Het gaat niet goed met de weidevogels in Nederland. Dit geldt zeker voor het Reestdal. Het geluid van de grutto, baltsende kieviten in de lucht, we horen en zien het niet of nauwelijks meer. Wat is er toch aan de hand?
Dialezing
Jaap van Gorkum (werkzaam bij Landschapsbeheer Drenthe) gaf deze maand voor leden van de natuurwerkgroep de Reest een lezing over weidevogels in Drenthe. Jaap is een gedreven weidevogelliefhebber (“Ik kan niet zonder weidevogels”) en heeft veel kennis in huis, die hij graag met anderen deelt.
Het verhaal over weidevogels in Drenthe is geen vrolijke geschiedenis. In veel gebieden waar ooit paniekerige kieviten en roepende grutto’s je om de oren vlogen is het al een paar jaar stil. Wel veel weilanden en gras tot aan de horizon, maar geen weidevogels. Misschien dat nog twee plekken in Drenthe voor deze steltlopers kansrijk kunnen zijn of worden: het beekdal van het Drostendiep bij Coevorden en een deel van het Hunzedal ten zuiden van Zuidlaren.
De meest aansprekende vogel van het grasland is de grutto. Het is een prachtige vogel en misschien wel de ambassadeur van de weidevogels. De roep van de grutto maakt mensen blij: “Het voorjaar komt er aan”. Dat de grutto het steeds minder goed doet in ons land heeft veel oorzaken. Grutto’s voelen zich erg goed thuis in plas-dras biotopen, in matig bemest kruidenrijk grasland met een rijk bodemleven, dat gevarieerd is in opbouw en waar heel laat gemaaid wordt. Begrazing op een kleinschalige manier is voor het gruttobiotoop erg gunstig.
Zet daar de realiteit tegenover: de grootschalige landbouw wil geen hoge waterstanden, graslanden zijn monotoon (“groen asfalt”) en worden vroeg en vaak gemaaid. Als er al koeien in het grasland lopen is de bezettingsgraad vaak erg hoog. Duizenden hectares grasland worden in Nederland zo beheerd. Kraaien, vossen, ooievaars en andere verdachten, ze spelen slechts een rol in de marge. Het is dus op veel plekken in het boerenland stil in het komende voorjaar. Iedereen die de geluiden van al die mooie weidevogels kent wordt vervuld van melancholie.
Kansen in het Reestdal ?
En het Reestdal dan ? Dat is toch kleinschalig en gevarieerd landschap, daar moeten weidevogels zich toch thuis kunnen voelen? Nee dus. Het Reestdal (lees : de hooi- en graslanden van Landschap Overijssel en Het Drents Landschap) is de afgelopen 50 jaar behoorlijk verdroogd door een groot gebrek aan kwelwater en snelle waterafvoer. In feite zijn de hooilanden verstoord. Willen we ooit weer kieviten, tureluurs en grutto’s boven de Reest door de lucht zien buitelen, dan moet er veel gebeuren. De hooilanden zijn wel rijk aan kruiden en worden laat gemaaid. Maar de vraag is hoe rijk het bodemleven daar is. Het beheer is gericht op verschraling van de bodem, er loopt geen of weinig vee en de hooilanden worden niet of nauwelijks bemest. De grondwaterstand is te laag, op nog te weinig plekken komt het ijzerrijke kwelwater omhoog. Verder willen weidevogels een open landschap en dat is het Reestdal ook niet overal. Op veel plekken staat pitrus en daar tussen voelt een vogel als de kievit zich niet thuis. Te weinig uitzicht.
Een interessante vraag is wat het project “Beekherstel Reestdal” met de situatie voor weidevogels gaat doen. Het Reestdal gaat natter worden, dat is al een positieve ontwikkeling. Maar de andere factoren ? Gaan de landschappen de hooilanden anders beheren? Kun je kiezen voor grutto’s en moeraskartelblad? Is het en-en? Is het of-of? Of moeten we ons gewoon neerleggen bij een landschap zonder weidevogels ?
Boeren en weidevogels
Naast de reservaatsgebieden in ons land ligt de sleutel voor het behoud van weidevogels in handen van de agrariërs. Gelukkig zijn er veel boeren die van vogels op hun land houden en er elke dag van genieten. Ze kunnen in bepaald gebieden gebruik maken van subsidieregelingen en op die manier doen aan biotoopverbetering.
Maar daar tegenover staat dat er ook brood op de plank moet. En economie gaat vaak gelijk op met grootschaligheid. Dus grote mestinjectoren, brede maaibalken, loonwerkers op het land (tijd is geld), vroeg maaien, snelle afvoer van water, één snelgroeiende grassoort, enz. Je kunt het de boeren niet eens kwalijk nemen. Het is de economie waar we met zijn allen zelf voor kiezen. Je krijgt als land nou eenmaal de vogels die je verdient………………..
De twee foto’s van de weidevogels zijn gemaakt door Henk Spijkerman. Henk was de oprichter van de Weidevogelbescherming Avereest en een deskundig en gedreven weidevogelbeschermer. Helaas overleed hij op 1 januari van dit jaar.
Wellicht dat men nu toch in kan gaan zien dat niet het zwart-wit van de koeien en alles daarom heen slecht is voor de weidevogels, maar het zwart-wit van de ooievaar. Want die zijn er wel genoeg in het reestdal
Toen ik de kop van dit artikel las was ik bang dat de grootste veroorzaker van dit probleem niet genoemd zou worden… Toch las ik iets over vossen en ooievaars… Maar er stond iets bij: ze dragen in de marge bij aan dit probleem… jaja… dat dacht je… Het zijn de ooievaars die deze jonge weidevogels als borrelhapjes van het nest plukken.. Waar dacht je anders waar deze ooievaars van leven? Van wormen en kikkers?
Het was in de vorige eeuw goed om een lokstation te beginnen in De Wijk, maar nu er hier in deze regio teveel ooievaars zijn, moet je dit station sluiten en bijvoorbeeld in Zeeland een nieuwe openen, waar geen enkele ooievaar te zien is…
Dat is natuurbeheer… En dit noem je in stand houden van iets, wat niets te maken heeft met natuur… Want de weidevogels gaan ten onder aan een overpopulatie van ooievaars…
Stoppen met het lokstation De WIJK… Helaas lees ik daar niets over in dit bericht…
Wat D Compachner hier schrijft is mij uit het hart gegrepen, overvloed schaad !!!!
Eens met de reactie wat betreft de ooievaar en vossen.
Overigens zitten de weidevogels het liefste in de weilanden welke bemest worden en gebruikt worden door boeren.
Er zijn maar weinig dieren die in de zogenaamde natuurgebieden willen zijn.
En dan vergeet ik nog het korte termijn denken, en het steeds weer andere natuur willen realiseren
Marco
gewoon een paar koeien laten weiden eneventueel stalmest en zo komt het bodemleven op gang en komen de weidevogels terug
Heer Compagner,
Makkelijk toch om de verantwoordelijkheid te leggen bij de ooievaars.
Kijk toch eens kritisch naar ons eigen gedrag.
Las u ooit het boek Lente van de natuurvorser Jacques P. Thijsse.
De schellen vallen u van de ogen.