Als hongerige wolven zie je ze de bloeiende takken van de wilg afstruinen. Het zijn vooral honingbijen en hommels die van bloem naar bloem dansen op zoek naar stuifmeel en nectar. Uitgehongerd zijn ze. Een wilde bij of een hommel die in maart uit de overwinteringsplek komt, heeft nectar en stuifmeel nodig om aan te sterken. Wilgenkatjes
zijn dan een ideale voedselbron. Maar dan moeten ze er natuurlijk wel zijn. Het gaat in delen van ons land niet zo goed met de wilg. In het agrarisch landschap verdwijnen ze ongemerkt, net als veel andere boomsoorten. Bij de aanleg van plantsoen kiezen gemeentes vaak voor makkelijke uitheemse struiken of groenblijvers. Juist nu insecten het erg moeilijk hebben is er alles voor te zeggen om te kiezen voor bomen en struiken die in het voorjaar veel nectar leveren. Elzen en hazelaars bloeien in het vroege voorjaar ook, maar dat zijn windbestuivers. Insecten hebben er nauwelijks belangstelling voor. Nectar maken deze bomen niet of nauwelijks. Beter kun je in je tuin kiezen voor struiken als sleedoorn, meidoorn en vuilboom. Dat zijn echte nectarleveranciers.
Meer weten over hommels ? Lees hier dan de boswachtersblog van Pauline Arends. Hier vertelt ze ( Pauline is bekend van het natuurprogramma Roeg, dat wekelijks verschijnt op RTVDrenthe) over het bijzonder leven van een hommelkoningin.
Tien soorten
In Drenthe en Overijssel komen zo´n tien soorten wilgen voor. Boswilgen bloeien al heel vroeg in het voorjaar, laurierwilgen bijvoorbeeld pas in juni. Wilgen zijn tweehuizig. Dit wil zeggen, dat je mannelijke en vrouwelijke wilgen hebt. De mannelijke wilgen met hun gele meeldraadkatjes vallen vaak op afstand al op. De bloemen ( nou ja, bloemen) hebben honingkliertjes en maken veel stuifmeel.
De gele mannelijke katjes leveren veel stuifmeel en weinig nectar en de groene vrouwelijke katjes leveren veel nectar en geen stuifmeel. Stuifmeel is een bron van eiwit nodig voor de ontwikkeling van gezonde jonge bijen. De suikerhoudende nectar is een bron van energie voor de volwassen bijen. Sommige wilde bijen halen het voedsel voor hun larven zelfs uitsluitend van wilgen, zodat voor deze soorten geldt: geen wilgen, geen bijen. (bron: artikel over relatie tussen wilgen en bijen van nmf Groningen )
Lees ook:
De grauwe wilg is een insectenbloeier
Naar aanleiding van bovenstaande: wij zijn een volkstuinvereniging met zo’n 50 knotwilgen. Hoe kunnen wij die zo knotten dat we de bijen niet benadelen in hun voorziening van stuifmeel en nectar?
Met dank en vriendelijke groet,
namens volkstuin Vinkhuizen Groningen
bert meelker
Niet allemaal tegelijk, en niet te vaak. Knot pas als je denkt dat de takken anders te zwaar worden om te hanteren of dat de wilg door het gewicht gaat scheuren