In deze wandeling van 13 km staat een beekdal centraal, dat veel meer aandacht verdient. Niet dat je er niemand tegenkomt, integendeel zelfs, maar dit oude boerenlandschap is op een aantal plaatsen nog zo uniek en relatief onaangetast, dat je je soms waant in het oude
Drenthe van rond 1900. Hier loop je door het esdorpenlandschap , dat je nog kunt herkennen aan kleine brinkdorpen begrensd door essen, met vlak in de buurt een beekdal met kruidenrijke hooilandjes. De aangrenzende heidevlaktes zijn in cultuur gebracht en verdwenen.
Mooie start
De wandeling meteen al goed: de prachtige brink van esdorp Oud-Aalden, terecht al jaren geleden veilig gesteld als beschermd dorpsgezicht en nog steeds met dat uitzicht over de Aalderes, al is het jammer dat die ruimte deels wordt gebruikt voor bollenteelt. Weinig
mensen weten dat de provincie Drenthe met de 2000 ha ( 4000 voetbalvelden!) aan bollenteelt de vierde provincie van Nederland is. Ook dat is Drenthe, maar dat terzijde. Om de route te beginnen lopen we naar de rand van het dorp waar wandelknooppunt 36 staat, het begin van de route. Je duikelt hier direct het kleinschalige landschap in met houtwallen, graslandjes en de traag stromende Westerstroom. Of moeten we deze watergang hier nog net Aalderstroom noemen ?
Meerdere namen
Deze beek begint ten noordwesten van Aalden, loopt dwars door de bebouwing en verandert dan van naam in Westerstroom. Nu we toch bezig zijn. De Westerstroom verandert na landgoed De Klencke in Boksloot. Het gekke is, dat er eigenlijk twee
Westerstromen zijn, vanaf Aalden parallel lopend naar het zuiden. Een herstelde meanderende en een vroeger gekanaliseerde beek . Dan is er nog een beek, die op de achtergrond een rol speelt. Dat is het Drostendiep, waarmee de Westerstroom halverwege verbonden is. Het Drostendiep kom je tijdens de wandeling bij Landgoed De Klencke tegen. Het is een oersaaie kaarsrecht getrokken beek, stromend door een nog saaier agrarisch landschap. Gelukkig zijn er grote plannen met dit gebied. Het beekdal van het Drostendiep wordt heringericht. De website van de provincie Drenthe vermeldt: De herinrichting van het Drostendiep zorgt voor een klimaatbestendig watersysteem, natuurontwikkeling en goed waterbeheer voor de landbouw en de natuur met ook kansen voor recreatie in het gebied.” We zullen zien.
Weinig verval
De meeste beken die vanaf het Drents Plateau stromen hebben weinig verval, kolkende watermassa’s ga je niet aantreffen. Aalden ligt op een hoogte van bijna 14.3 meter boven NAP. Het punt waar de Westerstroom als Boksloot afwatert in de Verlengde Hoogeveensche Vaart ligt 13.7 meter boven de zeespiegel. Een verschil van 60 centimeter over een afstand van ongeveer acht kilometer. Dat is niet erg spectaculair. De website AHN ( Actueel Hoogtebestand Nederland) is een bezoek meer dan waard. Zoek de plek op waar je woont en kijk op welke ( veilige) hoogte je huis staat. Wel praktisch bij al die studies en rapporten over de stijging van de zeespiegel.
Tussen essen en beekdal
Na het verlaten van het dorp Aalden passeer je een interessant zijdalletje van de Westerstroom. Dat is het beekdal van De Stroeten, in beheer bij Het Drentse Landschap.
Je kunt er helemaal omheen lopen, maar dat maakt deze wandeling wel vier kilometer langer. Wij houden het bij het beekdal van de Westerstroom. Als gauw loop je op een bijzonder zandpad. Het pad vormt een eeuwenoude grens tussen es en beekdal. Deze scheiding van natuur en cultuur staat centraal in deze route. Vroeger waren de hoog gelegen essen en de hooilandjes langs de beek belangrijke elementen in het agrarisch bestaan. Ze leverden gewassen als rogge, gerst en boekweit en hooi voor het vee. Die tijd ligt ver achter ons. Nu is mais op de es het hoofdgerecht en zijn de hooilandjes eigendom van Natuurmonumenten.
Van boerenland naar natuur
Een aantal jaren terug was de Westerstroom een kaarsrecht slootje, dat slechts één taak
had: water zo snel mogelijk afvoeren. Nu liggen de kaarten anders. Vanaf 2005 kwam een grote operatie op gang. De beekdalen ten zuiden van Meppen, Aalden en Zweeloo werden ingericht als klimaatbuffer. In extreem natte periodes moeten hier honderdduizenden kubieke meters water worden vastgehouden om stroomafwaarts een heleboel ellende te voorkomen. Alleen al in het beekdal van de Westerstroom werd meer dan 1000 ha landbouwgrond omgezet in (natte) natuur. De beken kregen weer meanders, verdwenen houtwallen werden opnieuw aangeplant, poelen werden gegraven, enz. Het landschap zag er weer een beetje als vroeger uit.
De Klencke
Het zuidelijk deel van de tocht gaat over het 630 ha grote Landgoed De Klencke. In de verte ligt het esdorp Benneveld. We steken kort na elkaar twee watergangen over. De eerste is Het Drostendiep. Het watertje was ooit een mooie beek, maar nu niet meer dan een lelijke sloot. Een stuwtje regelt de waterstand. Kilometers verder naar het zuiden watert het Dorstendiep af in het Stieltjeskanaal bij Coevorden. De intensieve landbouw zal blij zijn met dit watertje. Moderne boeren houden niet van natte landerijen. In droge zomers worden ze op dit beheer vaak afgerekend. De bossen op Landgoed De Klencke zijn oud en sfeervol, net as de prachtige lanen. Het beheer is in handen van Natuurmonumenten en dat geldt ook voor de hooilandjes in het zijdal van de Westerstroom. Het terrein kent een bijzondere geschiedenis, want in de middeleeuwen stond hier al een adellijk huis.
Hooilandjes en houtwallen
Wat in veel Drentse beekdalen opvalt is het “visgraatmodel”. Op oude topografische kaarten van rond 1900 is die structuur goed te zien. Houtwallen werden vaak loodrecht op de beek aangeplant. Op die manier werd het beek begeleidende hooiland in vakjes verdeeld. De houtwallen dienden dan niet zozeer als veekering, maar eerder als
eigendomsgrenzen. Het ene hooiland is ook groter dan het andere. Een andere taak is minder bekend. Als in natte winterperiodes het beekdal onder water liep, hielden houtwallen en andere landschapselementen de stroming van het water wat tegen. Hierdoor kreeg meegevoerd slib de kans om te bezinken. Dit proces maakte het grasland vruchtbaar. Goed kruidenrijk hooi was goed voor het vee en zorgde voor een hogere opbrengst van melk en boter.
Droog
Wat veel beekdalen in ons land gemeen hebben, is dat ze omringd worden door ontwaterde intensief gebruikte landbouwgronden. Het zijn in feite natuureilandjes. Voor kwetsbare beekdalen is verdroging een ramp. Natuurmonumenten probeert nu door de aankoop van landbouwgronden een vochtige bufferzone te creëren. Het zal een proces van lange adem zijn. Het aankopen van gronden op de randen van een beekdal heeft nog een
ander doel. Als daar vernatting optreedt komt in de laaggelegen hooilanden meer kwel naar boven. Dit grondwater is arm aan stikstof, maar rijk aan mineralen. Veel planten profiteren hiervan. Voorbeelden van kwel minnende flora zijn dotterbloem, holpijp, waterdrieblad, enz. Tijdens de wandeling loop je steeds over de grens tussen natuur en boerenland. Het verschil tussen deze twee werelden is erg groot. Als de landbouw op de essen gaat verduurzamen en de grondwaterstanden omhoog gaan, zal de grens vervagen. Flora en fauna zullen hiervan profiteren.
Wandelroute
De route is uitgezet via het Wandelnetwerk Drenthe. De wandeling begint bij knooppunt 36 op de brink van Oud-Aalden.
Je volgt dan de knooppunten:34- 35-26-16-17-18-04-03-02-01-14-15-47-48-49-25-36-34. De lengte van de wandeling is ongeveer 13 km.