Update voor verdwenen eikenhakhoutcultuur in Reestdal

Landschap Overijssel gaat in het Reestdal op een aantal locaties het bijna verdwenen eikenhakhout herstellen. Met behulp van vrijwilligers worden in de komende (winter) maanden een paar duizend zomereikjes geplant.

Vergane glorie: eikenhakhout in verval

Het Reestdal is nog niet zo lang bewoond. Pas in de Middeleeuwen zien boeren mogelijkheden om in het kletsnatte beekmoeras een bestaan op te bouwen. Op de hogere dekzandruggen is het namelijk mogelijk een boerderij neer te zetten. Veel ruimte is er niet, de nederzettingen die ontstaan zijn erg klein,  hooguit twee of drie boerderijen. Kleine

Kleine es op dekzandrug

akkertjes (essen) worden net als de boerderij op dekzandruggen aangelegd. De randen van de essen worden beplant met meidoorn, sleedoorn en andere bomen en struiken, als ze maar dicht genoeg zijn om het vee te belemmeren om het gewas ( vaak rogge) kapot te trappen. De boer heeft voor heeft veel zaken hout nodig. Om aan die vraag te voldoen worden eikenbosjes aangelegd, vaak op de minst vruchtbare delen van de bouwlanden. Hij moet wel een jaar of twintig wachten voordat voor het eerst hout kan worden geoogst. Daarna worden de bomen om de tien tot vijftien jaar tot boven de grond afgezet. Als reactie hierop groeien de eiken met meerdere stammen uit. Hieraan kun je nu nog makkelijk een hakhoutbosje herkennen. In het Reestdal zie je behalve restanten van eikenhakhout ook nog plekken met essen- elzen- ,berken- en krentenhakhout.

Geriefhout gehaald uit houtwal of hakhoutbosje

Van brandhout naar olie en gas

Hakhout heeft onderhoud nodig. Dode bomen gaan er uit, voortdurend moeten nieuwe eikjes worden aangeplant. De eikenhakhoutcultuur is voor de boeren een belangrijk onderdeel van hun bedrijfsvoering. Hout voor de kachel, takkenbossen voor in het fornuis, rikkenpalen, hekken, gereedschap, allemaal dankzij de geriefbosjes. De hakhoutcultuur duurt tot halverwege de twintigste eeuw. De economische noodzaak van hakhout (brandhout) valt dan voor een groot deel weg.  Andere brandstoffen doen hun intrede: steenkool, butagas en gasolie. De belangrijkste oorzaak  ligt echter in de bodem van Groningen: aardgas. Vanaf de jaren ’60 gaat Nederland aan het gas. Relatief goedkoop,  we zitten met z’n allen op een enorme bel aardgas. De kachel stoken op brandhout raakt helemaal uit de gratie. Dat we 6o jaar later weer van het gas af moeten voorziet natuurlijk niemand.

Vrijwilligers halen Amerikaanse Vogelkers uit hakhoutperceel Carstenbos

In verval 

Veel geriefbosjes raken dan in verval. Het afzetten van de eiken gebeurt  niet of nauwelijks meer. In de jaren ’90 probeert Landschap Overijssel op een aantal percelen weer eikenhakhout te herstellen. Dat lukt redelijk, het levert mooi brandhout op voor de open haard of houtkachel. Met behulp van vrijwilligers worden er weer eiken afgezet. Er zijn echter percelen waar dat niet meer gebeurt. Daar worden eiken verdrongen door andere soorten, zoals de Amerikaanse Vogelkers of door woekerende braamstruwelen. Veel afgezette eiken blijken ook niet meer goed uit te lopen of worden steeds door reeën kaalgevreten. De droogte van afgelopen jaren maakt eiken kwetsbaar, soms sterven ze na een poosje af. De vraag is dan natuurlijk: laten we het zo of doen we een poging om hier en daar het eikenhakhout in het beekdal terug te krijgen ?  Landschap Overijssel kiest voor herstel. Opmerkelijk is, dat aan de Drentse kant van de Reest Het Drentse Landschap geen eikenhakhoutcultuur meer kent. Al jaren niet. Voormalige eikengeriefbosjes zijn hier uitgegroeid tot gevarieerd loofbos. Ook mooi.

Oud hakhoutperceel in het Vechtdal

Doel van dit project .

Een hakhout-of geriefhoutbosje kent een grote diversiteit aan soorten. Door een goed beheer zal deze variatie ontstaan (hakhout, besdragende en bloeiende struiken, open plekken). Deze variatie zal er voor zorgen dat dieren hierin goede nest- en schuilgelegenheid kunnen vinden, evenals voedsel. Verder zorgt het voor een verbindende structuur in het landschap, waarlangs dieren en planten zich kunnen verplaatsen. Het op een goede manier beheren van een hakhoutperceel draagt bij aan een aantrekkelijk landschap. Door overheersende soorten (Amerikaanse Vogelkers) te verwijderen, ruimte te geven aan aanwezige inheemse bomen en struiken als vuilboom, lijsterbes, hulst, krentenboom e.d. en jonge eiken aan te planten krijgt een hakhoutperceel na verloop van tijd weer het karakter en de soorten die de percelen eeuwen hebben gehad.

Hakhoutperceel waar weer jonge eiken worden geplant.

 

 

 

 

 

 

 

Esranden

This entry was posted in Geen rubriek and tagged , , . Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

*

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>