Midden augustus en later in september realiseer je dat de zomer op zijn eind loopt en dat we langzamerhand de winter weer induiken. Het wordt eerder donker, het klimaat wordt vochtiger en vaak ruik je de herfst al. Daar worden we meestal niet vrolijker van. Bermen en graslanden liggen er geel en verdroogd bij, weinig planten bloeien nog, de vogelwereld laat zich niet horen, de eerste blaadjes vallen van de bomen, in de groentetuin wordt de oogst steeds kleiner, wat valt er nog te beleven buiten ? Het antwoord op deze vraag is kort: genoeg ! Kijk goed om je heen, er groeit en bloeit meer dan je denkt. Bomen en struiken hangen bijvoorbeeld vol met vruchten en zaden. Een mooi voorbeeld is de hop.
Hop valt op in de nazomer
De hop is een plant van de nazomer. Deze klimmer en woekeraar kun je in het voorjaar en in de zomer ook wel zien, maar in de maanden augustus en september valt de hop op door de geelgroene hopbellen die je in houtwallen en houtsingels aantreft. Een
prachtig gezicht ! Van al die slierten hopbellen word je niet depri. Wel slaperig. Neem een sliert hopbellen mee naar huis en doe ze in je kussen. Je wordt er rustig en loom van. De juiste stemming om in slaap te vallen. Wel steeds verversen, want de olie die in de hopbellen zit is nogal vluchtig. Een poos geleden, toen de tuinen van A.Vogel nog in Elburg lagen, vertelde een medewerkster tijdens een rondleiding, dat het personeel na het plukken van hopbellen niet direct in de auto mocht stappen. De bedwelmende werking van de hop liet dat niet toe. Surfend op het internet kom je op veel sites tegen wat hier de oorzaak van is : in hopbellen zitten erg veel werkzame stoffen o.a. tegen slapeloosheid. De hop maakt in de hopbellen lupuline aan en dat is de leverancier van al die stoffen.
Mannelijke en vrouwelijk hoppen
In een artikel op deze website ´hopman en hopvrouw bloeien apart´kun je lezen dat de hopbellen aan de vrouwelijke hoppen zitten. In een houtwal komen mannetjes en
vrouwtjes voor. De mannetjes hebben onopvallende stuifmeelbloemen die via de wind de vrouwelijke katjes bevruchten. De bellen die zich hieruit ontwikkelen zijn vaak bevrucht en leveren niet alleen lupuline, maar ook zaden. De bierbrouwer wil geen hopbellen met zaden. Het bier wordt er niet lekker van en schuimt niet. Dus in de hopteelt zie je alleen vrouwelijke hoppen.
Kleine gele bolletjes
Peuter voorzichtig een hopbel open en je vindt aan de voet van de schubben kleine gele bolletjes. Dat is lupuline. Voor de bereiding van bier en andere producten worden de hopbellen gedroogd. Er zijn ook bierbrouwers die gebruik maken van verse hop. De zuren in de lupuline zorgen voor de bittere smaak en het aroma van het bier. Maar niet tegelijk. De hopteelt kent bittere hoppen en aroma hoppen. Het ene lupuline is het andere niet. Voor het bereiden van bier worden dus meerdere soorten hop gebruikt. Vierhonderd gram hopbellen volstaan om 100 liter bier maken. Vooral kleine brouwerijen van lokale speciaalbieren gebruiken veel hop. Doordat de variatie aan bieren toeneemt, wordt de vraag naar hop groter. In België bijvoorbeeld is de vraag veel groter dan het aanbod.
Wil je zien hoe hop massaal wordt geteeld, dan moet je naar Duitsland. Langs de autobanen in Zuid/Duitsland bijvoorbeeld, zie je naast enorme velden met zonnepanelen ook veel hopplantages. In ons eigen land neemt de populariteit van hop toe. De Limburgse brouwer Gulpener bijvoorbeeld haalt biologische hop uit de regio en organiseert een groot hopfeest als de hop in september wordt geplukt.
Vroeger werd er veel hop in ons land verbouwd, meestal kleinschalig. De Nederlandse hop had echter geen goede naam.
Meer info: