Het zijn mooie lijsters al laten ze zich niet altijd goed zien. In onrustige groepen struinen ze, vaak met koperwieken, struwelen en houtsingels af op zoek naar bessen. Meidoorn- en vlierbessen, ze lusten er wel pap van. De felrode vruchten van de Gelderse Roos ? Daar halen ze hun snavel voor op. Die lusten ze (nog ) niet. Daar moeten eerst maar een paar
nachten vorst over heen. Ze komen van ver. Typische wintergasten zijn het, helemaal uit Oost en Noord-Europa. En wat zijn ze mooi! Het verenkleed kent een grote variatie aan kleuren: grijs op de kop en rug, bruin op de rug, zwart in de staart, een vaalwitte buik met streepjes, een oranje-gele borst en een gele snavel met een zwart puntje. Wat wil je als vogelaar nog meer ?
Krams
Het woord kramsvogel zet je aan het denken. Krams ? Gelukkig hebben we het Verklarend en Etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen (2004) nog. Het woordje krams, zo vermeldt het woordenboek, is te herleiden uit het oudhoogduitse woord kranawitu dat jeneverbes betekent. De relatie tussen de jeneverbes en kramsvogel is niet helemaal duidelijk. Het is mogelijk dat men zag dat kramsvogels vaak jeneverbessen aten of de dichte struiken gebruikten als nestplaats. . De Duitsers noemen de kramsvogel Wacholderdrossel. Vrij vertaald betekent dit jeneverbeslijster.
Voor meer info over de kramsvogel: