Een knotwilg is deels mensenwerk. Vaak is het een schietwilg die een paar meter boven de grond wordt teruggesnoeid. Lang geleden al ontdekte men dat je met de buigzame takken (tenen) hele mooie dingen kon doen: boerengeriefhout om te gebruiken bij het vlechten van manden, of het maken van fuiken. Men denkt dat het knotten van bomen voor onze jaartelling al in gebruik was. De grillige vorm van een rij knotwilgen in een winters landschap heeft kunstenaars altijd aangesproken. Vroeger en nu nog steeds. In dit artikel een greep uit de knotwilg in de kunst.
Dit is het eerste artikel uit een driedelige serie over de knotwilg.
Drago Pecenica
“Die bomen lijken op mij. In 1992 ben ik naar Nederland gevlucht met mijn vrouw en dochter toen het oorlog was in Bosnië. In Oosterbeek zaten we in een asielzoekerscentrum. Daar zag ik voor het eerst knotwilgen. Ik voelde verwantschap met deze bomen, zo kaal geknot en teruggebracht tot de kern. Bij mij was alles weggevallen, ik had niks meer en wist niet wat er van het leven moest worden. Maar ik probeerde positief te zijn, misschien moest ik door deze loutering heen. Net als die bomen kan ik weer gaan bloeien. Mijn uitgangspunt is: zoals je denkt, zo is je leven.’ Drago Pecenica, kunstenaar uit Nijkerk, is helemaal gek van knotwilgen. Talloze schilderijtjes maakte hij van de boom, die zo symbool staat voor zijn leven, bijeengebracht in het prachtige boek Boom van het leven. “Ik laat me vooral inspireren door de natuur met karakteristieke bomen als hoofdobjecten”.
Vincent van Gogh
Drago Pecenica is niet de enige kunstenaar die inspiratie haalt uit een grillige knotwilg. Wat te denken van Vincent van Gogh ? In 2012 koopt het Van Gogh Museum voor 1,5 miljoen euro de ‘Knotwilg’. Het is een aquarel, die de kunstenaar maakte in Den Haag in juli 1882.Het werk toont een weggetje langs een sloot waaraan een knotwilg staat. Op de achtergrond zijn de remisegebouwen van het Haagse station Rijnspoor zichtbaar. Van Gogh kwam deze plek tegen op een van zijn vele tochten in de omgeving van zijn huis. De waterverftekening van de knotwilg wordt gezien als een belangrijk werk in de ontwikkeling van de schilder. De conservator van het museum vertelt:“Tot die tijd
maakte hij vooral figuurstudies en werken in zwart-wit. Toen schakelde hij opeens over naar landschappen en stadsgezichten en werken in kleur.” In de zomermaanden van 1882 had de arme Van Gogh ineens wat geld, maar geen modellen voor handen. Met het geld kocht hij water- en olieverf, en begon hij bij wijze van experiment landschappen te schilderen in de directe omgeving van zijn woonplaats. Van Gogh had een zwak voor knotwilgen. In het begin zag Vincent knotwilgen als dankbare onderwerpen om zijn techniek van figuurtekenen te verbeteren. Naarmate hij ouder werd schilderde Vincent vaak verweerde of eenzame bomen in een stil en verlaten landschap. Misschien was de knotwilg ook voor hem de metafoor voor het weerbarstige, door tegenslagen geplaagde leven.
De Haagse School
In de tijd van Vincent van Gogh ( 2e helft 19e eeuw) trokken schilders van de Haagse School veel aandacht. Deze kunstenaars werden vooral geïnspireerd door de School van Barbizon. De schilders van deze Franse kunststroming brachten in het buiten Parijs landelijk gelegen dorp Barbizon de zomer door. Ze trokken met hun schildersmaterialen de bossen in om in de buitenlucht te schilderen. Ze gaven de schoonheid van het landschap weer zonder het te verfraaien. De geschilderde landschappen, vaak met ingetogen kleuren, geven een beeld van het Nederland voor de industriële samenleving. Het is goed mogelijk, dat schilders als Jozef Israëls, Anton Mauve en Willem Mesdag vol weemoed aan het werk waren in de wetenschap dat die mooie landschappen zouden verdwijnen.
Rembrandt
Bekendheid als landschapsschilder kreeg Rembrandt niet. Zijn specialiteit lag op andere terreinen. Naast schilderijen maakte Rembrandt honderden etsen.Daar zit ook een knotwilg bij: de heilige Hieronymus bij een knotwilg.