De heggenmus houdt niet van bladblazers en tegeltuinen

De heggenmus zoekt zijn voedsel op een humusrijke bodem

Ramses Shaffy zong het, maar de heggenmus denkt het :“Laat mij m’n eigen gang maar gaan”. Dit artikel gaat over een vogeltje, dat er wel is maar zich niet zo vaak laat zien. Zou dit onopvallende, maar erg mooie musje, dat overigens geen musje is, eerder een muisje, vragen wat zijn favoriete omgeving is, dan zou hij/zij waarschijnlijk antwoorden: ” Ik hou van struiken, heggen en hagen met daaronder een bodem waar ik op zoek kan naar lekkere hapjes. Probeer me maar eens te ontdekken in de buurt van houtwallen, tuinen, takkenbulten, parken en bosranden. Kijk dan vooral naar de grond !  Ik scharrel het liefst op plekken met een bodem waar het krioelt van insecten en spinnetjes. Maar laat me vooral met rust” 

De heggenmus heeft een blauwgrijze kop met een spits snaveltje. Ook de oranje pootjes vallen op.

Standvogel 

De heggenmus is vooral standvogel. Volgens de Sovon Vogelatlas van Nederland ligt het aantal broedparen in ons land rond de 200.000. In de winter krijgen we nog wat gasten uit Scandinavië en Noord-Duitsland. Het aantal heggenmussen ligt dan rond de half miljoen.

Biotoop 

Laten we eerst kijken waar de dichtheden het kleinst zijn. Heggemussen hebben nauwelijks belangstelling voor het grootschalige agrarische landschap, maar grote (staats) bossen mijden ze ook. De voorkeur gaat uit naar randnatuur in kleinschalige landschappen ( houtwallen, heggen en hagen), tuinen, parken, kleine bosjes, recreatiegroen e.d. Opmerkelijk is dat dit vogeltje het heel goed doet in de randstad. In de grote steden is het een echte cultuurvolger. Als er maar groen is.

Heggenmus op zoek naar insecten in de composthoop

De heggenmusvriendelijke tuin

Het basisvoedsel voor de heggenmus bestaat uit kleine insecten en spinnetjes. Als het moeilijk wordt om ze te vinden, gaan kleine zaadjes er ook wel in. Een heggenmus in de winter bij de voedertafel is niet uitzonderlijk, maar het bezoek zal kort zijn, de vogel houdt niet van openheid. Het is niet zo moeilijk om heggenmussen en andere vogels naar je tuin te lokken, maar daar moet je er wel wat voor doen. Beter gezegd, je moet veel dingen juist niet doen. Opruimen bijvoorbeeld. De heggenmus houdt van

De plantenborder in de winter zit vol met beestjes en zaadjes.

rommelhoekjes: kreupelhout, dichte vegetatie, een border met struiken en vaste planten, maar ook van een takkenhoop. Een dichte heg om de tuin of een schutting met klimop is perfect. Laat voorafgaand aan de winterperiode dood hout en bladafval liggen of gooi het in hopen bij elkaar. De plantenborders niet snoeien, tussen de afgestorven en bruine planten barst het vaak van kleine beestjes. Een composthoop ergens in een hoekje van de tuin, daar doe je een heggenmus een groot plezier mee. Met zijn puntige snaveltjes gaat ie daar op zoek naar lekkers. Bijgaande foto heb ik in de groentetuin gemaakt.

Groene tuinen en bomen zijn hier in de minderheid. Geen heggenmusbuurtje !

De anti heggenmustuin

Het is duidelijk dat je nooit een populaire vogeltuin krijgt als je met één van de meest stompzinnige uitvindingen ooit, de bladblazer, de hele bladrijke en voedselrijke bodemlaag uit je tuin blaast. Het kan nog erger: de tegeltuin. Daar is voor insecten, vogels en andere soorten helemaal niets meer te vinden. Lekker onderhoudsvriendelijk, zo’n stenen woestijn. Sterkte alvast in de volgende droge hete zomer ! De laatste tijd is er veel aandacht geweest voor tegeltuinen. Er werd zelfs een top tien van de meeste betegelde steden gepubliceerd. Onze regio deed het heel goed ! Veel plaatsen met een tegelpercentage van meer 70%. Heggenmussen zul je er niet vinden……. Hooguit een verdwaalde steenloper …………… Of een steenmarter misschien ?

Nachtegaal ?

Het is altijd leuk om te kijken waar een vogelnaam vandaan komt. Daar is het “Verklarend en etymologisch Woordenboek van de Nederlandse Vogelnamen” voor. Over de Prunella Modularis vind je hier de niet verrassende tekst dat “…… het vogeltje qua kleur en grootte aan een mus herinnert en dat het zich in heggen ophoudt en over de kale grond loopt……”. Er wordt echter nog iets vermeld en dat is toch wel opvallend: In de 18e en 19e eeuw wordt de vogel Haag-Mosch genoemd, maar gebruiken de vogelaars van die tijd ook een andere naam: Bastaardnachtegaal. Daar moet een reden voor zijn geweest. Het etymologisch Woordenboek vermeldt dat de heggenmus vroeger deze ‘erenaam” kreeg vanwege zijn aangename zang. De toevoeging ‘bastaard ‘ moest er aan herinneren …”dat de heggenmuszang het tegen die van de ‘echte’ nachtegaal moest afleggen…..”  Op Texel werd met bastaardnachtegaal een heel andere vogel bedoeld: de spotvogel. Dat lijkt veel logischer als je de deuntjes van deze drie vogels met elkaar vergelijkt. De heggenmus zal dit songfestival nooit winnen…….

Heggenmus in voorjaarszonnetje

Zang heggenmus

Zang nachtegaal

Zang spotvogel

Stille wateren en diepe gronden…….. 

Je zou het van zo’n onopvallend en wat verlegen vogeltje niet verwachten, maar het sexleven van de heggenmus barst in het broedseizoen van de intriges. Vreemdgaan, stalken, triootjes, verwaarlozing van het nageslacht, in de wereld van de heggenmussen zijn ze de schaamte allang voorbij.

Soms laat de heggenmus zich in alle rust fotograferen

 

This entry was posted in Fauna and tagged , . Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

*

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>