Om een prachtig uitzicht over het beekdal van de Reest te hebben moet je achter het kerkje van Oud-IJhorst zijn. Daar is behalve dit “hemels uitzicht” nog meer te zien. De plek staat bol van historie. Als je het maar wilt zien : een monumentaal kerkgebouw uit 1823, een oude klokkenstoel , graven van adellijke families ,een pastorie uit 1841 en natuurlijk de Reest die hier al eeuwen door het landschap kronkelt.
De kerk van IJhorst
Het gehucht IJhorst stelde eeuwenlang niet zo erg veel voor, zo’n 16 boerderijen. Er was een schooltje en men kon naar de kerk, want die stond er al in de 13de eeuw. Vanuit het klooster Zwarte Water bij Hasselt werd dit kerkje gesticht. De kerkgangers kwamen niet alleen uit IJhorst, maar ook uit De Wijk en Schiphorst. Ook de bewoners van de havezate Havixhorst en het klooster van Dickninge beleefden er hun geloof. Tot 1611 werd in het kerkgebouw de katholieke mis gevierd, daarna waren het de protestantse gelovigen die er ter kerke gingen. Het gebouw is regelmatig opgeknapt, maar is zowel aan de binnen- als buitenkant vrijwel in oorspronkelijke staat. Vele kerkenpaden leiden naar dit mooie kerkje van IJhorst.
Gelukkig zijn die niet allemaal verloren gegaan. Een bekend kerkenpad is ‘t Allee. De bewoners van de Schiphorst, de Havixhorst en Dickninge maakten er gebruik van. ‘t Allee is een van de oudste en mooiste lanen/paden in het Reestdal. De oude eiken langs het pad zorgen voor een bijzondere sfeer.
Unieke plek
Het kerkje dat er nu staat dateert uit het jaar 1823. De omgeving is uniek. Het kerkhof grenst aan de hooilanden van de Reest en achter de kerk heb je een prachtig uitzicht over het Reestdal. Landschap Overijssel plaatste er drie infopanelen. Je leest er info over de oude pastorie, de aalstal en de geschiedenis van dit stukje Reestdal. Staande achter de kerk (die wat hoger ligt ) heb je een prachtig uitzicht over de Reest die hier nog heerlijk door het beekdal meandert. Landschap Overijssel promoveerde deze locatie als een plek met een “hemels uitzicht “. Overdreven is het niet, maar er zijn wel meer plekken in het Reestdal met een bijzondere kijk over het beekdal.
Klokkenstoel
Opvallend is de klokkenstoel. In Overijssel komt je vrijwel nergens klokkenstoelen tegen.
Deze stoel staat met zijn poten op grote zwerfkeien. Dat zie je ook niet overal. Een klokkenstoel werd gebouwd als de kerkelijke gemeente de bouw van een toren niet kon betalen. Een noodoplossing dus. In 1403 stond er naast het (houten) kerkje al een klokkenstoel. Op de klok stond:
MARIA BEN IK GHEHETEN
DE KARSPEL VAN DEN IJHORST HEEFT MIJ DOEN GHETEN
MCCCCIII
In de 18e eeuw (1780) kwam er een andere klok, gegoten in Amsterdam. Omstreeks 1822 werden afspraken over het luiden van de klok gemaakt. De klok mocht worden gebruikt bij brand, om de tijd aan te geven en natuurlijk bij kerkdiensten en overlijden. Alleen de klokkenluider mocht dit doen. Op overtredingen stond een boete. Deze traditie werd tot in de 20e eeuw voortgezet. In de tweede wereldoorlog hoorde de Duitse bezetter niet alleen de klok van IJhorst luiden, maar wist helaas ook waar de klepel hing. De klok werd gejat. In 1946 werd duidelijk dat de klok was omgesmolten en niet weer terugkeerde. In Heiligerlee werd een nieuwe klok met een waarde van ongeveer 3000 gulden besteld. (bron : Webring Reestdal) De huidige klokkenstoel is in 1823 naast het kerkgebouw neergezet en in 1989 gerestaureerd en staat op de Rijksmonumentenlijst.
Op het kerkhof zijn de familiegraven van twee families te vinden. Op het oude deel aan de noord west zijde van de kerk ligt het graf van de familie de Vos van Steenwijk.
In 1823 legde de vier jaar oude Jan Arend Godard de Vos van Steenwijk tot Dikninge de eerste steen. Dit staat vermeld in de voorgevel van de kerk. Aan de andere kant liggen de graven van de familie van Pallandt. In 1994 werd hier Frederik van Pallandt begraven. Frederik genoot meer bekendheid als zanger dan als baron. Hij vormde in de jaren 60 met de Deense Nina Mőller het duo Nina en Frederik. In 1976 gingen ze uit elkaar en Frederik hertrouwde. In 1994 werd hij op de Filipijnen vermoord en later op het kerkhof van IJhorst aan de grond toevertrouwd.
Een opvallende grafsteen op het familiegraf van de familie De vos van Steenwijk is die van Carel de Vos van Steenwijk. Het is mei 1940 als deze bijna 22 jarige zoon van de toenmalige Drentse Commissaris van de Koningin actief is als officier in opleiding. Locatie: het voorterrein van de Grebbelinie, bij Wekerom. Hij behoort tot een onderdeel huzaren, dat de opdracht heeft de Duitse opmars naar de Grebbelinie op de Veluwe te verkennen en zo mogelijk te vertragen. Als een partij springstof bij een wegversperring niet tot ontploffing komt, probeert De Vos van Steenwijk dat op de vroege ochtend van 10 mei – met de Duitsers in aantocht – alsnog voor elkaar te krijgen. De springstof ontploft te snel en pelotonscommandant Carel de Vos van Steenwijk raakt zwaar gewond. Hij overlijdt in een hospitaal in Driebergen en wordt daar op 11 mei ook begraven. Op 28 juni 1964 is hij in IJhorst herbegraven, (bron: www.drentheindeoorlog.nl )
Het beschermd dorpsgezicht IJhorst is een bezoekje meer dan waard.