Wel eens een kneu gezien ? Een prachtig vogeltje van het halfopen landschap. Vooral het mannetje is prachtig om te zien: in het broedseizoen heeft ie een rode borst en een rood voorhoofd. Vroeger werd deze vinkachtige ook wel robijntje of vlamsijs genoemd.
In het verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen staat dat het woord kneu is afgeleid van het werkwoord cneuteren, cnueteren of cnoteren dat kwelen, kwinkeleren of stotteren betekent. Het verwijst naar de kwelende en licht stotterende zang van de vogel. De kneu is een echte sociale vogel die vaak in kleine groepen leeft. Een gezellige kneuteraar dus.
De kneu houdt van landschappen met veel ruigte en dichte struiken. In de duinen bijvoorbeeld broedt de vogel graag in struweel van duindoorn, en in onze omgeving houdt ie van randen met braamstruiken of heggen. Omdat in het agrarische landschap veel ruige overhoekjes zijn verdwenen komt de kneu daar steeds minder voor. Sinds de jaren ’60 uit de vorige eeuw is de stand met 75% teruggelopen. Het aantal broedparen in ons land wordt nu geschat op zo’n 40.000. Genoeg kansen dus om nog eens kneu te zien. ( bron: Vogel bescherming)
Zondag zag ik een kneu aan de Achthoevenweg. Vorig heb ik er daar ook een gezien.
‘k Moest er wel even van vogelboek op naslaan. Inderdaad een leuk vogeltje
de meidoorn is prachtig. Mijn oma zei altijd, dat er vroeger huisslachting kon plaatsvinden als de meidoorn bloeide, want de nachten waren dan koud genoeg om een
varken buiten te kunnen hangen.’k Heb er dit jaar speciaal opgelet en als hij begint te bloeien tot in de volle bloei waren de nachten koud.