Ergens in het Reestdal staat een bijzondere plant. Fel oranjegekleurd te midden van duizenden goudgele stengels van de rogge. Wat deze roggelelie zo bijzonder maakt ? Niet het uiterlijk, het is een lelie zoals zoveel andere lelies. Ook niet z´n kleur, hoe mooi oranje die ook is. Nee, het is zijn aanwezigheid. Gewoon het feit dat ie er is. Spontaan opgekomen in een door Het Drentse Landschap ingezaaide es met winterrogge. Vlak bij de bloeiende roggelelie staat er nog één. Uitgebloeid en al half verdord. Twee roggelelies aan de Drentse kant van de Reest. Wat is hier zo bijzonder aan ?
Zo goed als verdwenen
De roggelelie is in ons land zo goed als verdwenen. Oorzaken? Verdwijnen van de roggeteelt, opkomst van de maïsakker, diep ploegen, kunstmest, verdwijnen van kleinschalige akkerbouw, dat soort dingen. Roggelelies houden van arme grond en dun gezaaide winterrogge. Het is een bolgewas, de bollen zitten vrij diep in de grond, zo´n 15 centimeter. Te diep ploegen, of het inzaaien van een ander gewas en het is gebeurd met de roggelelie. In de jaren ´90 ging men er van uit dat de plant in Nederland niet of nauwelijks meer voor kwam. Dat was in het begin van de vorige eeuw wel anders. Je kunt je het nauwelijks voorstellen, maar in Drenthe bijvoorbeeld werd de lelie gezien als een lastig onkruid. Soms kleurden akkers oranje van de roggelelies.
Kwetsbaar bolgewas
Roggelelies kunnen tot 90 centimeter groot worden en bloeien van half juni tot half juli. Ze houden van arme grond en kunnen niet goed tegen droogte. De grote opvallende bloemen zijn oranje van kleur en vallen in een goudgele roggeakker meteen op. Je loopt er niet gauw aan voorbij. Boven de bol vormt de plant aan de stengel broedbollen. Tijdens het ondiepe ploegen raakten die broedbollen los en worden verder in de akker verspreid. De ´moederbol´ blijft dan gespaard. Als een akker dan het jaar daarop braak komt te liggen, krijgen de nieuwe bollen de kans om zich te ontwikkelen en neemt het aantal bloeiende roggelies in de akker toe. Moderne landbouw en zware machines passen niet bij kwetsbare bolgewassen als de roggelelie. Diep ploegen is funest. Zware bemesting en gewasbescherming doen de rest. Nee, de roggelelie is niet een plant die zich thuis voelt in de moderne agrarische bedrijfsvoering. Hij moet het hebben van kleine akkertjes, die nog op een kleinschalige ouderwetse manier beheerd worden. Een organisatie die dat op kleine essen in het Reestdal doet is Het Drentse Landschap.
Actieplan gericht op herstel roggelelie
Afgelopen woensdag 3 juli 2019 vertelde Bertil Zoer van Het Drentse Landschap voor RTV Drenthe, dat de organisatie gaat proberen om de roggelelie, waarvan er dus nu maar twee in het Reestdal staan weer terug te brengen in het landschap. ´Honderd jaar geleden stonden er duizenden bloemen per veld, nu staan in heel Drenthe nog maar twee bloemen die hier op natuurlijke wijze zijn uitgekomen´
Om de populatie weer te laten groeien is een actieplan opgezet door Het Drentse Landschap, terreinbeheerders, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. Er wordt onderzocht waarom het aantal roggelelies niet toeneemt en welke omstandigheden er nodig zijn om het de bloem naar de zin te maken. Met mogelijke subsidies van onder andere de provincie en een crowdfundingsactie hoopt Het Drentse Landschap de bloem over 10 jaar weer volop terug te zien op akkers in het Reestdal en daarbuiten.
Je moet er voor naar Duitsland
Om meer dan twee roggelelies in een graanakker te zien bloeien moet je in juni/juli naar Duitsland. Zo´n 100 km ten zuidoosten van Hamburg ligt Govelin. Daar woont het echtpaar Bergmann dat op een kleinschalige manier is blijven boeren. In hun roggeakkers staan de roggelelies nog bij bosjes te bloeien. Liefhebbers en plantendeskundigen uit Nederland komen er regelmatig kijken. De Bergmanns worden in hun omgeving als ouderwetse boeren neergezet, maar bewijzen gewoon dat landbouw en natuur heel goed te combineren is.
Indicatorsoort
De aanwezigheid van roggelelies zegt ook iets over het lokale ecosysteem. Komt de roggelelie in het landschap voor, dan gonst het er ook van insecten, merk je ook al gauw dat de akkervogels niet verdwenen zijn en kleuren de bermen bont en blauw. Dit ecosysteem rond de oeroude akker, zoals we dat in ons land honderd jaar geleden nog op zoveel plekken kenden, het is er helaas nauwelijks meer. Je moet er voor naar natuurreservaten. Organisaties als Het Drentse Landschap en Landschap Overijssel zaaien ieder jaar op kleine essen (akkers) in het Reestdal winterrogge in. De akkers worden beheerd als vroeger. Een zesjarige cyclus, waarin de es een jaar braak ligt, geen gewasbeschermingsmiddelen, zo nu en dan een beetje stalmest en niet te diep ploegen. Hier zou het dan moeten gebeuren ! Wat Het Drents Landschap, samen met andere organisaties gaat doen om de oranje tinten weer terug in de rogge te krijgen is nog niet helemaal duidelijk. De kans , dat het een lastig proces wordt is groot. Een experiment van Staatsbosbeheer in het dal van de Drentsche Aa liep op een teleurstelling uit. Misschien dat het in het Reestdal wel wil lukken.