Kenmerken voor een beekdal is het voorkomen van water. Veel water in de winter en minder water in de zomer. Je mag dus verwachten dat beekdalen in ons land nat, zompig en op veel plaatsen onbegaanbaar zijn. Dat is dus niet zo. Vrijwel alle beekdalen moeten hard knokken voor hun bestaan, het klinkt wat paradoxaal, maar vrijwel alle Nederlandse beekdallandschappen hebben moeite om hun hoofd boven water te houden. Grootste probleem: gebrek aan water. Te lage grondwaterstanden, te snelle afvoer van regenwater, te weinig aanvoer van kwelwater zijn een paar voorbeelden van milieufactoren die beekdalen de das om doen.
Nauwelijks samenwerking
Ook voor het Reestdal zijn de omstandigheden niet gunstig. Al jaren zien natuurbeschermers dat de natuurwaarden op veel plekken achteruit gaan. De twee provinciale landschappen Landschap Overijssel en Het Drents Landschap zijn voor een groot deel eigenaar van de graslanden die aan de Reest liggen. Beide organisaties beheren op de flanken van het beekdal ook bossen, hakhoutbosjes, heide, akkerland, houtsingels, monumentale boerderijen en nog veel meer. In totaal is zo’n 1500 ha Reestdal in veilige handen van deze twee natuurbeheerders. Erg veel samengewerkt hebben ze in het verleden niet. De oorzaak is het grensriviertje de Reest zelf. Het Reestdal bestaat namelijk uit twee verschillende werelden: een Drentse en een Overijsselse. En dat schept blijkbaar toch een kloof. Tussen de twee provinciale besturen is die afstand er zeker. Over de toekomst van het Reestdal wordt verschillend gedacht. Vooral Drenthe voelt zich tekort gedaan, want Overijssel wil stoppen met het verder ontwikkelen van de Ecologische Hoofdstructuur.
Het Reestdal is te droog
Het Reestdal verdroogt. Het proces is al jaren aan de gang en er wordt ook al jaren over gepraat en gepubliceerd. Er zijn in het verleden ook al maatregelen genomen, zoals het aanleggen van drempels in de Reest of het niet schonen van waterplanten om zodoende de snelheid van de waterafvoer te verminderen, maar echt helpen doet het niet. Er zijn wel lokale succesjes behaald, maar verdroging is niet tot staan gebracht. Oorzaak: het Nederlandse polderen, anders gezegd, we proberen het iedereen naar de zin te maken en we kiezen voor de gulden middenweg. De hoofdrol wordt hier gespeeld door het waterschap Reest&Wieden. Waterschappen moeten met alle belanghebbende partijen rekening houden. Het werd dus pappen en nathouden. Meer pappen dan nathouden trouwens. Het waterschap was niet in staat een keuze te maken. Agrariërs mogen in de zompige graslanden niet wegzakken en natuurbeschermers willen een natter Reestdal. Kom daar maar eens uit.
Redt het Reestfonds het Reestdal?
De situatie lijkt nu te veranderen. Landschap Overijssel en Het Drents Landschap hebben samen Het Reestfonds opgericht. Het doel hiervan is om door aankoop van de laatste 80 ha langs de Reest gelegen graslanden alle Reestlanden in beheer te krijgen. Het waterpeil kan dan worden verhoogd en de karakteristieke flora van de natte en schrale hooilanden is dan veilig gesteld.
Centrale rol van waterschap
Maar er gebeurt meer. Een groot aantal belanghebbende organisaties hebben samen een gebiedsplan “Samen over de Reest” opgesteld. Het project wordt uitgevoerd door waterschap Reest&Wieden en moet het Reestdal natter maken. In dit jaar worden verschillende maatregelen genomen, zoals de aanleg van “knijpconstructies”. Op een aantal locaties wordt de Reest ondieper gemaakt.In het project vermeldt het Waterschap:
We optimaliseren de grond- en oppervlaktewater peilen voor de functie natuur in het beekdal. Daarbij houden we rekening met de aanwezige landbouw. Ook willen we overlast voorkomen tijdens hoogwatersituaties. En gaan we de stuwen in de Reest passeerbaar maken voor de vissen.
Toekomstbeeld
Over een paar jaar weten we meer. Dan moet blijken wat de effecten van het Project Beekherstel Reestdal zijn. Hebben we dan eindelijk een Reestdal, waarin flora en fauna niet meer te lijden hebben van verdroging en verzuring of hebben we ons toch weer blij laten maken met een dode mus? We zullen zien……………