Heel makkelijk loop en fiets je er aan voorbij. Goed waarnemen is sowieso een vaardigheid. Vaak staan ze massaal in de bermen en opvallen doen ze dan nog niet, al worden ze vaak hoger dan een meter. Een beetje lekker ruiken en een heleboel stuifmeel produceren, daar zijn ze behoorlijk goed in. Ze vallen bij de meeste mensen onder de term “onkruid”. Waar hebben we het over ? Het gaat hier over een plant, waarvan wordt beweerd, dat soldaten in de Romeinse Tijd de bladeren gebruikten om hun vermoeide voeten te verzorgen: de bijvoet.
Bijvoet in de natuurakker
Een mooie plek om bijvoet eens wat beter te bekijken is de natuurakker bij boerderij ‘t Ende aan De Stapel. De akker is in het voorjaar ingezaaid met boekweit, zomergranen en een mengsel van akkerkruiden. De boekweit is (bijna) uitgebloeid en door de slagregens tegen de bodem gedrukt. Bij granen, zoals winterrogge noemen ze dit legeren. Planten die de akker nu bevolken zijn o.a. akkerdistel, duizendknoop , slangenkruid, hennepnetel, margriet en haagwinde. Echt dominant zijn twee andere planten: de knopherik, die erg op bladrammenas lijkt en de bijvoet. Vooral de bijvoeten kun je niet missen, die komen echt met hun kop boven het maaiveld uit. Soms bijna twee meter hoog ! Vrijwilligers hebben een aantal planten langs het pad verwijderd, zodat het uitzicht over de vlinderrijke akker nog blijft bestaan.
Allergeen
De bloemetjes van bijvoet zijn erg klein. Ze kleuren een beetje bruin/rood. Bijvoet is een windbloeier. Nou, dan weet je het wel. De mannelijke bloemen produceren heel erg veel stuifmeel in de maanden augustus en september. Helaas is dit stuifmeel behoorlijk allergeen. Ander gezegd, het is een ramp voor je als je gevoelig bent voor deze pollen. De website Flora van Nederland zegt er dit over : “De mannelijke bloeiende bloemetjes geven enorm veel pollen af dat door de wind wordt verspreid. Deze pollen zijn sterk allergeen en daarmee is de Bijvoet tijdens zijn bloeitijd van augustus tot september een van de belangrijkste kruidachtige hooikoortsplanten. Een allergie voor bijvoetpollen gaat vaak samen met een allergie voor selderij, peterselie, wortel, venkel, komijn, dille, paprika en anijs. We spreken dan van kruisallergieën” ( Flora van Nederland)
Makkelijk herkenbaar
Draai een geveerd blad eens om en je ziet een duidelijk kenmerk van de plant. De onderkant van de bladeren is namelijk zilverkleurig en behaard. De kaarsrechte stengels zijn niet glad, maar gegroefd. Als je bijvoet uit de grond trekt, zie je dat de plant zich heeft ontwikkeld uit een kluwen van wortelstokken. Een plant in alle rust bekijken, we doen het te weinig. Het levert veel op. Lettend op de bloemen, de bladvorm, de stengel, de grootte, de locatie waar de plant zich thuis voelt, je kennis van de plant neemt toe en daarmee ook het respect en de bewondering. Het woord onkruid krijg je niet meer over je lippen. Je gaat ook op een andere manier waarnemen als je een plant inmiddels kent. Het is net als de auto die je net gekocht hebt. Ineens blijken heel veel andere mensen precies hetzelfde merk te rijden. Was je nooit opgevallen !
Bijvoetpad
Nu laten we de bijvoet staan, of erger nog, we zien hem niet eens staan. Dat was vroeger wel anders. In de prehistorie werd bijvoet (waarschijnlijk) gegeten als groente. In andere culturen verbrandde men de bladeren van de plant om de muggen weg te jagen. In de Middeleeuwen werd gedacht dat bijvoet de duivel op afstand hield. Genoeg redenen om een leuke link te maken tussen de bijvoet en vroegere tijden: Het Bijvoetpad , een rondwandeling over de Drentse Hondsrug vanaf het Hunebedcentrum in Borger.
Meer info over de bijvoet vind je hier:
- Over de plant zelf met veel foto’s
-De geneeskrachtige eigenschappen van bijvoet