Steeds vaker kom je ze tegen : ruige en/of bloemrijke akkerranden. Stroken en randen, ingezaaid met onze eigen inheemse korenbloem, boekweit, kamille, ganzenbloem, klaproos en bolderik. Een akkerrand in bloei is een prachtig gezicht. Veel mensen genieten er van. Tegenwoordig zijn het niet alleen natuurgebieden waar je ingezaaide stroken langs akkers ziet. Ook particulieren zaaien vaker bloemrijke mengsels in, steeds meer agrariërs doen het ook. Vooral voor deze laatste groep kunnen bloemrijke akkerranden veel voordeel opleveren. Het gaat dan niet alleen over biodiversiteit, maar over het verminderen of stoppen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, met name de insecticiden, de insectendoders. Een onderzoek, deze week verschenen in de media, maakt dit duidelijk.
Ook natuurlijke vijanden spuit je dood
Het gaat om een onderzoek uitgevoerd door het instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica van de Universiteit Amsterdam.( IBED) Het onderzoek zet grote vraagtekens bij het nut van insecticiden in de landbouw. Het gif doodt naast de schadelijke bedreigers (plaaginsecten) van de oogst namelijk ook de natuurlijke vijanden van de luizen, kevers en rupsen. De plaagsoort profiteert daar dan een poosje later weer van. Eerst lijkt het effect van het gif te werken, maar al gauw nemen de schadelijke insecten weer in aantal toe. Oorzaak: Hun natuurlijke vijanden zijn verdwenen. De plaag herstelt zich sneller dan de vijand. Nog een keer spuiten ? De onderzoekers komen met een belangrijke aanbeveling: “Het is zinvol geen insecticiden te gebruiken, maar natuurlijke vijanden te stimuleren, bijvoorbeeld door de aanleg van bloemrijke akkerranden”
In 2019 kwam de UvA al met gegevens uit een onderzoek in de Hoeksche Waard.
Monitoring insecten in bloemrijke akkerranden Den Westerhuis Reestdal
In de zomermaanden van 2020 inventariseerde de natuurwerkgroep de Reest de insectenwereld in een aantal bloemrijke akkerranden op Den Westerhuis. De monitoring werd voor het eerst gedaan. Dit jaar 2021 krijgt de inventarisatie een vervolg. In de ingezaaide akkerranden werden vorige zomermaanden de volgende insectensoorten waargenomen:
Vlinders
bruin zandoogje lieveling citroenvlinder variabele grasmot
Dagpauwoog wortelmot gamma-uil zwartsprietdikkopje
gewone grasmot landkaartje groot dikkopje koolmotje
kamillevlinder koevinkje klein geaderd witje kleine vuurvlinder
kleine wortelhoutspanner
Torren en wantsen
eikenbladrolkever aardappelprachtblindwants
gewone distelboktor bessenschildwants
groene distelsnuitkever koolschildwants
Hemicrepidius niger (kniptor) zuidelijke schildwants
kleine roodweekschild zuringrandwants
koperkleurige kniptor muisgrijze kniptor
rozentor
zestienstippelig lieveheersbeestje
zevenstippelig lieveheersbeestje
zwart soldaatje
zwartpoot soldaatje
Vliegen
bandzweefvlieg
Dambordvlieg
Dexia rustica
pendelvlieg
groene vleesvlieg
grote kommazweefvlieg
grote langlijf
langlijfje
roodbaardroofvlieg
siphona (sluipvlieg)
snorzweefvlieg
terrasjeskommazweefvlieg
Tipula vernalis
Zophomyia temula
Bijen, hommels en wespen
steenhommel
aardhommel
blinde bij
Duitse wesp
gewone honingbij
pluimvoetbij
Natuurlijke vijanden
Bij deze waargenomen soorten zitten veel insecten waar een landbouwer of fruitteler wel heel erg blij van moet worden. Een paar voorbeelden: lieveheerbeestjes eten bladluizen,
schildwantsen maken korte metten met rupsen, luizen en trips. Van een aantal loopkeversoorten is bekend dat ze veel plaaginsecten eten. Larven van zweefvliegen vullen hun maag met bladluizen. Oorwormen zijn vooral planteneters, maar eten ook rupsen, luizen en allerlei maden. Deze natuurlijke vijanden zijn vrienden van de boer. Alleen niet elke agrariër kent ze. Als een gewas (vaak preventief) wordt bespoten gaan deze soorten dus ook allemaal dood.
Wat te doen ?
Het is mogelijk, dat het gebruik van een gewasbeschermingsmiddel noodzakelijk blijft, maar liever niet. Met de aanleg van verruigde bloemrijke randen, stroken en overhoekjes stimuleer je de ontwikkeling van een diverse insectenwereld. Natuurlijk zitten daar plaagsoorten in. Maar als uit allerlei onderzoeken blijkt, dat natuurlijke vijanden de schadelijke insecten in toom kunnen houden, waarom zou je dit niet doen ? De
biodiversiteit in het agrarisch landschap krijgt ook nog een steuntje in de rug omdat gemeenten, provincies en waterschappen steeds vaker kiezen voor ecologisch bermbeheer. Het Nederlandse landschap moet veel meer verruigen. Vergroenen wordt dit ook genoemd. Natuur moet veel meer onderdeel worden van de agrarische bedrijfsvoering. Bermen moeten minder gemaaid. Tegeltuinen veranderen in groene oases met plantenborders en bomen die schaduw geven.
De overheid en de EU lossen dit probleem niet op. Jij/U kunt veel meer doen.
Als het allemaal van onze eigen overheid of van de EU moet komen, komen we nauwelijks een stap verder. Veel gepraat, er wordt gesmeten met geld (subsidies die nauwelijks resultaat opleveren) en er worden allerlei compromissen gesloten die geen enkel effect hebben. De omslag
moet komen bij de boer zelf. Die moet het willen en het nut er van inzien. Die boeren zijn er al en er komen steeds meer, agrariërs die meer plezier uit hun mooie werkhalen, als ze kiezen voor meer natuur op hun bedrijf. De boer moet wel geprikkeld worden. De grootste invloed ligt namelijk bij de consument. Jij, U, ik dus. Als bijvoorbeeld alle liefhebbers van zuivel kiezen voor biologische melk, karnemelk en yoghurt, stimuleren ze de opkomst van de biologische veehouderij. Deze bedrijven zijn nog ver in de minderheid ( ongeveer 4%) van het totale aanbod aan
zuivel. Het verschil in prijs tussen de “gewone” melk en de biologische is te verwaarlozen. Supermarkt PLUS verkoopt binnenkort alleen nog maar biologische zuivel afkomstig van bedrijven met kruidenrijke graslanden, koeien in de wei, kunstmest wordt niet gebruikt, gewasbescherming al helemaal niet. De prijs is gelijk aan de melk uit de reguliere landbouw. Gaat het nu dan echt veranderen ?