Spinnen lusten er wel soep van

In ( niet gemaaide)graslanden, bermen, struikheide en ruige akkerranden kan het wemelen van de spinnen. In de nazomer en herfst, als de ochtendnevels al die prachtig geweven draden en webben van duizenden dauwdruppeltjes hebben voorzien, wordt de spinnenmaatschappij voor ons goed zichtbaar. Dan pas besef je hoeveel spinnetjes in een heideveld zitten ! Het moeten er duizenden zijn.

Gelede poten bestaan uit segmenten, zoals bij deze hoornaar

Geleedpotig

Spinnen zijn net als insecten, kreeften en duizendpoten geleedpotig. Deze vier groepen lijken niet op elkaar, maar een paar eigenschappen hebben ze gemeen: een uitwendig skelet, poten die uit segmenten (leden) zijn opgebouwd en ze zijn allemaal tweezijdig symmetrisch. De verschillen zijn echter groot. Ook in populariteit. Vooral bij de spinachtigen is de aaibaarheidsfactor erg klein. Sterker nog: veel mensen vinden ze eng en gaan al op de loop voor een klein spinnetje. Dat is jammer, bovendien doe je deze nuttige achtpoters geen recht.

Om wat vooroordelen en aannames weg te halen stel ik in dit artikel drie veel voorkomende spinnen voor. Maar eerst wat info over spinnen in het algemeen.

Arachnida 

De Latijnse benaming voor spinnen is Arachnida. Arachnida komt van de naam Arachne. Ieder die een beetje thuis is in de verhalen uit de Griekse mythologie kent het persoonlijke drama van de eigenwijze weefster Arachne, die zo dom was om de godin Pallas Athene uit te dagen. Dat liep niet goed af………  Arachnofobie is een overmatige angst voor spinnen, zo erg zelfs dat je soms therapie nodig hebt om er van af te komen. De vaak overspannen reagerende media konden deze zomer hun lusten botvieren op de vondst van giftige valse wolfsspinnen in ons land. Grote paniek onder het volk brak nog net niet uit…… Bevorderlijk voor het imago van onze 700 spinnensoorten was het allemaal niet.

Verlamd en ingesponnen. Klaar voor consumptie.

Geen vast voedsel

Spinnen zitten wat eten betreft een beetje apart in elkaar. Ze kunnen geen gevangen prooi kapot scheuren en in stukjes naar binnen werken. Dat onderscheidt ze van de andere drie groepen geleedpotigen. Komt een prooi in een web terecht ( niet alle spinnen maken een web, je hebt ook jagende exemplaren), dan wordt het slachtoffer volgespoten met een gif dat verlammend werkt. De beet bevat ook enzymen ( eiwitten die moleculen afbreken) die de inwendige organen van de prooi veranderen in een vloeibare materie die naar binnen wordt geslurpt. Je wordt als honingbij, zweefvlieg, vlinder of wesp eerst als pakketje verpakt en daarna als soep of papje opgediend. Als je bezig bent met macrofotografie kom je dit soort drama’s vaak tegen.

Even voorstellen

De spinnen in ons land kunnen nog wel wat pr gebruiken. Bij de grote zwarte huisspin wordt dat wat lastig ( zo’n grote joekel op een witte muur doet de meeste mensen schrikken), maar gelukkig zijn er veel  prachtige spinnen die het verdienen om in het zonnetje gezet te worden. Hier komen ze:

wespspin

Wespspin

Om deze prachtige spin te ontdekken moet je zoeken in hoge vegetatie. Ruige niet gemaaide akkerranden bijvoorbeeld. Gelukkig hebben we die in het Reestdal nog. Ook in de (hoge) struikheide voelt de wespspin zich thuis. Het dier heeft zijn naam te danken aan de geel-zwarte strepen op het achterlijf en wordt daardoor ook wel tijgerspin genoemd. Het strepenpatroon zorgt ervoor dat de spin er gevaarlijker ( wesp!) uitziet dan hij is. Dat verschijnsel heet mimicry en komt in de natuur veel voor. Het is een vrij grote spin, die zich heel goed laat bewonderen, altijd hangend met de kop naar beneden. Het menu bestaat vooral uit sprinkhaan. Het web is heel herkenbaar, er zit altijd een zigzagmatje in. Het nut hiervan is niet helemaal duidelijk, op Wikipedia worden wel een paar theorieën genoemd. Als je een tijgerspin ziet is het vrijwel altijd een vrouwtje. De mannetjes leven kort, na de paring worden ze door mevrouw opgegeten…..

Meer info ? Kijk op Boswachtersblog 

viervlekwielwebspin

Viervlekwielwebspin

Lastige naam om uit te spreken of te onthouden, maar de benaming is wel uit te leggen. Alle spinnen die een rond web maken worden wielwebspinnen genoemd. ( de kruisspin bijvoorbeeld) Viervlekwielwebspinnen kunnen alle kleuren van de regenboog hebben, dus kleur is geen determinatiekenmerk. Dat zijn namelijk de vier vlekken op het achterlijf, twee dicht bij elkaar, de andere twee niet. Net als de wespspin bestaat het biotoop uit heide, niet gemaaide bermen en graslanden. Dus ook in ruige akkerranden zul je ze tegenkomen. De vrouwtjes hebben een groot bolvormig achterlijf. Het web is behoorlijk stevig. Dat moet ook wel, want een gevangen sprinkhaan of libelle mag niet meer ontsnappen. Even een verlammende beet, het nog traag bewegende slachtoffer inspinnen en de maaltijd kan bijna beginnen.

Prachtige foto’s op deze website

herfsthangmatspin

Herfsthangmatspin

Graslanden en heidevelden hangen vol met duizenden hangmatwebjes zonder dat we ze waarnemen. Pas als ochtendnevels en mistflarden ze zichtbaar maken ontdekken we het bestaan van al die hangmatspinnetjes, de architecten van het sprookjesachtige tafereel. De herfsthangmatspin vind je overal in open terreinen. Ook in tuinen. Vaak moet je goed zoeken, ze worden niet voor niets dwergspinnetjes genoemd. Het horizontale web dat ze maken bestaat uit talloze kleine draadjes. De bouwer hangt ondersteboven aan een verticale draad om snel toe te slaan als een vlieg of mug in het web terecht komt. In tegenstelling tot veel andere spinnen mag het mannetje niet mopperen. Na de paring wordt hij niet door vrouwlief opgepeuzeld, maar mag hij nog een poosje blijven leven om haar te beschermen tegen andere concurrenten. Jonge spinnetjes komen de winter door in coconnetjes om in de navolgende herfst precies hetzelfde te doen als hun ouders.

Was ooit in 2014 spin van het jaar.

Wielwebben en hangmatjes in de struikheide

 

 

This entry was posted in Fauna and tagged , , , , , . Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

*

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>