Deel 1: Waarom insecten belangrijk zijn
In dit drieluik staat de insectenwereld centraal. Belangrijkste bron van de artikelen is het boek “Stille aarde” van de Britse schrijver en bioloog Dave Goulson. Het eerste artikel vertelt waarom we niet zonder insecten kunnen ( terwijl we vaak denken van wel), het tweede gaat in op de oorzaken van de sterke achteruitgang van insecten. In het derde verhaal lees je wat we met z’n allen kunnen doen om de biodiversiteit onder de insecten weer een boost te geven.
Niet alleen lastig vooral waardevol en onmisbaar
Voor veel mensen heeft het woord insect een negatieve lading. Insecten zijn vreselijke beestjes. Ze steken (muggen) , kriebelen (vliegen), verspreiden ziektes (teken) , bederven
een bezoekje aan een terras ( wespen), enz. Berichten in de media over de enorme achteruitgang van insecten zal deze groep van insectenhaters misschien met volle tevredenheid hebben gelezen. Hoe minder insecten, des te beter. Je hebt er alleen maar last van. Gelukkig zijn er genoeg mensen die niet lijden onder deze vorm van kortzichtigheid en onwetendheid. Die beseffen dat insecten erg waardevol zijn voor het leven op onze planeet. De volgende voorbeelden maken dat duidelijk.
Onmisbaar in de voedselketen
Zonder insecten storten vrijwel alle ecosystemen op aarde als een kaartenhuis in elkaar. In heel veel voedselketens spelen ze een belangrijke rol. Een voedselketen begint altijd met
een groene plant. Veel insecten zijn plantenters en zetten de plantaardige eiwitten om in dierlijke eiwitten. Op hun beurt worden ze gegeten door grotere insecten. Deze zijn vanwege hun grootte makkelijker te vangen door allerlei vogels, zoogdieren, spinnen, vleermuizen, reptielen, amfibieën en vissen. Aan de top van de voedselketen zouden de predatoren ( grauwe klauwier, sperwer, ringslang, enz) door gebrek aan insecten verhongeren. Veel mensen realiseren zich niet wat dat voor ons voor gevolgen kan hebben.
Bestuiving
Zonder insecten geen tomaten, komkommers, kersen, aardbeien, appels, bramen, boontjes, koffie, pompoenen, enz, enz. Zonder insecten gaan we dood van de honger. Zonder insecten geen bloemen in de tuin of op de vaas. Bij bestuiving vliegt een insect ( bijvoorbeeld een zweefvlieg) van bloem naar bloem op zoek naar nectar. Hierbij raken ze de meeldraden in de bloemen. Ze komen onder het stuifmeel te zitten. Zonder het te weten verplaatsen ze het stuifmeel naar de stampers van andere bloemen ( moeten dan wel van dezelfde soort zijn). De stuifmeelkorrels groeien bij de stampers naar binnen en bevruchten de bloem. Uit het vruchtbeginsel van de stamper ontstaat een vrucht. In een vrucht zitten de zaden. Volgend jaar zaaien en we hebben weer een mooie oogst van tomaten, kersen, peren, enz.
Bestrijden van plaagdieren
Insecten kunnen schadelijk zijn en plagen veroorzaken. Meestal worden ze bestreden met insecticiden. Dat is een mooi woord voor landbouwgif. Gewasbescherming klinkt nog mooier, maar dat woord dekt deels de lading. Dat het gewas beschermd wordt klopt, maar dat het grondwater vervuilt, het bodemleven verdwijnt en de biodiversiteit in het boerenlandschap achteruit holt vertelt het woord niet. In de land- en tuinbouw wordt (nog steeds) veel aan chemische gewasbescherming gedaan. Vaak wordt de indruk gewekt, dat er steeds minder gespoten wordt, maar dat is nog maar de vraag. Aardbeien worden jaarlijks gecontroleerd op gifstoffen. In 2022 werden in 15 bakjes aardbeien van vijf verschillende supermarkten maar liefst 19 verschillende bestrijdingsmiddelen aangetroffen. Eén meer dan vorig jaar. Steeds meer bouwboeren willen verduurzamen en af van
gewasbescherming of zijn al bezig het gebruik drastisch te verminderen. Deze agrariërs kiezen voor de aanleg van bloemrijke akkerranden of strokenteelt, vaak gecombineerd met een keverbank. In akkerranden en keverbanken komen veel roofinsecten, zoals kevers, lieveheersbeestjes, wespen, zweefvliegen en oorwormen voor. Vanuit de ingezaaide randen foerageren deze rovers tussen de gewassen en bestrijden op die manier veel plaaginsecten. Het gebruik van gewasbescherming kan verminderd, misschien op den duur wel gestopt. Het werkt echt !
Afbraak van organische stoffen
Een beetje tuinder heeft een compostbak. En dus een kringloop van stoffen. Je verbaast je over hoe snel de natuur in staat is om stoffen af te breken. Een grote hoop dode bladeren, takjes, tuinafval, keukenafval, enz slinkt in korte tijd tot een klein bultje .Natuurlijk komt dat voor een groot deel door het verdampen van het water ( planten bestaan voor meer dan 90 % uit water), maar de stoffen die overblijven, zijn veelal organisch en moeten worden afgebroken om uiteindelijk als anorganisch stoffen ( stikstof, ijzer, fosfor e.d.) weer in de bodem terecht te komen. Het zijn niet alleen bacteriën, schimmels , regenwormen en de pissebedden die zorgen voor de afbraak. Bepaalde insecten spelen ook een rol. Denk aan mieren, fruitvliegen en mijten. Ook duizendpoten tref je vaak in compostbakken aan. Springstaarten komen bij miljoenen
voor in compost, maar worden niet bij de insecten ingedeeld, al hebben ze wel veel insectenkenmerken. In een kadaver tref je vaak aaskevers en aasvliegen aan, Een hele mooie vlieg is de groene vleesvlieg die eitjes in dood vlees legt. De maden die heel snel uitkomen helpen bij de afbraak van het dode dier.
Insecten als voedsel
In Europa is het consumeren van insecten niet populair. We eten ze wel, maar niet rechtstreeks. ( voedselketen) Dat is in andere werelddelen wel anders. In Zuid-Amerika, Afrika en Azië eet 80% van de bevolking geregeld insecten. Het aantal soorten insecten dat gegeten wordt wordt ligt rond de 2000. Denk hierbij aan rupsen, mieren, sprinkhanen, krekels en nachtvlinderpoppen. Dave Goulson noemt in zijn boek mooie voorbeelden: “In Botswana worden bepaalde rupsen gedroogd om ze als knapperige snacks te eten. In Japan worden blikken inago ( soort sprinkhaan) als
luxevoedsel verkocht.”. Als Europeanen meer insecten gaan eten, zijn we voor een deel van het stikstofprobleem af. Nu moet een koe 25 kilo plantaardig materiaal eten om 1 kilo eetbaar vlees te maken. Krekels leveren 1 kilo eetbare massa per 2,1 kilo plantaardig voedsel. Dat is 12 keer efficiënter. Maar ja, een blikje krekels in ruilen voor een lekker hamburger of een mals biefstukje……………..
Conclusie :
Als we horen dat het in de wereld slecht gaat met insecten, is het dan niet de hoogste tijd om ons daar heel veel zorgen over te maken ? Met het inzaaien van akkerranden redden we het niet. We hebben naast alle andere crises, dus ook nog een insectencrisis. In een tweede artikel aandacht voor de oorzaken van de achteruitgang van insecten. Het derde artikel is er weer één om wat vrolijker van te worden. Dat gaat over de ( soms eenvoudige) stappen die we met zijn allen kunnen doen om de vernietiging van insecten tegen te gaan. Vaak dicht bij huis.