Kwel

Bij bruggetje over de Reest komt kwel naar boven.

Een beekdal is een nat ecosysteem. Een beekdal zonder water is ten dode opgeschreven. Water is voor een beekdal wat bloed is voor de mens. Een andere vergelijking gaat ook op: veel mensen lijden aan bloedarmoede, veel beekdalen kampen met een tekort aan water. Verdroging is voor veel beekdalen in ons land ziekte nummer 1. Omdat de aanwezigheid van water in een beekdal zo essentieel is, is het goed om eens naar dat water te kijken. Waar komt dat water vandaan? Valt het als neerslag uit de lucht of heeft het water in een beekdal nog andere bronnen? Dit artikel gaat over water dat vanuit de bodem zijn weg omhoog vindt en als kwelwater aan de oppervlakte komt. Een omschrijving van kwel zou kunnen zijn: grondwater dan onder druk als een soort bron vanuit de bodem aan de oppervlakte komt.

Lokale kwel

Het meeste regenwater zakt in de bodem weg. Een deel hiervan stroomt door het dekzand naar beneden en komt dan op korte afstand weer aan de oppervlakte. Dit wordt lokale kwel of ondiepe kwel genoemd. Gelet op de chemische samenstelling lijkt het nog op regenwater. Vaak is dit water zuur en is (nog) arm aan kalk en ijzer. En nog behoorlijk stikstofrijk.Het wordt atmotroof grondwater genoemd. Tijdens het transport van infiltratiegebied (hier zakt het regenwater in de grond weg) naar kwelgebied ( hier komt het water weer bovengronds) verandert het water langzaam van chemische samenstelling. Lokale kwel komt meestal in de bovenloop van het beekdal aan de oppervlakte. Het is dus nog niet zo lang in de bodem geweest. Relatief bevat ondiepe kwel nog niet veel mineralen. Mineralen zijn anorganische stoffen die in de bodem voorkomen. Voor planten zijn ze onmisbaar.

IJzerhoudend vlies op kwelwater

Regionale of diepe kwel 

Regionale kwel of diepe kwel  kan van een tientallen kilometers ver gelegen gebied afkomstig zijn. Water dat daar de bodem in zakt kan dan honderden jaren nodig hebben gehad om in een beekdal weer aan de oppervlakte te komen. Dat deze reis zo lang duurt is logisch. Het water kan tientallen meters diep zijn weggezakt en heeft dus veel tijd nodig om ergens ( bijvoorbeeld in een nat hooilandje) boven te komen. In een beekdal gebeurt dat vooral in de benedenloop, het laagst gelegen deel van het beekdal. Onderweg heeft het water allerlei stoffen achtergelaten, maar andere stoffen meegevoerd. De bekendste voorbeelden hiervan zijn ijzer en kalk. Op veel plekken komen oerbanken in de bodem voor. Dat zijn ijzerhoudende lagen in de bodem. Water dat hier langs komt neemt ijzerdeeltjes mee.

Roesten 

Als kwelwater boven de grond komt gaan de meegevoerde ijzerdeeltjes

Roestvorming ijzerrijk kwelwater

oxideren. Het ijzer gaat een reactie aan met zuurstof. Anders gezegd, het ijzer in het water gaat roesten. Het wordt een beetje klonterig en het ziet er niet zo aantrekkelijk uit. Hier spelen bepaalde bacteriën een belangrijke rol. Deze micro-organismen gaan een reactie met ijzer aan. Ze maken er ijzeroxiden van. Als roodbruine vlokken slaat het ijzeroxide op de bodem neer. Het ijzer in het kwelwater heeft nog een andere eigenschap: het bindt fosfaten. Daardoor zijn de fosfaten niet meer opneembaar voor planten. Het water wordt er minder voedselrijk van, precies wat een aantal planten nodig heeft. De ijzerverbinding lost niet op in water en drijft op het oppervlak als een vliesje op het kwelwater.

Vliesje

video

Het olie-achtige vliesje dat je op kwelplekken ziet bestaat dus voor een deel uit ijzerfosfaten en bacteriën. Deze bacteriën kun je met het blote oog niet zien, maar als miljarden bacteriën zich te goed doen aan ijzer ontstaan op het water mooi gekleurde vliesjes. Bij een bepaalde lichtinval zie je prachtige regenboogkleuren. Het lijkt op olie, maar dat is het gelukkig niet. Je kunt dit erg gemakkelijk controleren. Prik met een stokje in het vliesje. Als het in stukken uiteen valt is het gezond en schoon kwelwater waar je naar kijkt. Bij olieverontreiniging zal het vlies weer snel een geheel vormen.

Reestdal : natte hooilanden bij IJhorst

Vooral in de benedenloop van de beek

In een beekdal komt het oudste kwelwater vaak in het benedenstroomse deel bovengronds. Voor het Reestdal is dit het deel tussen IJhorst en Meppel. Dit water wordt lithotroof grondwater genoemd. Het kan eeuwenoud zijn. Het heeft erg veel kalk en ijzer opgenomen en is de laatste restjes stikstof kwijtgeraakt. Dit is het roestrode water dat in een beekdal aan de oppervlakte komt.

Hoog water Reestdal bij benedenloop Reest (Meppel)

Kwel en slib over de Reestlanden

In de benedenloop gebeurde nog iets bijzonders met water. Als de beek overstroomde werden de hooilanden gevoed met water dat calcium, stikstof en fosfaat bevatte. In beekdalen werd dit water dan zo lang mogelijk vastgehouden. Anorganische stoffen in het water kwamen dan in de bodem terecht. Kwelwater en het aangevoerde slib van het vastgehouden regenwater zorgden voor een geweldige productie van hooi. De rijkste boeren woonden dan ook in de benedenloop van de Reest. Daar staan (nog steeds) de mooiste boerderijen.

Temperatuur

De temperatuur van het kwelwater is constant, zo rond de 10 graden. In de winter voelt het warm, in de zomer voelt het koud aan. Kwelplekken zijn in winters met vorst gemakkelijk te herkennen aan de afwezigheid van sneeuw en ijs.

De dotterbloem is een kwelindicator

Plantensoorten

Bepaalde plantensoorten zijn kenmerkend voor kwelplekken. Soorten zoals blaaszegge, waterviolier, holpijp, adderwortel ,dotterbloem wijzen op aanwezigheid van kwelwater. Deze kritische planten worden kwelindicatoren genoemd. Ze vragen allemaal om voedselarm water, dat rijk is aan ijzer en kalk. Zodra het water bevuild wordt met meststoffen als fosfaten (bijvoorbeeld uit de intensieve landbouw) verdwijnen ze. Dat verklaar bijvoorbeeld de afwezigheid van dotterbloemen in de bemeste grasland van de reguliere landbouw.

Verdroging

In een modern ontwaterd gebied wordt kwelwater meestal weggevangen in sloten voordat het in het maaiveld aan de oppervlakte treedt. Dit is een van de oorzaken van verdroging van de natuur.

Een verondiepte greppel voert geen kwelwater meer af

Verondiepen van sloten en greppels 

Een effectieve maatregel om verdroging van een (natuur) gebied tegen te gaan is het verondiepen van watergangen die te snel kwelwater afvoeren. Verondiepen betekent letterlijk het ondieper maken. De greppel voert dan geen kwelwater meer af, alleen regenwater bij veel neerslag.  De kwel blijft in het gebied ( vaak hooiland ) en komt dan in de wortelzone van de planten. Na enige tijd geeft dit vaak een verrassend resultaat. De vegetatie van witbol/vossenstaart grasland verandert sterk van karakter. Het aantal planten dat  gevoelig is voor de mineralen in kwelwater neemt snel toe. Holpijp, wateraardbei, moerasvergeetmeniet, dotterbloem, verschillende zeggensoorten, de vegetatie in het hooiland krijgt een totaal ander karakter.

 

 

This entry was posted in Algemeen, Bescherming, Flora and tagged , , , , , , , , , . Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

*

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>