Op een paar kilometer (loop)afstand van infocentrum De Wheem in Oud-Avereest beheert Het Drentse Landschap de unieke natuur van Meeuwenveen/Takkenhoogte, Wildenberg, het Nolderveld en Rabbinge. Veel (natte) heide, maar ook bosjes, braamstruwelen, water, moeras, rietkragen en oude bomen. Niet voor niets zegt de organisatie dat de uitgezette wandelroute door dit gebied een van hun mooiste routes is. Vroeger was het allemaal
woeste grond, levensgevaarlijk nat veenmoeras, waar je alleen kwam als je daar een heel goede reden voor had. Het Drentse Landschap doet veel moeite om deze reservaten zoveel mogelijk te verbinden. Ga staan op de uitkijkbult van Takkenhoogte en je zult zien, dat dit al aardig is gelukt. Vrijwilligers binnen het Drentse Landschap volgen de vogelstand al jaren op de voet. Ze zijn niet de enigen.
Takkenhoogte/Meeuwenveen/Wildenberg wordt ook regelmatig bezocht door
enthousiaste vogelaars, die het leuk vinden om hun waarnemingen met anderen te delen. Eén van hen is Henri Timmer uit Balkbrug. Misschien is Henri wel de meest ervaren waarnemer, want vanaf de ontwikkeling van het reservaat Takkenhoogte, eind jaren’90, loopt Henri hier al met zijn kijker en aantekenboekje rond. Inmiddels staat de teller op iets meer dan 160 (!) soorten. Ik spreek Henri op de rand tussen het Meeuwenveen en Takkenhoogte. We hebben vanaf die plek een schitterend uitzicht op de hei.
Henri, we zitten hier op Takkenhoogte, een vogelrijk gebied , wat is het bijzondere van Takkenhoogte ?
‘Dat is de grote verscheidenheid in biotopen. Hier voor ons zie je water, heide, er staan bomen en struiken, maar ook kale vlaktes. Voor iedere vogel is er wel wat. De kneu bijvoorbeeld voelt zicht thuis in de open vlakte, maar de merel zie je daar niet, die houdt meer van bomen. Boven het water en de heide vliegen veel insecten en daar komen de zwaluwen op af, je ziet ze hier veel. Hier komen ook veel libellen voor, dus zie je hier ook de boomvalk vliegen. Veel verschillende biotopen betekent ook veel verschillende vogels.’
Het kwartaalblad van Het Drentse Landschap nummer 95 (september 2017) besteedde een artikel over ‘ Vogels van de Reest’. In het totale gebied van 300 ha komen jaarlijks rond de 70 soorten tot broeden, waaronder acht Rode lijstsoorten. De transitie van mais- en aardappelland naar (nieuwe) natuur blijkt hier dus erg succesvol.
Je kunt je het nauwelijks voorstellen, maar dit was nog niet zo lang geleden boerenland. Blijkbaar kun je in korte tijd een vogelparadijs creëren.
‘Ja, zo rond 2000 is hier zo’n 60 centimeter bemeste grond weggehaald. Toen was hier erg veel zand en modder. Je zag hier toen allerlei steltlopers, maar toen alles begroeid raakte verdwenen die ook weer. Zo zie je, dat als een biotoop verandert bepaald vogels verdwijnen, maar andere juist komen. Ik kwam hier al naar vogels kijken toen de machines nog bezig waren om het gebied in te richten. Je zag hier toen de kleine plevier. Die zie je hier nu niet meer. Ik vind het wel mooi als een gebied voortdurend verandert. Mensen moeten niet te veel ingrijpen, laat de natuur maar haar gang gaan. Ik kom hier nu zo’n twintig jaar en op mijn vaste rondje
Takkenhoogte/Meeuwenveen, Wildenberg en Spookmeertje heb ik tot nu iets meer dan 160 soorten gezien. Ik zie dat als één gebied. Je komt erg veel verschillende soorten landschappen tegen. Al mijn gegevens zet ik op waarneming.nl Ik vind het zelf erg leuk om een lijstje van waargenomen vogels bij te houden. Op een aantal websites kun je mijn waarnemingen ook wel vinden.’
Met welke vogels heb je wat ? Ik kan me voorstellen dat je ook soorten hebt, waar je elke keer weer enthousiast van wordt.
‘Ja, die zijn er wel. De ijsvogel bijvoorbeeld, die heb ik al heel vaak gezien, maar dat blijft
mooi. En dan het steenuiltje natuurlijk. Ik ben coördinator van een steenuilenwerkgroep en controleer kasten en ring de jongen. Ik heb hier wel eens een goudvink op een besneeuwde tak gezien. In de winterzon. Dat vergeet je nooit weer. We zitten nu op deze plek te praten, maar op de achtergrond hoor je de koekoek en de wielewaal. Er ook vliegt hier ook van alles voorbij, kneutje, grasmus, geelgors.’
Je merkt tegenwoordig wel, dat het kijken naar vogels en vogelfotografie een beetje door de massa wordt opgepakt. Kun je mij uitleggen wat het mooie aan vogels kijken is ?
‘Het gaat niet alleen om de vogels, maar ook om de natuur. Bij mij in de buurt weet iedereen wel dat ik vogelaar ben. Ze vragen me steeds vaker als ze een vogel hebben gezien die ze niet kennen. Ik vind het leuk om mijn hobby met mensen te delen en ze enthousiast te maken voor vogels. Een mooi voorbeeld was mijn ontdekking afgelopen winter van een Humes bladkoning, bijna 50 meter van mijn huis. Toen zijn er meer dan 140 vogelaars uit alle delen van Nederland naar Balkbrug gekomen. Dan praat je met mensen die je van de website waarneming.nl alleen van naam kent. Daar komt dan een gezicht bij. Mooi om ervaringen en vogelnieuwtjes uit te wisselen, leuke gesprekken gehad. Ik vond het prachtig ! Allemaal mensen met dezelfde passie.’
Dit deel van het Reestdal is een prachtig gebied om naar vogels te kijken,
maar kom je ook op andere ‘hotspots’? Heb je favoriete plekken?
‘Ik ga vaak naar het Lauwersmeer. Daar probeer je dan steeds nieuwe plekken te ontdekken. Het Zuidlaardermeer is ook zo’n gebied. De Vreugderijkerwaard bij Zwolle, het Staphorsterveld , prachtige vogelrijke gebieden. De nieuwe bypass van de IJssel bij Kampen is ook schitterend mooi. Het is allemaal natte natuur. Daar zie je vogels die wij hier niet hebben. Al die soorten steltlopertjes en eendensoorten, die kom je in onze regio niet tegen. Het landschap verandert voortdurend. Een gebied bijvoorbeeld dat gegraven is voor waterberging trekt in het begin heel veel steltlopers. Maar dan komt het riet en dan verdwijnen ze weer en komen er andere vogels voor terug. Vogels veranderen met het landschap mee. Die dynamiek is erg mooi om te zien.’
Vaak zie je vogelaars sjouwen, volgehangen met zware, lange telekanonnen, allemaal op zoek naar die ene opname, of gewoon lekker genietend van het buitenzijn met het idee ‘ik zie wel wat er op mijn pad komt ‘. Zeulend met apparatuur zul je Henri niet tegenkomen. De bescheiden camera die hij bij zich heeft verdwijnt in het niet bij die van vele anderen, maar dat wil niet zeggen dat de foto’s, die hij maakt niet mooi zijn. De vogelfoto’s bij dit artikel zijn van Henri’s hand en dat zegt genoeg. Misschien is hij wel wat te bescheiden…..
Je noteert altijd je waarnemingen, maar je maakt ook vaak foto’s.
‘Ik ben geen fotograaf, maar ik heb wel een lichtgewicht camera waar ik heel erg blij mee ben. Ik maak altijd toevalstreffers. Ik ga niet met zo’n zware telelens heel lang op een bepaalde plek zitten, ik fotografeer wat ik voor de lens krijg. Ik heb niet alle soorten die ik gezien heb ook gefotografeerd, maar in de loop van de jaren heb ik toch al een behoorlijk verzameling opgebouwd.’
Wat is het leuke aan vogels ? Dat ze kunnen vliegen ?
‘Ook. Maar ze kunnen erg mooi zingen en hebben vaak prachtige kleuren. Dat geluid van zo’n koekoek en de wielewaal, dat is toch geweldig om te horen ? En dat ze in het voorjaar terug komen. Elk jaar weer. Hoe meer ik van vogels kom te weten, hoe nieuwsgieriger ik word. Neem nou zo’n koekoeksjong. Komt helemaal alleen uit een nest en moet ook in z’n eentje naar Afrika vliegen. Of die oeverzwaluwen in de wand hier op Takkenhoogte. Elk jaar komen ze terug. Die kleine details vind ik prachtig.’
Toekomst is veelbelovend
Er zijn vogels die meer doen dan alleen maar vliegen en voedsel zoeken. Die hebben namelijk een boodschap. Ze hebben wat te vertellen. Hun aanwezigheid zegt namelijk iets over de kwaliteit van het gebied. Over de variatie in het landschap bijvoorbeeld, of over de grootte van de biodiversiteit. Neem de grauwe klauwier of de boomvalk. Beide vogels voelen zich in dit deel van het Reestdal thuis. Dat zegt veel. Het zijn kieskeurige vogels die niet met minder genoegen nemen. De lat ligt hoog .Het voedselaanbod moet gevarieerd of hoog zijn, het landschap moet precies passen bij hun wensen. Vogels als rode wouw, tapuit, paapje, blauwe kiekendief en klapekster worden regelmatig korte of langere tijd gezien. Het toont de grote schoonheid en rijkdom op deze Drentse flanken van het Reestdal aan. De natuur zal zich hier blijven ontwikkelen. Vogelsoorten zullen komen en ze zullen gaan. Vogelaars als Henri zullen zich in dit unieke landschap blijven verbazen en verwonderen. En zij niet alleen.
Op de website heidehuisje.nl vind je een lijst van alle soorten die Henri en andere vogelaars in de afgelopen jaren op Takkenhoogte hebben gezien.
https://www.heidehuisje.nl/waarnemingen-vanaf-het-erf/