De hop bloeit. Dat doet ie altijd vrij laat in de zomer. De bloei begint vaak pas in juli. Nee, geen hopbellen, die komen nog later. Eerst moeten de mannelijke bloemen stuifmeel produceren. De pollen worden door de wind verspreid. Insecten zijn niet zo geïnteresseerd in de bloemen van de hop. Na de bestuiving en bevruchting kunnen de vrouwelijke bloemen uitgroeien tot de overbekende hopbellen. Hoe zit dat eigenlijk met de bloeiwijze van de hop ?
Eenslachtig en tweehuizig
De bloemen van de hop zijn mannelijk of vrouwelijk. De mannelijke bloemen hebben alleen meeldraden, de vrouwelijke een stamper. Veel bloemen hebben zowel mannelijke als vrouwelijke organen (tweeslachtig) maar dat geldt dus niet voor de bloemen van de hop. Die zijn eenslachtig. Je hebt mannelijke hoppen en vrouwelijke hoppen. De hopmannen hangen vol met geel/groene pluimen van honderden bloemetjes. De hopvrouwen bloeien wat minder opvallend, maar ook op deze plant komen erg veel bloemetjes voor, vaak wat hoger aan de plant. De hop is een tweehuizige plant, omdat de mannelijke en vrouwelijk bloemen op verschillende planten voorkomen. Tweehuizig komt veel vaker voor. De hulst is dat bijvoorbeeld ook. Er komen alleen rode bessen aan vrouwelijke hulsten. Het is mogelijk dat je tijdens een wandeling erg veel hop ziet groeien en dat dit allemaal mannetjes zijn. Dan kun je lang zoeken naar hopbellen! Andersom kan ook. Wil je straks hopbellen plukken, dan moet je op zoek naar vrouwtjes hoppen. De hopbel groeit namelijk uit de vrouwelijke bloem.
Mannelijke bloemen
De stuifmeelkorrels van de mannelijke bloemen worden door de wind verspreid. In grote groen/gele pluimen zie je op een afstand al dat de hop in bloei staat. Honderden bloemetjes zitten in zo’n pluim. Elke bloem heeft een eigen steeltje. Als je ze wat beter gaat bekijken zie je dat ze vijf kroonbladen en vijf meeldraden hebben. Ze bloeien ook niet allemaal tegelijk.
Vrouwelijke bloemen
Ook deze bloemen hangen in pluimen aan de hop, maar ze vallen wat minder op. Vaak vind je ze ook wat hoger aan de plant. De bloemetjes lijken op bolletjes en zijn ook onopvallend lichtgroen. Net als bij de hopmannen is de bloeiwijze pluimvormig. Het vruchtbeginsel is bovenstandig. De stamper heeft stempels die duidelijk zichtbaar uitsteken. Deze stempels vangen de stuifmeelkorrels op. Dan moet er natuurlijk wel ergens een mannetjeshop in de buurt staan. Op de schutbladen zitten twee gele, geurende klieren en ze groeien na de bloei sterk uit en zijn dan doorschijnend bleekgroen Dat worden de hopbellen. Als de rijpe bellen uiteenvallen kunnen de schutbladeren de zaden op de wind verspreiden. Bestuiving en bevruchting is niet nodig om uit te groeien tot hopbellen. De bierindustrie gebruikt alleen vrouwelijke hopplanten die niet bestoven zijn.
Ecologie
Veel planten zijn echte insectentrekkers, maar van de hop kun je dat niet zeggen. De bloemen zijn voor zweefvliegen, bijen en vlinders niet aantrekkelijk. Arm aan nectar en stuifmeel. Als waardplant kan de hop wel een rol vervullen in het leven van de rupsen van vlinders, zoals de gehakkelde aurelia, hoewel deze mooi vlinder vooral eitjes legt op grote brandnetels. Er is één (nacht)vlinder met de hop in de naam. Dat is de hopwortelboorder. Op de website van de Vlinderstichting staat een overzicht van vlinders die (soms) de hop gebruiken als waardplant.