 soorten planten geteld. De bodem bleek nog vol van heidezaden, want al heel snel kwamen de eerste kiemplantjes van de struikhei te voorschijn en op vochtige plekken gebeurde dat ook met de dophei. Voor liefhebbers van pioniersvegetaties was het in de beginjaren smullen geblazen. Dat gold zeker ook voor de vogelliefhebbers. Het gebied werd al snel ontdekt door allerlei steltlopers. De kleine plevier broedde op de kale zandvlakte en in 1999 werden de bonte strandloper, de zomertaling, de Canadese gans en de dodaars gezien. Het gebied werd zelfs (heel kort) bezocht door een zeearend!

Inmiddels mag de natuur al meer dan 10 jaar haar gang gaan  Het gebied is nog steeds vlak, maar dat heeft alles te maken met de grazende kudde Schotse Hooglanders, die daar een paradijselijk leventje leiden. Aan de oevers van de waterpartijen ontstaat een smalle strook elzenbroekbos. De eilandjes zijn inmiddels begroeid en geven vogels rust en broedgelegenheid.Het Drents Landschap heeft in de jaren ’90 toekomstvisie en lef getoond. Je nek uit durven steken en risico’s nemen kan dus leiden tot geweldige resultaten, want Meeuwenveen/Takkenhoogte is uitgegroeid tot één van de mooiste parels van zuidwest Drenthe.

This entry was posted in De mooiste plekjes and tagged , , , , , , . Bookmark the permalink.

1 Response to Meeuwenveen/Takkenhoogte

  1. Pingback: SWOS Wintertocht 24 januari 2015 wandelen door het Reestdal

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

*

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>