Vraag een buitenlandse toerist wat hij/zij van het Nederlandse landschap vindt en je hoort dat het zo onvoorstelbaar gevarieerd is. ´Reis door jullie mooie land en je ziet het voortdurend veranderen´, wordt vaak gezegd. Wel eens door Zweden gereden ? Honderden kilometers autoweg met aan weerszijden bos, bos en nog eens bos. Noord-Frankrijk ? Graanvelden tot aan de horizon, er lijkt geen eind aan te komen. Die grote aaneengesloten monotone landschappen hebben we hier niet. Wat we wel bezitten is een
klein land met maar liefst negen verschillende landschapstypen, ( bron: Compendium voor de Leefomgeving) ingedeeld vanuit geografische oogpunt (bodem en water). Een paar voorbeelden: heuvelland, laagveengebieden, droogmakerijen, zandgebieden, kustzone, enz. De variatie is nog groter als je binnen zo´n landschapstype gaat kijken naar de ontwikkeling van het gebied. De kustzone kent bijvoorbeeld kwelders, duinen en strand. Of neem als voorbeeld de zandgebieden. Daar is de diversiteit aan landschappen nog groter: beekdalen, essen, heide, zandverstuivingen, bossen, enz. Hierover vind je meer op de website Geologie van Nederland.
Onder druk
De vraag is alleen of we die diversiteit in stand kunnen houden. Een aantal (kwetsbare) landschappen staat onder grote druk. Indirect ook de flora en fauna. Dit heeft meerdere oorzaken. Twee belangrijke zijn de klimaatverandering en de energietransitie.
Klimaatverandering
Twee warme en droge zomers. En daar tussen in een winter (2018/2019) met te weinig neerslag. De maand juli 2019 was de warmste maand ooit gemeten. ‘Puur toeval, er is niets aan de hand. Vroeger had je ook hele droge zomers.’ zal de klimaatontkenner zeggen. We weten inmiddels wel beter. De aarde warmt op. En snel ook. Voor de Nederlandse natuur heeft dat grote gevolgen.Voor beekdalen als het Reestdal is het code rood als deze ontwikkeling doorgaat. De Reest is van oorsprong een veenbeek. Het watertje stroomde ooit door enorme uitgestrekte natte hoogvenen. Van die woeste
gronden is niets meer over, maar de bodem van het beekdal heeft nog kenmerken van vroeger. Onder de natte hooilanden en moerasbosjes ligt nog steeds een veenpakket. Bij extreem lange periodes van droogte zakt de grondwaterstand en droogt het veen uit. Veen dat opgedroogd is herstelt nooit meer. Bij de afbraak van de veenresten komen allerlei voedingsstoffen vrij waardoor de schrale bodem voedselrijker wordt. In combinatie met droogte is dit funest voor de karakteristieke schrale hooilandflora. ( dotterbloem, echte koekoeksbloem, ratelaar, holpijp e.d.) Als we dit unieke biotoop verliezen heeft dat ook weer gevolgen voor de insectenwereld. En die heeft het al zo moeilijk. Een voorbeeld: de zeldzame vlinder zilveren maan legt haar eitjes op moerasviooltjes. Bij verdroging van het hooiland is het weg viooltje en indirect verdwijnt dan ook de zilveren maan. Planten zijn de bakermat van
het bestaan van heel veel insectensoorten. Naast natte en schrale hooilanden is ook het voortbestaan van hoogvenen, trilvenen en natte heide in gevaar. Geïsoleerde hoogveenreservaten als Engbertsdijksvenen zijn van regenwater afhankelijk. Nog een paar droge jaren en de boel is kapot.
Op weg naar duurzame energie
Ten zuiden van Dedemsvaart wordt gebouwd aan het windmolenproject ‘De Veenwieken’. Tien grote windmolens worden neergezet in een open en strak ingericht agrarisch landschap. Weinig mensen zijn er blij mee. Ook al levert een windturbine schone energie, het open landschap is verpest.
Op veel locaties worden zonneparken aangelegd. ‘Zonneparken’ hoe verzin je het. De gemeente Hardenberg maakt het nog bonter: ‘Als voorwaarden heeft de gemeente dat een zonnepark in de omgeving en het landschap moet passen’ Een zonnepark is bij voorbaat een lelijk geheel en past natuurlijk nooit in een landschap. Het enorme areaal aan dakoppervlak in de gemeente. Is daar onderzoek naar gedaan? Wat opvalt bij bestaande zonneparken is dat ze vrijwel nooit door beplanting zijn begrensd. Zonnepanelen omringd
door een haag van meidoorn en sleedoorn bijvoorbeeld heeft veel voordelen. Goed voor de biodiversiteit en in het landschap vallen de rijen panelen veel minder op. Duur is dit allemaal niet. En de zon kan er makkelijk bij. Waarom doen we dit niet ? Op veel locaties in ons land wordt het landschap gedomineerd door windturbines. De IJsselmeerdijk tussen Urk en Lemmer bijvoorbeeld. Meer dan 80 supergrote turbines bepalen je uitzicht. Energielandschappen: we moeten het maar accepteren. Het levert wel veel landschapspijn op.