Verspreid over het Spookmeertje, maar vrijwel altijd veilig in het midden van de plas, verdwijnen zes kleine futen voortdurend onder water om even later weer boven te komen. Iedere dodaars ( want zo heet dit fuutje) heeft op het ven een eigen plekje. Soms zoeken twee dodaarzen elkaar even op, maar al gauw kiezen ze voor een individuele duik. Opvallend kenmerk is de korte, lichte achterzijde van de vogel. Vaak een beetje opgezet en zo te zien van zacht dons. Goed te zien voordat de vogel met de kont omhoog onder water verdwijnt. Het gedrag van een dodaars is erg leuk om te zien. Pak een kijker, ga zitten op een van de bankjes langs het Spookmeer, neem de tijd en je verveelt je geen moment. Bovendien zijn het mooie vogels, al is het winterkleed wat minder gekleurd dan het verenpakje in de zomer.
Dons op de aars
Een beetje gekke naam is het wel : Dodaars. Is het do-daars of dod-aars ? Om daar achter te komen grijp ik naar het Verklarend etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen. Daarin staat : ‘Het eerste element vinden we ook in de plantennaam lisdodde , met dod als synoniem voor dons. De gehele achterkant van de dodaars is gelijkmatig bedekt met donsachtige veertjes.’ Dat is dus duidelijk. Een kleine fuut met dons op z’n achterwerk. Het is dus dod-aars. Dons-aars had ook gekund.
Meer weten ?
Op internet kun je veel informatie vinden over deze vogel. Het aantal broedparen ligt in ons land waarschijnlijk rond de 2500. Als je ergens een dodaars ziet, zegt dat iets over de kwaliteit van het water, want ze zijn behoorlijk kritisch. Het water moet schoon zijn, met een rijk onderwaterleven van planten met daartussen larven, insecten, kleine visjes , slakjes e.d. Dodaarzen voelen zich veiliger in water met begroeide oevers. Het Spookmeertje blijkt aan deze eisen te voldoen.
Vogelbescherming over de dodaars
Allerlei gegevens op waarneming.nl