Aandacht voor een distel ? Dat is toch onkruid, zo’n lastige vervelende prikplant, die je liever niet dan wel hebt ? Nee, het valt niet mee om als distel door het leven te gaan. Opboksen tegen vooroordelen en aannames, dat moet je. Veel mensen hebben niets met distels. Net als brandnetels. Prikken doen ze inderdaad, maar je moet eens weten hoeveel insecten er van afhankelijk zijn. Tegenwoordig is het trendy om bijenmengsels te zaaien, bloemrijke akkerranden en natuurakkers aan te leggen. Prima ! Maar de echte insectenvrienden onder de planten zijn de distels.
Veel soorten insecten
Henk van Halm ( overleden in 2011) hield voor Trouw meer dan veertig jaar een natuurdagboek bij. In een van zijn artikelen breekt hij een lans voor de distels :
“Ik ben van de gewone soorten nagegaan welke insecten ik er de laatste tien jaar op heb gezien. Zonder intensief onderzoek te hebben verricht kwam ik op de akkerdistel niet minder dan zeventien dagvlindersoorten en twee overdag vliegende nachtvlinders tegen. Verder zeven opvallende keversoorten, waaronder een aantal boktorren en de zeldzame gouden tor, alle gewone hommelsoorten, een lange reeks zweef- en wapenvliegen en een handvol bijzondere wespvliegen.”
De naam kale jonker
Een van de meest opvallende distels is de kale jonker. Alleen de naam al is apart. Het bijvoeglijke naamwoord kaal heeft de plant te danken aan de wat magere stengel zonder bladeren. Het zelfstandige naamwoord jonker doet denken aan de vroegere betekenis : edelman. Kaal betekent berooid. Dus een armoedig adellijk personage. Keek men in de tijd dat planten hun naam kregen ook al zo neer op de familie van de distels en zag men deze plant met z’n lege stengel als armoezaaier ? Ik kan het nergens vinden. De Latijnse benaming Cirsium Palustre is wel met zekerheid uit te leggen. De website van IVN Oisterwijk zegt het zo:
“Cirsium komt van het Griekse kirsos, dat gezwollen ader of spatader betekent. Vroeger werden distels als remedie daartegen gebruikt, vandaar de naam.Palustre duidt aan dat we met een moerasbewoner hebben te maken.” De Friezen noemen de plant houtstikel.
Bloeitijd
Kale jonkers bloeien al in mei, maar de massale bloei kun je zien in de periode juni tot september. In de hooilanden langs de Reest vallen ze direct op. Niet alleen door hun lengte ( soms tot een hoogte van wel anderhalve meter), maar ook door hun talloze paarse bloemen. Kale jonkers houden van vochtige plekken en de bodem moet niet te voedselrijk zijn. Erg kieskeurig zijn ze ook weer niet, want behalve in niet bemeste gras-en hooilanden kom je ze ook langs bosranden of op ruige landjes tegen. Als de bodem maar vochtig is.
Ecologische betekenis
Net als andere distels trekken de kale jonkers veel insecten. Voor vlinders als
koninginnenpage en het bonte dikkopje zijn het waardplanten. Voor de eerste generatie zilveren manen ( we zijn trots op deze populatie in het Reestdal) is de kale jonker een belangrijke nectarplant. Maar ook ‘gewone’ vlinders als het bruin zandoogje bezoeken vaak kale jonkers.
Veel informatie:
Mocht je meer willen weten over deze mooie distel, dan zijn deze sites misschien een optie:
Ecopedia, een mooi Belgische site die veel kennis met je wil delen