De haas. Of is het toch het haas ? In het normale taalgebruik zeggen we de haas. In kringen van de jacht wordt het lidwoord het gebruikt. Een fragment uit een tekst van de website jagersvereniging.nl : “Het haas is overwegend in de nacht en vooravond actief; in het voorjaar en zomer ook in de schemering en overdag. Hij leeft solitair en is sterk plaatsgebonden. Overdag verblijven hazen vaak in een leger, een vaste ondiepe verblijfplek in de vegetatie of beschutting” Voor de hazen in ons land zou het gunstig zijn als zij die zo graag spreken van het haas een andere hobby kozen, want het gaat met de haas niet goed. In november 2020 werd het dier op de Rode Lijst met bedreigde diersoorten geplaatst en van de bejaagde soorten afgehaald. Dat de haas sinds de jaren ’50 met meer dan 50% in aantal is afgenomen, ligt niet alleen aan de jacht. Er zijn meer oorzaken. Maar dat er wat aan de hand is, is duidelijk. In april 2022 werd door de overheid bekend gemaakt dat er niet gejaagd mag worden op konijnen en dat in de provincies Groningen, Limburg en Utrecht niet op hazen mag worden gejaagd. In de overige delen van het land is beperkte jacht op hazen wel toegestaan. De hazenpopulatie is overigens wel wat aan het stabiliseren.
Stress is funest
In deze maand, juni 2022, verscheen Het boek van de kleine dieren (en de wat grotere) van Kirsten Dorrestijn. Als voorpublicatie van dit boek schreef ze in Dagblad Trouw ( 10 juni 2022) het artikel ”Als is de haas nog zo snel, de vijand achterhaalt hem wel”. Het stuk bevat opmerkelijke feiten en verhalen. Zo is de komst van kunstmest en de daarop volgende aftakeling van het kleinschalige boerenlandschap de grote oorzaak van de achteruitgang van de populatie. Hazen zijn kruideneters en voelen zich niet thuis is grote monoculturen met alleen maar raaigras. Bovendien verdwenen allerlei rommelhoekjes, bosjes en houtsingels en kwamen er steeds minder plekken waar je je als haas goed kon verstoppen. Gelukkig kan een haas heel erg hard lopen, een plaats in de top tien van de snelst rennende dieren ter wereld zegt genoeg. Ziektes, jacht en stress spelen ook een rol. Martijn Wetering promoveerde in 2018 ( PDF kun je downloaden) aan de Wageningen Universiteit op hazen. Hij deed o.a. onderzoek naar stress bij hazen veroorzaakt door predatoren en jacht. Een Canadees onderzoek vermeldde dat foetussen van een haas weer in het lichaam werden opgenomen na het zien van een hond. Honden hebben bij andere zoogdieren een groot verstoringseffect. Realiseert de hondeneigenaar die in de natuur de hond (en) altijd los laat lopen dit ? ( Ook van dassen is bekend dat stress afbraak van foetussen kan veroorzaken)
Wat kun jij doen om het de hazen wat aangenamer te maken?
Meer dan je denkt. Begin bijvoorbeeld eens met het kopen van biologische zuivel. Alle supermarkten bieden dit aan. Prijsverschillen met de “gewone” zuivel zijn niet groot en
worden alleen maar kleiner als meer consumenten voor biologische producten kiezen. Biologische boeren bieden op hun land meer ruimte voor biodiversiteit, in graslanden staan kruiden, bestrijdingsmiddelen en kunstmest worden niet gebruikt. Nog iets. Bermen of stroken met kruiden en grassen niet te vaak maaien. Twee keer per jaar is genoeg en het maaisel weg halen. Het aantal kruiden zal toenemen. De hazen zullen er van profiteren.
Het zoogritueel
In het artikel wordt verteld dat zoogdieronderzoeker Sim Broekhuizen over een periode van 13 jaar onderzoek deed naar de relatie tussen jonge hazen en de moederhaas. Tijdens dagenlange observaties kwam hele bijzondere dingen aan het licht. Hier volgt een deel van de tekst uit het artikel in Dagblad Trouw van 10 juni 2022: “Op een dag tipte een jachtopzichter me dat een boer in de uiterwaarden van Brummen jonge haasjes op zijn land had gevonden. Hij had het hele land gemaaid, behalve de pol gras waarin de jonge haasjes lagen. Ik ging met mijn medewerker kijken en we besloten te blijven. We hebben ze de hele zoogperiode geobserveerd, een maand lang, 24 uur per dag. In een caravan aan de rand van het weiland sloegen we apparatuur op, zoals warmtecamera’s.
Ze ontdekten dat de jonge haasjes eenmaal in het etmaal worden gevoed, op de plaats waar ze geboren zijn. ’s Avonds kwam de moederhaas eraan en werden de jongen gezoogd. Dat gebeurde een uur na zonsondergang. De jongen verspreidden zich naarmate ze ouder werden na het zogen steeds meer, ze trokken naar de randen van het weiland, maar drie kwartier na zonsondergang verlieten ze hun schuilplek om terug te keren naar de plek waar ze waren geboren – ook toen de graspol eenmaal gemaaid was. “Een kwartier later kwam dan steevast de moeder aangehuppeld. Dat zogen duurde gemiddeld een minuut of drie. Dan keken de jongen nog even van: ‘Is het echt afgelopen?’ en daarna verdwenen ze weer.
Om te achterhalen of het zoogritueel uniek was voor dit nest of algemeen bij hazen, volgden Broekhuizen en collega’s nog zo’n 25 andere nestjes. Steeds bleek de moederhaas een uur na zonsondergang de jongen te zogen. “De jonge haasjes gingen voor die tijd al bij elkaar zitten. Als ze wat ouder waren, hadden ze soms de neiging om naar de moeder toe te hippen zodra ze haar zagen aankomen, maar dat werd niet geaccepteerd. De moeder ging precies terug naar de plaats waar ze de jongen had geworpen. Het is belangrijk dat zo’n jong haasje daar op tijd is, want anders moet hij vierentwintig uur wachten voordat hij weer melk krijgt.”
Hazen in het Reestdal
De kans dat je hazen tegenkomt in de natte hooilanden grenzend aan de Reest is niet zo groot. Ze zitten meer op de wat hogere flanken van het beekdal. In heideterreinen , zoals het Rabbingerveld en Takkenhoogte voelen hazen zich erg goed thuis. Net als in de graslandjes en akkertjes van het kleinschalige beekdallandschap. Als er maar snel dekking te vinden is en genoeg te eten. De foto’s zijn allemaal in het Reestdal gemaakt.