De Reest en de Geul zijn allebei beken. Bij een wandeling door het Geuldal blijken de verschillen groot. Neem nou eerst het woordje “beekdal”. Als er ergens in Nederland een beek in een dal ligt, dat is het wel de Geul. Het begrip beekdal is hier volledig op zijn plaats. Je moet dalen om bij de Geul te komen en je moet weer omhoog om de beek te verlaten. En de stroomsnelheid bijvoorbeeld. Die is bij de Geul veel groter. Dan kan ook niet anders, want de Reest heeft een verval van 6 meter over een afstand van 37 kilometer, terwijl de Limburgse beek een hoogteverschil kent van meer dan 200 meter over een afstand van bijna 60 kilometer. De Reest kabbelt en de Geul klettert. Het water van de Geul is helder en
zuurstofrijk, het water van de Reest is troebel en zuurstofarm. De bodem van de Reest bestaat uit veen, die van de Geul uit zand. Ook de oorsprong is verschillend. De Reest is van nature een hoogveenbeek, een stroompje dat vroeger zijn bovenloop had in de uitgestrekte hoogveengebieden van Noordoost Overijssel en Zuidoost Drenthe. Nu begint de Reest op een wat gekunstelde manier ten noorden van Dedemsvaart. De Geul heeft zijn oorspronkelijke bron(nen) nog. Die liggen in België. In het gehucht Lichtenbusch begint de Geul in de kelder van een boerderij. De Reest mondt uit in het Meppelerdiep, de Geul doet dat in de Maas. Er zijn nog veel meer verschillen te noemen, maar misschien is het ook wel aardig om eens naar wat overeenkomsten te kijken. Beide beken zijn nog redelijk onaangetast. Gelukkig zijn ze niet zoals zoveel beken in ons land over de hele loop rechtgetrokken en gekanaliseerd. Beide beekdalen zijn ook erg populair bij wandelaars. Het Geuldal heeft meer bekendheid en kent ook meer toerisme, maar genieten van een prachtig beekdallandschap kun je in beide beekdalen. Toch wint het Geuldal als het gaat over landschappelijke veelzijdigheid, hoe kleinschalig en afwisselend het Reestdal ook is. Misschien is dit wel het mooiste beekdal van ons land. Om maar wat typisch kenmerken te noemen: bronnen,hollewegen,beekjes,graften,bossen,struwelen,heggen,boomgaarden,vakwerkhuizen,watermolens, enz. Het ene plekje is nog mooier dan het andere. En dan natuurlijk die uitzichten over het prachtige Limburgse heuvelland. Zuid-Limburg is hét wandelparadijs van Nederland!