De Steenen Pijp of Katingerbrug

Je hebt er vanaf een bankje een prachtig uitzicht over het Reestdal.  De plek staat bekend als de Steenen Pijp. Als je over de Ommerweg van Balkbrug naar Zuidwolde rijdt (andersom mag ook) passeer je een mooie nieuwe (fiets)brug. Het beekje dat je oversteekt is de Reest, de grens tussen Overijssel en Drenthe. Het is ook de grens tussen de gemeentes Hardenberg en De Wolden. Aangezien er behalve een bank ook een infopaneel staat moet het wel een bijzondere plek zijn.

Voorde 

Ooit lag op deze plek een doorwaadbare plek (voorde) waar je de Reest kan oversteken. Dat soort mogelijkheden gaf de Reest bijna niet. Overal was het drassig, je zakte al snel weg in het moeras. In de wintermaanden kon je een oversteek helemaal wel vergeten. Het Reestdal veranderde dan in een grote watervlakte. Om van Overijssel in Drenthe te komen  was nauwelijks mogelijk. Op slechts drie plekken kon je de Reest oversteken : bij Meppel, Dickninge en hier vlak bij Den Kaat.

Katingerbrug of De Steenen Pijp over de Reest

Ommerschans 

De aanleg van de Ommerschans  ( 1622, in de tachtigjarige oorlog) is de aanleiding tot het bouwen van een (houten) brug. De schans wordt gebouwd om het noorden te beschermen tegen oprukkende Spaanse soldaten en ander rondtrekkend tuig. De Schans heeft regelmatig aanvoer van materialen en voedsel nodig en dat moet uit het Drentse Zuidwolde komen.  Een brug over de Reest is dan wel noodzakelijk. Na veel gedoe komt die brug er ook. De weg er naar toe wordt verhoogd. De brug wordt gebouwd op de plek waar het beekdal het smalst is. Het is dan 1628.

augustus 2014 brug De Steenen Pijp wordt gesloopt en vervangen

Van hout naar steen 

De houten brug over de Reest krijgt het gedurende de jaren behoorlijk te verduren. De brug staat dan bekend als de Katingerbrug. Politiek gezien is de 17 eeuw een onrustige periode. In 1672 bijvoorbeeld wordt de Republiek aangevallen door vier mogendheden. Populair  zijn we blijkbaar niet in die tijd. Twee keer moet de brug onklaar gemaakt worden om de vijand tegen te houden. In de 18e eeuw zijn het de Fransen die voor onrust

Kaart Reestdal : alleen op de zandruggen was bewoning mogelijk

zorgen. Over een periode van zo’n 130 jaar weet je als reiziger daar bij Den Kaat nooit goed waar je aan toe bent. Vaak moet je weer door de voorde om aan de overkant te komen, omdat de brug niet bruikbaar is. Uiteindelijk,  rond 1760 komt er een steenen brug. Deze brug is met enige regelmaat herstel en/of vernieuwd. In 2014 wordt het bouwwerk gesloopt en komt er naast een fietsbrug een nieuwe Katingerbrug. Die gaat nog wel wat jaren mee. Uit het verhaal blijkt maar weer dat politieke instabiliteit en het niet functioneren van bruggen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. In de Tweede Wereldoorlog was dat niet anders.

Er zijn twee boeiende artikelen over De Steenen Pijp geschreven. Het ene is geschreven door Werner ten Kate , het andere door Henk Jan Krikke ( Historische Vereniging Avereest) Deels hebben deze ook als bron voor dit verhaal gediend.

 

Posted in Vroeger en nu | Tagged , | Leave a comment

Boek over Ruilverkavelen rond Zuidwolde : “De Reest overleefde zes aanvallen”

Bij Prolander kun je kosteloos een interessant boekwerkje aanschaffen waarin het grensriviertje de Reest een belangrijke rol speelt. De uitgave heet “Ruilverkavelen rond Zuidwolde ” en biedt een historisch overzicht van de ruilverkavelingen rond dit mooie Drentse dorp vanaf de jaren veertig tot 2017. Omdat de Reest een spelbepalende rol bij deze ontwikkelingen is geweest is er een speciaal hoofdstuk ( Het verhaal van de Reest) gewijd aan de geschiedenis van het Reestdal. Opmerkelijk in het verhaal is de lijst van zes (!) plannen om de Reest te normaliseren met als doel het waterpeil in de hand te houden. Steeds ging zo’n Reestplan niet door en kroop het beekje door het oog van de naald.

Op deze website later meer over deze bijzondere ontwikkelingen.

Het boek is te bestellen bij info@prolander.nl onder vermelding van naam en adres.

Posted in Geen rubriek | Leave a comment

Eerst de hazelaar, straks de zwarte els

Hazelaar in bloei

Pollenallergie ?  Dan kun je in zachte wintermaanden je lol wel op.  Windbloeiers als hazelaar en els produceren dan miljarden en miljarden stuifmeelkorrels en dat ga je merken. De hazelaar is de eerste boom die in bloei komt. In een zachte winter bungelen in december al ontelbare meeldraadkatjes in de wind. In kale houtsingels vallen die geelgekleurde “snottebellen” op.  Minder zichtbaar is de vrouwelijke bloeiwijze.

Hazelaar mannelijke en vrouwelijke bloeiwijze

De website Flora van Nederland zegt er dit over: De vrouwelijke bloemen zitten met drie tot vier stuks in een klein knopjes bij elkaar in de oksels van bladeren. Tijdens de bloei zijn de rode stijlen met de stempels te zien; ze vallen dan pas echt op. Na bevruchting groeien de vruchtbeginsels uit tot een noot. Deze is aanvankelijk omgeven door een klokvormige gesloten krans van ingesneden schutblaadjes, die niet veel groter zijn dan de vrucht of noot zelf. De Hazelaar is pas na 10 jaar volwassen en gaat dan vrucht dragen. 

Eénhuizig en tweehuizig 

De zwarte els bloeit later. Ook deze boom hangt dan vol meeldraadkatjes. Net als

De bessen zitten aan de vrouwelijke hulst

de hazelaar heeft de boom mannelijk en vrouwelijke bloemen. Dat wordt éénhuizig genoemd. Beide geslachten onder hetzelfde dak. Niet alle bomen zijn eenhuizig. De hulst bijvoorbeeld is tweehuizig. Je hebt mannelijke en vrouwelijke hulstbomen. Alleen uit de vrouwelijke bloemen groeien na bestuiving vruchten.  Een vrouwelijk bloem heeft namelijk een vruchtbeginsel. Wil je een hulst met rood/oranje bessen in de tuin ? Koop dan geen mannelijke hulst !

Hazelnoot en kegel

Bij de hazelaar en de els springen de mannelijke bloemen (de gele katjes) het meest in het oog. Om aan de boom de vrouwelijke bloemen te bekijken moet je wat dichter bij de boom gaan staan.  De vrouwtjes zijn veel kleiner en rood van

zwarte els : mannelijke en vrouwelijke bloeiwijze en proppen

kleur. Ze spelen tijdens de bestuiving een bescheiden en onopvallende rol. Maar als ze bestoven zijn verandert dat. De mannetjes verpieteren en vallen af, maar de vrouwelijke bloemetjes ontwikkelen zich  tot vrucht. Hun glorietijd komt dan nog ! Bij de hazelaar is de vrucht een hazelnoot en bij de els een groene kegel. In het najaar vallend de hazelnoten af en worden bijna allemaal door muizen opgegeten. De groene kegel bij de els wordt donkerder en tussen de schubben groeien zaden. Als de vrucht rijp is en zaadjes kan produceren weten vogels als putter, groenling en sijs deze donkerbruine kegels wel te vinden.

Zwarte els in bloei

 

Posted in Flora | Tagged | Leave a comment

Oud-IJhorst

Oud-IJhorst aan de Reest

Om een prachtig uitzicht over het beekdal van de Reest te hebben moet je achter het kerkje van Oud-IJhorst zijn. Daar is behalve dit “hemels uitzicht” nog meer te zien. De plek staat bol van historie. Als je het maar wilt zien : een monumentaal kerkgebouw uit 1823, een oude klokkenstoel , graven van adellijke families ,een pastorie uit 1841 en natuurlijk de Reest die hier al eeuwen door het landschap kronkelt. 

De kerk van Oud-IJhorst

De kerk van IJhorst 

Het gehucht IJhorst stelde eeuwenlang niet zo erg veel voor, zo’n 16 boerderijen. Er was een schooltje en men kon naar de kerk, want die stond er al in de 13de eeuw. Vanuit het klooster Zwarte Water bij Hasselt werd dit kerkje gesticht. De kerkgangers kwamen niet alleen uit IJhorst, maar ook uit De Wijk  en Schiphorst. Ook de bewoners van de havezate Havixhorst en het klooster van Dickninge beleefden er hun geloof. Tot 1611 werd in het kerkgebouw de katholieke mis gevierd, daarna waren het de protestantse gelovigen die er ter kerke gingen.  Het gebouw is regelmatig opgeknapt, maar is zowel aan de binnen- als buitenkant vrijwel in oorspronkelijke staat. Vele kerkenpaden leiden naar dit mooie kerkje van IJhorst.

Kerkenpad 't Allee

Gelukkig zijn die niet allemaal verloren gegaan. Een bekend kerkenpad is ‘t Allee. De bewoners van de Schiphorst, de Havixhorst en Dickninge maakten er gebruik van. ‘t Allee is een van de oudste en mooiste lanen/paden in het Reestdal. De oude eiken langs het pad zorgen voor een bijzondere sfeer.

Reestbruggetje achter pastorie : poort naar Drenthe

Unieke plek

Het kerkje dat er nu staat dateert uit het jaar 1823. De omgeving is uniek. Het kerkhof grenst aan de hooilanden van de Reest en achter de kerk heb je een prachtig uitzicht over het Reestdal. Landschap Overijssel plaatste er drie infopanelen. Je leest er info over de oude pastorie, de aalstal en de  geschiedenis van dit stukje Reestdal. Staande achter de kerk (die wat hoger ligt ) heb je een prachtig uitzicht over de Reest die hier nog heerlijk door het beekdal meandert. Landschap Overijssel promoveerde deze locatie als een plek met een “hemels uitzicht “. Overdreven is het niet, maar er zijn wel meer plekken in het Reestdal met een bijzondere kijk over het beekdal.

Klokkenstoel

Opvallend is de klokkenstoel. In Overijssel komt je vrijwel nergens klokkenstoelen tegen.

De klokkenstoel van IJhorst

Deze stoel staat met zijn poten op grote zwerfkeien. Dat zie je ook niet overal. Een klokkenstoel werd gebouwd als de kerkelijke gemeente de bouw van een toren niet kon betalen. Een noodoplossing dus. In 1403 stond er naast het (houten) kerkje al een klokkenstoel. Op de klok stond:

MARIA BEN IK GHEHETEN 

DE KARSPEL VAN DEN IJHORST HEEFT MIJ DOEN GHETEN

MCCCCIII 

In de 18e eeuw (1780) kwam er een andere klok, gegoten in Amsterdam. Omstreeks 1822 werden afspraken over het luiden van de klok gemaakt.  De klok mocht  worden gebruikt bij brand, om de tijd aan te geven en natuurlijk bij kerkdiensten en overlijden. Alleen de klokkenluider mocht dit doen. Op overtredingen stond een boete. Deze traditie werd tot in de 20e eeuw voortgezet. In de tweede wereldoorlog hoorde  de Duitse bezetter niet alleen de klok van IJhorst luiden, maar wist helaas ook waar de klepel hing. De klok werd gejat. In 1946 werd duidelijk dat de klok was omgesmolten en niet weer terugkeerde. In Heiligerlee werd een nieuwe klok met een waarde van ongeveer 3000 gulden besteld. (bron : Webring Reestdal) De huidige klokkenstoel is in 1823 naast het kerkgebouw neergezet en in 1989 gerestaureerd en staat op de Rijksmonumentenlijst.

Klokkenstoel IJhorst is rijksmonument

Graven met een verhaal 

Op het kerkhof zijn de familiegraven van twee families te vinden. Op het oude deel aan de noord west zijde van de kerk ligt het graf van de familie de Vos van Steenwijk.
In 1823 legde de vier jaar oude Jan Arend Godard de Vos van Steenwijk tot Dikninge de eerste steen. Dit staat vermeld in de voorgevel van de kerk. Aan de andere kant liggen de graven van de familie van Pallandt. In 1994 werd hier Frederik van Pallandt begraven. Frederik genoot meer bekendheid als zanger dan als baron. Hij vormde in de jaren 60 met de Deense Nina Mőller het duo Nina en Frederik. In 1976 gingen ze uit elkaar en Frederik hertrouwde.  In 1994 werd hij op de Filipijnen vermoord en later op het kerkhof van IJhorst aan de grond toevertrouwd.

Een opvallende grafsteen op het familiegraf van de familie De vos van Steenwijk is die van Carel de Vos van Steenwijk. Het is mei 1940 als deze bijna 22 jarige zoon van de toenmalige Drentse Commissaris van de Koningin actief is als officier in opleiding. Locatie:  het voorterrein van de Grebbelinie, bij Wekerom. Hij behoort tot een onderdeel huzaren, dat de opdracht heeft de Duitse opmars naar de Grebbelinie op de Veluwe te verkennen en zo mogelijk te vertragen. Als een partij springstof bij een wegversperring niet tot ontploffing komt, probeert De Vos van Steenwijk dat op de vroege ochtend van 10 mei – met de Duitsers in aantocht – alsnog voor elkaar te krijgen. De springstof ontploft te snel en pelotonscommandant Carel de Vos van Steenwijk raakt zwaar gewond. Hij overlijdt in een hospitaal in Driebergen en wordt daar op 11 mei ook begraven. Op 28 juni 1964 is hij in IJhorst herbegraven, (bron: www.drentheindeoorlog.nl )

Het beschermd dorpsgezicht IJhorst is een bezoekje meer dan waard.

Nat Reestdal met op de achtergrond kerkje IJhorst

 

 

Posted in De mooiste plekjes | Tagged , , , | 2 Comments

De eik als ziel van het landschap

De eik van Dickninge

Op de tentoonstelling in het Groninger Museum  “De romantiek in het noorden –van Friedrich tot Turner ” hangt een schilderij van een solitaire oude eik in een winters landschap. Het is in 1827 gemaakt door Caspar David Friedrich (1774-1840). Deze Duitse landschapsschilder is bekend geworden door zijn landschappen, vaak weergegeven vol drama en symboliek. Naast het schilderij hangt een opmerkelijke tekst : “Tijdens de Romantiek werden bomen beschouwd als de ziel van het landschap. Voor veel romantische schilders was de eik de meest geliefde boom, die onder andere werd geassocieerd met eigenschappen als standvastigheid en trouw “. Karakteristieke bomen als ziel van het landschap. Herkenbaar. Het kappen van een jarenoude boom doet veel mensen pijn. Is de boom eenmaal weg, dan is het net alsof het plaatje niet meer klopt. De lege plek brengt je uit je evenwicht. De boom was zo bepalend….

Karakter

In het Reestdal staan meerder oude en vaak alleenstaande eikenbomen. Ze vallen erg op. Vooral ’s winters als de boom zijn grillig uitgegroeide takken laat zien. Een boom is ‘s winters veel mooier dan in de zomer. De boom laat dan veel meer van zijn karakter zien. Iedere soort heeft zijn eigen silhouet. De kleur van de schors en takken valt meer op. En kijk eens  naar de knoppen. Ook aan een knop herken je de boom.

Eik op de Wildenberg

Opvallende eiken in het Reestdal

Indrukwekkende eiken vind je bijvoorbeeld aan de rand van de es op Landgoed Dickninge.

Een eik heeft karakter

Deze website volgde “de eik van Dickninge” gedurende vier seizoenen. Ook op de heide van De Wildenberg staan prachtige oude eiken. En hier en daar staan nog grote schaduwgevende eikenbomen in weilanden. Bovendien vind je in de benedenloop van het Reestdal naast grote boerderijen vaak nog  indrukwekkende eikengaarden.

Posted in Eik van Dickninge, landschapselementen | Leave a comment

Nat Reestdal

Na de sneeuw mogen we nu genieten van een nat Reestdal. Vroeger was dat een heel normaal verschijnsel. In natte winters was het Reestdal één grote watervlakte. Als het ging vriezen kon je van Dedemsvaart naar Meppel schaatsen. En andersom natuurlijk. Ouderen onder ons kunnen daar nog van vertellen. Toen eind jaren

Reestouwe Meppel

’60 de Reestvervangende Leiding werd gegraven was het uit met de pret. Alleen de benedenloop tussen IJhorst en Meppel loopt in natte winters met enige regelmaat onder water. De laatste keer dat het hele Reestdal blank stond was 1998. Toen viel er in 24 uur tijd meer dan 100 mm regen. Dat is 100 liter water op 1 m2. Het kan zo maar weer gebeuren.

Meer foto staan op de Facebookpagina 

De Reest achter de tuin van Landgoed Dickninge

 

Posted in De Reest | Tagged | Leave a comment

Even proeven van de winter…..

Code Rood! Heel Nederland (lees: de Randstad) lag plat. Wissels die niet werkten, meer dan duizend kilometer file, veldbedden voor gestrande reizigers op Schiphol, slippende vrachtwagens in tunnels, enz. In de media erg veel aandacht voor problemen die vroeger niet gemaakt werden. Je zou op zo’n hectische dag bijna vergeten dat er ook nog rust en ruimte is in ons land. Vooral buiten die Randstad. In het Reestdal bijvoorbeeld.

Terwijl half Nederland al ploeterend probeert thuis te komen kun je hier op zo’n heerlijke sneeuwdag nog genieten van een beetje winter.

Meer foto’s op de Facebook-pagina

 

Posted in Algemeen | Leave a comment

Wandeling ‘t Ende aan de Reest

Het Drents Landschap heeft in het Reestdal drie korte wandelroutes uitgezet. De ene is nog mooier dan de andere. Deze wandeling heet ‘t Ende aan de Reest en is 6 kilometer kort.

Aan de Stapelerweg

‘t Ende is een prachtige monumentale boerderij.  Je kunt de kleine parkeerplaats vinden aan de Stapelerweg tussen De Bloemberg en De Stapel. In één van de bochten die deze weg rijk is sla je een verhard pad in richting de boerderij. Al gauw zie je dan aan je rechterhand een kleine parkeerplaats.

boerderij 't Ende

gemarkeerde route

Paarse koppen

De route is gemarkeerd. Verdwalen is een kunst. Paaltjes met paarse koppen geven duidelijk aan waar je langs moet. Het maakt niet uit waar je begint. De wandeling wordt doorkruist door de Stapelerweg, maar dat is niet hinderlijk.

Stapelerveld

Misschien is het handiger om eerst aan de overkant van de weg te gaan wandelen. Het mooiste deel van de route bewaar je dan voor het laatst. Je wandelt over het voormalige Stapelerveld. Aan het eind van de 19e eeuw werd een groot deel van dit grote heideveld in cultuur gebracht. Een klein deel ontsprong de dans. Nu is het een langgerekt bos. Als je goed om je heen kijkt zie je veel eikenhout afgewisseld met grove den. Smalle graslandjes zorgen voor openheid

graslandje in bos Stapelerveld

en variatie. Hier kun je zien wat er gebeurt als heide niet meer wordt begraasd. Zaailingen van bomen grijpen hun kans en voordat je het weet is de heide verdwenen en ontstaat er bos. De route door dit bos bestaat uit een soort lus. Je komt bijna weer uit waar je begonnen

houtwal met oude eiken

bent. Lopend langs een mooie houtwal met hele oude eiken kom je weer uit bij de Stapelerweg.

Hooianden

Aan de andere kant van de weg loop je zo het Reestdal in. Een vonder ( houten plank) brengt je over de Reest in de provincie Overijssel. Hier mag je een stukje langs de Reest lopen. Dat is uniek, want dat kan in het Reestdal maar op een paar plekken. Je hebt nu een heel mooi uitzicht op de natte hooilanden. Ze worden beheerd door Landschap Overijssel aan de ene en Het Drentse Landschap aan de andere kant van de Reest. Let eens op natte plekken in het grasland. Hier komt kwelwater aan de oppervlakte. Je herkent dit water aan zijn bruine kleur. Vaak drijft er

kwelwater in hooiland

ook een blauw vlies op. Kwelwater voert mineralen zoals ijzer en calcium mee. De karakteristiek flora ( dotterbloem bijvoorbeeld) van de hooilanden heeft kwel nodig om te kunnen groeien. Pas na 15 juni worden de hooilanden gemaaid. Het beheer bestaat uit het verschralen van de bodem. Het maaisel wordt afgevoerd en het land wordt niet bemest.

hakhout

Hakhout

Aan de linkerkant van het graspad loop je langs een langgerekt bos. Dit is een hakhoutbosje, een kenmerkend landschapselement in een beekdallandschap. Hakhout kun je herkennen aan de bomen die meerdere stammen hebben. In dit bosje zijn het vooral eiken en berken die om de zoveel jaar worden afgezet. Vroeger was hakhout een belangrijk onderdeel van het boerenbedrijf. De bosjes werden aangeplant om later geriefhout te leveren : brandhout, gereedschap, paaltjes, takken voor de oven, hout was voor veel zaken nodig. Net als de es (akker) werd hakhout aangelegd op de hogere dekzandruggen op de flanken van her beekdal.

voorhuis boerderij 't Ende

Zelfbewust

In de 19e eeuw ging het de boeren in dit deel van het Reestdal  voor de wind. De hooilanden lagen ‘s winters onder water en het water bracht vruchtbaar slib mee. Kwelwater zorgde voor de aanvoer van Continue reading

Posted in wandelen | Tagged , , , , , , | Leave a comment

Een beetje winter

Op 1 december begint de meteorologische winter. Gisteren en vandaag deed koning Thialf wat er van hem verwacht wordt. Temperaturen onder nul en mist. Die combinatie levert meestal waterkou op. Gisteren nog een mooie zonnige dag, maar vandaag was het grijs en kil. Bevroren mist levert vaak een berijpt landschap op. Dan moet je niet binnen blijven, maar juist gaan wandelen. Het landschap ziet er dan prachtig uit. Juist door het wegblijven van het winterzonnetje krijg je mooie zachte kleuren. Dat levert dan sfeervolle foto’s op.

Meer foto’s kun je bekijken op de Facebookpagina van deze website.

Posted in Algemeen | Leave a comment

Kramsvogels houden (ook) van bessen

Kramsvogel houdt van de bessen van de meidoorn

Het zijn mooie lijsters al laten ze zich niet altijd goed zien.  In onrustige groepen struinen ze, vaak met koperwieken, struwelen en houtsingels af op zoek naar bessen. Meidoorn- en vlierbessen, ze lusten er wel pap van. De felrode vruchten van de Gelderse Roos ? Daar halen ze hun snavel voor op. Die lusten ze (nog ) niet. Daar moeten eerst maar een paar

Vanuit een es: kramsvogels op de uitkijk

nachten vorst over heen.  Ze komen van ver. Typische wintergasten zijn het, helemaal uit Oost en Noord-Europa.  En wat zijn ze mooi! Het verenkleed kent een grote variatie aan kleuren: grijs op de kop en rug, bruin op de rug, zwart in de staart, een vaalwitte buik met streepjes, een oranje-gele borst en een gele snavel met een zwart puntje. Wat wil je als vogelaar nog meer ?

Krams

Het woord kramsvogel zet je aan het denken. Krams ? Gelukkig hebben we het Verklarend en Etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen (2004) nog. Het woordje krams, zo vermeldt het woordenboek, is te herleiden uit het oudhoogduitse woord kranawitu dat jeneverbes betekent. De relatie tussen de jeneverbes en kramsvogel is niet helemaal duidelijk. Het is mogelijk dat men zag dat kramsvogels vaak jeneverbessen aten of de dichte struiken gebruikten als nestplaats. . De Duitsers noemen de kramsvogel Wacholderdrossel. Vrij vertaald betekent dit jeneverbeslijster.

Voor meer info over de kramsvogel:

Vogelbescherming

Sovon

Natuurmonumenten

Jeneverbessen op De Lemelerberg

 

Posted in Flora | Tagged | Leave a comment