In de midzomer komt op open plekken in natte of vochtige laagten de massale bloei van de kleine zonnedauw voor. Dat zou je niet zeggen van een plantje dat op de lijst van beschermde planten staat. Bij het woord beschermd denk je niet direct aan massaal. Niet direct twee begrippen die bij elkaar horen.
Het kwetsbare van alle drie voorkomende zonnedauwsoorten in ons land heeft alles te maken met ontwatering en daling van de grondwaterstand. Daardoor is de kleine zonnedauw op veel plekken verdwenen. In het(zuid)oosten van Nederland komt “Drosera Intermedia” gelukkig nog wel op veel locaties voor,maar de doorsneewandelaar ziet er weinig van. De meeste locaties liggen in natuurgebieden omgeven door bordjes met teleurstellende titels als “rustgebied,geen toegang” of “natuurreservaat, verboden toegang”, op plekken dus waar je,ook al ben je jarenlang lid van de club, niet mag komen.
De kleine zonnedauw voelt zich erg goed thuis op natte hoogveen -en heidegronden. Natuurontwikkelingsprojecten kunnen positief voor zonnedauwsoorten zijn. Bij het verwijderen van de voedselrijke bovenlaag (als landbouwgronden worden omgevormd tot natuur) kunnen vochtige vlaktes ontstaan die voor zaden van zonnedauw gunstig zijn. Dan zijn de kleine zonnedauwplantjes pioniersplanten, die voordat ze door de nieuwe heide worden overwoekerd, een paar jaartjes de kans krijgen om te overleven.
Op bepaalde locaties in het Reestdal zijn stukje heide machinaal of handmatig geplagd en daar vind je zonnedauw. Of op een plek waar veel grond is afgegraven om weer een stukje moerasbos te laten ontstaan. Als de omstandigheden maar vochtig en niet te voedselrijk zijn. De groei van kleine zonnedauw kan plaatselijk dan behoorlijk explosief zijn. Honderden exemplaren staan dan in velden bij elkaar, de roodbruine kleur van al die duizenden kleine blaadjes valt dan echt op, vooral als de avondzon er doorheen schijnt.
Zonnedauw spreekt tot ieders verbeelding,omdat het plantje “vlees eet”. Het klinkt nogal gevaarlijk,in de praktijk valt het allemaal wel mee. Alleen insecten zijn slachtoffer van de vangtechniek van zonnedauw. De bodem waarop de zonnedauwsoorten leven mag dan rijk zijn aan vocht, de armoede aan voedingsstoffen in de grond is groot. Vooral stikstof,fosfor en kalium ontbreken vaak en dat zijn net de stoffen die een plant nodig heeft om eiwitten te kunnen maken. Het produceren van glucose en zetmeel lukt nog wel, zonnedauw bezit bladgroenkorrels en beheerst het proces van de fotosynthese, maar het opbouwen van eiwitten levert problemen op. De oplossing bevindt zich aan de rand van de blaadjes: kleine uitgroeisels, het lijken wel tentakeltjes, met daaraan een druppel vocht. In het zonlicht lijkt dit vocht op dauw,maar in de zonnewarmte verdampt het niet. Sterker nog, als het warm wordt produceren de tentakels nog meer vocht! Voor dorstige insecten ziet een veldje zonnedauw er erg aantrekkelijk uit:honderden roodbruine blaadjes met duizenden glinsterende druppeltjes.
Dus zweven en fladderen er vaak muggen,vliegen,vlinders en libelles boven het gevaarlijke terrein. Het lessen van de dorst wordt dan een spartelende en martelende doodstrijd! De dauwdruppeltjes blijken te bestaan uit een soort lijm. Als het insect een druppeltje heeft aangeraakt komt het nooit meer los! En spartelen helpt niet! Hoe meer het dier beweegt, des te meer druppeltjes zich met het strijdende insect verbinden. Uiteindelijk rolt het blad zich om het insect heen. De dauwdruppels bevatten een enzym, dat eiwit uit het insectenlijf oplost. Het lijkt wel wat op ons maagsap, dat ook een eiwitafbrekend enzym bevat. Het slachtoffer van een zonnedauwplantje lost dus eigenlijk langzaam op en sterft naar alle waarschijnlijkheid een vreselijke dood. Uiteindelijk blijft alleen het uitwendige pantser over. Het blad gaat dan weer open en het lege omhulseltje wordt door de wind weggeblazen of valt op de grond.
Als je op een warme zonnige zomerdag een veldje kleine zonnedauw opzoekt,dan zie je al gauw dat er op meerdere plaatsen geleden wordt. Kijkend over deze “killingfields” ben je dan getuige van talloze drama’s op macro-niveau. Een stervend koolwitje,soms tegen beter weten in nog wat spartelend, de kadavers van libelles, veel dode vliegen en een lieveheersbeestje dat onwetend tussen de zonnedauwblaadjes doorwandelt. De laag-bij-de-grond vangmethode van de kleine zonnedauw is erg effecief,maar je moet er wel voor op je knieën om het te zien.
Heeft de kleine zonedauw nog een positieve kant? Jazeker, voor de mens in ieder geval. Het plantje bevat geneeskrachtige stoffen tegen prikkelhoest.
A.Vogel bijvoorbeeld levert Drosera D2 en Drosera Complex om alle vormen van hoest tegen te gaan.
voor meer foto’s over de kleine zonnedauw,klik hier: http://nl.fotoalbum.eu/reestdalalbum/a326309
Voor info over A.Vogel product,klik hier: http://www.avogel.nl/webwinkel/producten/drosera_complex_druppels.php