Deel 2 : over boek , sfeervolle beukenbossen en concurrent de eik
Beukenbossen zul je op de flanken van het Reestdal niet vinden. Beukenlanen wel, hele mooie zelfs, vaak op locaties met historie. Solitaire beukenbomen zijn er nog genoeg. Soms in het bos, maar vooral in voortuinen van monumentale boerderijen. Misschien is de beuk wel de meest imponerende boom die we in ons land hebben. Samen met de eik en paardenkastanje in de top 3 van de grootste levende monumenten die we hebben. De majestueuze beuk is een sieraad in ons landschap. Een indrukwekkende boom waar we met veel respect mee om moeten gaan. Als de eik de koning van het woud wordt genoemd, dan moet de beuk zijn echtgenote zijn.
In drie artikelen krijgt deze prachtige boom alle aandacht.
Over Boekeloo, boekvink, boekstaven en boekweit
De naam Beuk komt van het woord Boek. Je komt het woordje “boek” nog tegen in woorden als Boekelo ( loo=bos), Boekel, boekvink en boekweit.( boekweitzaadjes lijken op beukennootjes en weit =meel). Bij het uitvinden van de boekdrukkunst werd o.a. beukenhout gebruikt om er letters of andere tekens uit te snijden : boekstaven. Dit waren stokjes van beukenhout. Het Duitse woord voor letters (Buchstaben) is zo goed te verklaren. Het grappige is dat de schors van de beuk vooral
vroeger werd gebruikt om er namen, jaartallen en hartjes in te kerven. Ook een manier om met behulp van de beuk te schrijven. Maar over die schors later meer.
Beukenbossen
Zoals eerder vermeld kent het Reestdal geen grote beukenbossen. Wel beukenlanen en groepen beuken op landgoederen zoals Dickninge. En natuurlijk de solitaire (rode) beuken in de voortuinen van boerderijen. Hier en daar staan solitaire beuken in de bossen, zoals op Rabbinge en in de Haardennen. Toch is het goed om aandacht te besteden aan het biotoop beukenbos, want er valt veel over te vertellen.
Op de armere zandgronden hebben beukenbossen een dikke zure strooisellaag die heel moeilijke verteert. Ondergroei is er nauwelijks. Het bladerdak van de beuk is namelijk erg dicht en laat weinig licht door. De planten die er wel bloeien houden van schaduw. Denk
hierbij aan dalkruid, lelietje van dalen en salomonszegel. Een struiklaag is er niet of nauwelijks. Door het gebrek aan variatie in de ondergroei doet zo’n beukenbos monotoon en saai aan. Het is maar hoe je het bekijkt. Juist door die afwezigheid van een struiklaag krijgt een beukenbos diepte en perspectief. Bij nevelig weer levert dat een hele aparte, wat mystiek sfeer op. Verre van saai!
Tweehonderd jaar geleden was Nederland slechts voor 3% bedekt met bos. (Nu is dat 10%.) Sinds die tijd is er veel nieuw bos aangeplant. Daar hadden onze voorouders meerdere redenen voor. Beuken bossen zijn in de meeste gevallen aangeplant. Dat is ook goed te zien. Vaak staan de bomen nog in rijen, al zijn veel bomen gekapt of door ouderdom en sterfte verdwenen of omgevallen. Het bos wordt er wel spannender door. Vaak werden de mooie rechte bomen uit de bossen geoogst en bleven de kromme exemplaren staan.
In beukenbossen komen niet veel vogelsoorten voor. De zwarte specht wel, die heeft een sterke voorkeur voor beukenhout om er een nest in te hakken. Indirect zorgt dat gehak voor meer diversiteit, want verlaten spechtenholen worden gekraakt door o.a. holenduiven, boommarters en vleermuizen. Het beukenbos is wel erg rijk aan
paddenstoelen. Schimmels hebben door de afwezigheid van bladgroen geen licht nodig om te leven, in het beukenbos kunnen ze prima met de wortels van al die beuken samenleven. Soms wordt een gezonde beuk aangetast door een schimmel zoals de echte tonderzwam die op zwakke levende bomen parasiteert. De boom legt naar verloop van tijd het loodje. Jammer, maar ecologisch gezien geen ramp, want een stervende boom zal voeding leveren aan een heleboel andere soorten paddenstoelen. De één z’n dood………
Beuk en eik
In de Europese bossen spelen beuk en eik een belangrijke rol. Vooral de band tussen eik en mens is altijd hecht geweest : het hout is stevig en je kunt er
van alles mee. Het hout van de beuk is minder populair. Ecologen ontdekten op een eik een veel hogere biodiversiteit. Echter, als je de twee bomen in het bos als concurrenten bekijkt wint de beuk. Neem de groei. Staan een jonge eik en beuk in het bos naast elkaar, dan zal de beuk de wedstrijd naar het zonlicht winnen. Al gauw zal het dichte bladerdak van de beuk de eik overschaduwen. De eik staat in de schaduw en verpietert. In een eikenbos kan een beuk groeien en groot worden, maar een eik in een beukenbos ? Dat wordt niks.