Vroeger werd er veel boekweit in ons land verbouwd. Bijvoorbeeld aan de randen van beekdalen. Nu zie je het nauwelijks meer. Gelukkig zijn er nog plekken waar je boekweit kunt vinden. De boekweitplanten op een akkertje bij Oud-Avereest zijn nu over hun bloei heen. De es kleurt nu bruin door de talloze bruine doppen met daarin de zaden.
Boekweitkorrels zijn vruchtjes van die plant. De vruchtjes hebben een driehoekige vorm met een roodbruine dop, die eruitziet als dat van een beukennootje. Ze hangen nu op de plek waar de bloei heeft plaatsgevonden. De bloemen zijn bestoven door insecten.
Geen graan
Het dopje wordt er voor gebruik afgehaald. De zaden blijven over. Van deze glutenvrij boekweitgrutten wordt meel gemalen dat erg geschikt is voor het maken van pannenkoeken. Boekweit is geen graan. Voor boeren is het een lastig gewas. Erg gevoelig voor weersomstandigheden en de opbrengst is ook niet hoog. En het heeft nog een nadeel: De planten zijn nooit tegelijk klaar voor de oogst. Op een boekweitakker zie je tot laat in de zomer uitgebloeide en nog bloeiende planten. Heel anders dan bij graan.
Schuin tegenover het strookje boekweit staat de haver er mooi bij. Ook hier hebben de vruchten zich gevormd. Prachtig om er in alle rust naar te kijken. De akkertjes liggen tussen de Reestkerk en Den Westerhuis langs een mooie wandelroute. Ze zijn ingezaaid door vijwilligers van natuurwerkgroep de Reest. Landschap Overijssel is eigenaar van de grond. De gewassen worden niet geoogst. In de wintermaanden mag de dierenwereld er van genieten. Het worden dus wildakkers.