Hier en daar zijn er nog gelukkige koeien in Nederland. Die nog weten wat regen en wind is, die nog ervaren wat het is om in het vrije veld vers gras te eten. En die merken hoe prettig is als het weiland een of meerdere bomen heeft om te schuilen tegen de regen of om schaduw te zoeken als het in de felle zomerzon niet uit te houden is. Koeien hebben een prettige relatie met bomen en dat is altijd zo geweest.
In kleinschalige landschappen zie je soms midden in het weiland nog een eenzame boom staan, vaak een oude eik. Zo’n solitaire boom werd geplant om het vee beschutting te geven. Soms staan er een paar bomen bij elkaar. Dat wordt een boomgroep genoemd. Zulke oude landschapselementen hebben grote ecologische waarde. Het zijn broedplaatsen voor vogels als holenduif, ekster en grauwe vliegenvanger. Andere vogels gebruiken ze als uitkijkplaats. Voor vleermuizen zijn het oriëntatiebakens. Talloze insecten planten zich in of op de boom voort. Aan de zuidwestkant groeien allerlei mossen en korstmossen.
Lekker schuren
De koeien op de foto lopen in het deel van het Reestdal dat Nolde -Schrapveen heet. Het landschap is hier nauwelijks aangetast door de moderne agrarische bedrijfsvoering. Het meeste vee staat in de ligboxenstal en komt er niet of nauwelijks uit. Het kleinschalige landschap met bochtige zandpaden, houtsingels, natte hooilanden en daar tussenin de meanderende Reest ademt nog steeds de sfeer van vroeger. Het jongvee past precies in dit landschap, dat ooit door boeren werd ingericht en waar de melkkoeien in de kruidenrijke graslanden graasden en de beste melk van de omgeving gaven. Nu mogen alleen jonge koeien nog lekker tegen de boomschors schuren als ze jeuk hebben of de schors likken omdat daar blijkbaar een lekker smaakje aan zit. En als ze groot zijn ? Voor de rest van hun leven de ligboxenstal in!