Wel eens gehoord van randnatuur ? Daarmee worden flora en fauna bedoeld op plekken waar het ene landschapstype overgaat in het andere. In goed bewaard gebleven beekdallandschappen komen die overgangen nog voor. De overgang van een houtwal in bloemrijk grasland is daar een mooi voorbeeld van. Of braamstruweel op de randen van de heide. De oever van de beek is ook zo’n rand. Bloemrijke akkerranden en begroeide esranden zijn vallen ook onder die categorie. En wat denk je van wegbermen ? Of een meidoornhaag? Van natuurranden is bekend dat ze barsten van het leven. Vaak zijn ze voedselrijk en bieden bescherming. Randnatuur kan een grote bijdrage leveren aan het herstel van onze tanende biodiversiteit. De aanleg ervan kost bijna niks.
Miljarden subsidie en veel is en blijft weg
Dat het in ons land vrij treurig is gesteld met flora en fauna is wel bekend. Wat wil je ook met meer dan 17 miljoen mensen in zo’n klein landje. Infrastructuur, bedrijventerreinen, nieuwbouw, noem maar op. Het kost allemaal (groene) ruimte. “In 20 jaar tijd is er in Nederland per saldo 59,2 duizend hectare bij gekomen voor wonen, werken en infrastructuur. Bijna 90 procent hiervan is nieuw woon- en werkterrein. ” ( bron: CBS) Bijna 60.000 ha ! Dat is qua oppervlakte groter dan de Noord O0st Polder. Maar aan de andere kant: van onze bodem is 16% bebouwd. Het allergrootste deel van Nederland is
landbouwgrond. (meer dan 60%) Voornamelijk intensief in gebruik. Hier wordt agrarische ‘topsport’ bedreven. Het aantal enthousiaste toeschouwers neemt steeds verder af. Er wordt namelijk geproduceerd voor de hele wereld. Melk, bloembollen, aardappelen en nog veel meer. Alles draait dus om productie. Het land is er helemaal op ingericht. Strak, kaal, droog en weinig variatie. De tol die we er voor betalen is erg hoog. Van de boerennatuur van vroeger is namelijk weinig meer over. Randnatuur is er nauwelijks meer. Het moderne boerenland is een dood en saai landschap. Steeds meer mensen hebben genoeg van die ecologische woestijnen. Nederlandse boeren ontvingen de afgelopen zes jaar bijna 2 miljard euro voor vergroening. Fiets door het agrarische landschap en je ziet wat er met deze bak subsidie is gebeurd. Vrijwel niets. Waar is dat geld gebleven ?
Voor de grote ontginningen
Hoe zag dat landschap eruit voordat de grote ontginningen begonnen ( eind 19e ,eerste helft 20ste eeuw) ? Onderstaande kaart geeft het antwoord. Het is een topografische kaart van de omgeving van Wijster (Drenthe). De kaart laat een stukje Drenthe rond 1900 zien. Met een beetje zoeken vind je het beekdal van het Oude Diep. Het landschap van zo’n honderd jaar geleden is voor veel natuurbeschermingsorganisaties het landschap dat ze graag terug zien. Een soort streefmodel. Het Reestdal is er een voorbeeld van. Door Landschap Overijssel en Het Drentse Landschap wordt dit kleinschalige beekdallandschap beheerd zoals de boeren dat vroeger ook deden. Andere beekdalen worden, voor zover dat kan, weer in oude glorie hersteld. Op veel locaties meanderen weer beken door het landschap en zijn landschapselementen als houtwallen, bosjes en poelen weer terug in het landschap. Met dank aan de klimaatverandering. Er moest waterberging worden gerealiseerd.
Wat vertelt de kaart uit 1900 ?
De groene gebieden zijn de stroomdalen. Houtwallen die loodrecht op de beek zijn geplant zorgen voor afscheiding. Ieder zijn eigen hooilandje. De beekdalen liggen als groene oases in uitgestrekte heide en veengebieden. Houtsingels vormen de rand tussen de hooilanden en de heide. Op veel plekken in de hei liggen verraderlijke moerassen en veentjes. Er is nog veel reliëf in het open landschap. Zandwegen zorgen voor verbindingen tussen de dorpen. De witte vlakken aan de rand van de dorpen zijn essen. Wat een prachtig landschap was dat !
Wat vertelt de foto uit 2020 ?
De foto ( bron: Google Earth) laat hetzelfde Drenthe zien als op de oude kaart uit 1900. De paarse heidevlaktes zijn allemaal verdwenen. Net als de beekdalen met hun visgraatstructuur van houtwallen. In plaats van kleine loopjes (beken) zijn er kanalen gegraven die overtollig water moeten afvoeren. Wat opvalt is een groot gebied van bossen en waterpartijen oostelijk van Wijster. Dat is Landgoed De Vossenberg. In 1918 werd hier een ontginningslandgoed gesticht van waaruit de woeste natuur in cultuur werd gebracht. Nu is het een prachtig natuurgebied in beheer bij Het Drentse Landschap. Kijkend naar de foto van nu is wel duidelijk dat alle overgangen van heide naar hooiland verdwenen zijn. Niet alleen hier. Bijna overal in Nederland zijn de unieke randen tussen beekdal en de heide op de flanken verdwenen. Behalve ………………………. in het Reestdal.
Unieke overgang aan de rand van De Wildenberg
Lopende langs de rand van de Wildenberg realiseer je je niet dat hier bijna sprake is van een ecologisch monument. Hier ontmoeten twee verschillende landschappen elkaar. Het laatste stukje heide van wat ooit het uitgestrekte Nolderveld was, het is er gelukkig nog. Net als de meanderende Reest en de natte hooilandjes. Hier komt het allemaal bij elkaar. Bijna nergens in ons land kom je zo’n overgang nog tegen. De rand wordt gevormd door een houtwal. Vroeger werden aan de randen van de heide houtwallen en houtsingels aangelegd om de schapen tegen te houden. Vanuit het hoger gelegen heideveld heb je een prachtig uitzicht over de hooilanden in het beekdal van de Reest. Wat een plek !