Zo, de ooievaarswintertelling is weer achter de rug. Nog nooit werden zoveel ooievaars in een winter waargenomen. Stichting STORK, die de telling elk jaar organiseert meldt op haar website dat in het weekend van 18 en 19 januari 2020 921 ooievaars geteld werden door 550 waarnemers. Er werden meerdere groepen waargenomen. De groep Reestdal-ooievaars was 138 exemplaren groot. ( geteld op zaterdag 18 januari). Zoals altijd verblijven de ooievaars in de natte hooilanden achter ooievaarsstation De Lokkerij ( De Schiphorst) en kun je ze goed zien en tellen vanaf de Lankhorsterweg. Sinds een paar weken hebben de ooievaars gezelschap van een roze pelikaan.
Waarom een telling in de winter ?
We denken heel vaak nog dat de ooievaar een zomergast is, een trekvogel die aan het eind van de zomer naar het zuiden trekt en in het voorjaar weer terug komt. Die gedachte klopt niet helemaal. Vroeger bleven ooievaars ook nog wel eens in de winter hangen, maar ze werden nooit geteld. Nu doen we dat wel, over een periode van twintig jaar zelfs. We weten dat jonge ooievaars wel allemaal naar het zuiden trekken, die hebben dus een duidelijke trekdrang. De ooievaars die in ons land de winter doorbrengen zijn vrijwel allemaal volwassen vogels. Vaak zie je ze op plekken waar veel voedsel te vinden is, zoals milieustraten met organisch afval of bij ooievaarsstations waar nog gevoerd wordt.
Zachte winters
In zachte winters blijven de volwassen ooievaars vaak in de buurt van hun broedplek. Ze kennen de omgeving en weten precies waar wat te halen valt. Ooievaars zijn opportunisten, ze pakken wat ze voor de snavel komt. Veel energie steken in voedsel zoeken doen ze niet. Het zijn consumenten van de makkelijke en snelle hap: regenwormen, insecten, muizen, mollen gaan er in als koek. Momenteel hebben veel gebieden last van muizenplagen, dus er is voedsel genoeg. Ook al is het winter. Het lijkt erop, dat de winters steeds zachter worden. De kans dat steeds meer ooievaars in ons land blijven is dan ook groot.
Stichting STORK geeft veel informatie over ooievaars in het algemeen en de ooievaar in Nederland in het bijzonder.