Op het heideveld ligt een dode ree. Het arme dier heeft zich te pletter gelopen tegen een raster. Onder normale omstandigheden springt een ree met het grootste gemak over zo’n barrière heen. Maar nu niet. De kans is groot dat het dier in paniek was. Opgejaagd misschien, door een loslopende hond ? We zullen het nooit weten. Het vinden van een dood dier is verre van leuk. In ons land land sterven maar weinig grote zoogdieren een
natuurlijk dood. De grootste moordenaar heet verkeer. Jaarlijks worden hier zo’n 6000 reeën dood gereden. In heel Europa sterven per jaar zo’n 194 miljoen vogels en 29 miljoen zoogdieren door wegverkeer. Dat zijn erg trieste cijfers. Ook al worden weinig dieren op een normale manier oud, de dood is wel onderdeel van het ecosysteem. Dood doet leven.
Aaseters in het ecosysteem
Aas is een dood dier. Kadavers van dieren zijn buiten bronnen van mineralen, vitamines, water en bouwstoffen. Je staat er versteld van hoeveel dieren daar weer van profiteren. Vooral van grotere dieren. Een paar voorbeelden ? Ik haal ze uit brochure “Dood doet
Leven” van Ark Ontwikkeling. “De zware botten van grote kadavers vormen in kalkarme landschappen decennialang een bron van mineralen. Ook het vlees is langer beschikbaar dan dat van kleine kadavers. In de winter levert dit wekenlang voedsel voor roofdieren, die zich door de lange ligtijd het aas eten eigen kunnen maken. Zeker voor onervaren roofdieren is aas een welkome voedselbron. Ook vormt het krachtvoer voor roofvogels tijdens de trektijd en voor dassen aan het eind van een winterrust. Een groot kadaver biedt de mogelijkheid om voedselvoorraden aan te leggen. Dit hamstergedrag is onder andere bekend van raven: hun snel groeiende jongen hebben veel voedsel nodig in korte tijd”.
Weinig energie
In bovenstaande tekst worden er al een paar genoemd, maar er zijn er veel meer. De meeste dieren zijn geen fulltime aaseters, maar eten van een kadaver als het toevallig zo uitkomt. Het eten van aas heeft een groot voordeel. Het kost weinig energie om het te bemachtigen. Een vleeseter moet onder normale omstandigheden meer energie uit zijn prooi halen, dan de energie die het kost om die prooi te vangen. Als dat niet lukt verzwakt het dier.
Onderzoek
In België, Duitsland en Nederland is in een aantal natuurgebieden negen jaar lang onderzoek met wildcamera’s gedaan. Daarbij werden aangereden dode dieren gebruikt als aas ( zoals ree en edelhert) Het resultaat van het onderzoek was verrassend. Maar liefst 18
soorten zoogdieren en 77 vogelsoorten gingen aan tafel. Directe aaseters voeden zich met het dode dier, indirecte aaseters zijn er ook. Die eten bijvoorbeeld van insecten op het kadaver. Elf roofvogelsoorten bleken te foerageren op kadavers, net als vijf soorten uilen en drie soorten spechten. Het gaat niet alleen om vlees. Een aantal vogelsoorten waaronder kraai, spreeuw en koolmees pikten haren weg om te gebruiken als nestmateriaal. De komst van de wolf in ons land is voor aaseters gunstig. Wolven eten hun prooi namelijk nooit helemaal op.
Vandaag is de livestream van het project Dood doet Leven van ARK Natuurontwikkeling en Staatsbosbeheer online gegaan. De livestream vanuit de Gelderse Poort geeft je een uniek kijkje in de oneindige cyclus van leven en dood. Net als vorig jaar ligt er een ree voor de camera. Het ree is doodgegaan als gevolg van een aanrijding. Het laten liggen van grote dode dieren in de natuur is ongebruikelijk in Nederland. Dood doet Leven zet zich in voor de terugkeer van dode dieren en grote aaseters in de natuur. Zo worden aangereden dieren niet verwijderd, maar teruggebracht naar de natuur waar zij vandaan komen. Een van deze dode reeen ligt nu voor de camera van Buitengewoon.