Het Drents Landschap heeft in het Reestdal drie korte wandelroutes uitgezet. De ene is nog mooier dan de andere. Deze wandeling heet ‘t Ende aan de Reest en is 6 kilometer kort.
‘t Ende is een prachtige monumentale boerderij. Je kunt de kleine parkeerplaats vinden aan de Stapelerweg tussen De Bloemberg en De Stapel. In één van de bochten die deze weg rijk is sla je een verhard pad in richting de boerderij. Al gauw zie je dan aan je rechterhand een kleine parkeerplaats.
Paarse koppen
De route is gemarkeerd. Verdwalen is een kunst. Paaltjes met paarse koppen geven duidelijk aan waar je langs moet. Het maakt niet uit waar je begint. De wandeling wordt doorkruist door de Stapelerweg, maar dat is niet hinderlijk.
Stapelerveld
Misschien is het handiger om eerst aan de overkant van de weg te gaan wandelen. Het mooiste deel van de route bewaar je dan voor het laatst. Je wandelt over het voormalige Stapelerveld. Aan het eind van de 19e eeuw werd een groot deel van dit grote heideveld in cultuur gebracht. Een klein deel ontsprong de dans. Nu is het een langgerekt bos. Als je goed om je heen kijkt zie je veel eikenhout afgewisseld met grove den. Smalle graslandjes zorgen voor openheid
en variatie. Hier kun je zien wat er gebeurt als heide niet meer wordt begraasd. Zaailingen van bomen grijpen hun kans en voordat je het weet is de heide verdwenen en ontstaat er bos. De route door dit bos bestaat uit een soort lus. Je komt bijna weer uit waar je begonnen
bent. Lopend langs een mooie houtwal met hele oude eiken kom je weer uit bij de Stapelerweg.
Hooianden
Aan de andere kant van de weg loop je zo het Reestdal in. Een vonder ( houten plank) brengt je over de Reest in de provincie Overijssel. Hier mag je een stukje langs de Reest lopen. Dat is uniek, want dat kan in het Reestdal maar op een paar plekken. Je hebt nu een heel mooi uitzicht op de natte hooilanden. Ze worden beheerd door Landschap Overijssel aan de ene en Het Drentse Landschap aan de andere kant van de Reest. Let eens op natte plekken in het grasland. Hier komt kwelwater aan de oppervlakte. Je herkent dit water aan zijn bruine kleur. Vaak drijft er
ook een blauw vlies op. Kwelwater voert mineralen zoals ijzer en calcium mee. De karakteristiek flora ( dotterbloem bijvoorbeeld) van de hooilanden heeft kwel nodig om te kunnen groeien. Pas na 15 juni worden de hooilanden gemaaid. Het beheer bestaat uit het verschralen van de bodem. Het maaisel wordt afgevoerd en het land wordt niet bemest.
Hakhout
Aan de linkerkant van het graspad loop je langs een langgerekt bos. Dit is een hakhoutbosje, een kenmerkend landschapselement in een beekdallandschap. Hakhout kun je herkennen aan de bomen die meerdere stammen hebben. In dit bosje zijn het vooral eiken en berken die om de zoveel jaar worden afgezet. Vroeger was hakhout een belangrijk onderdeel van het boerenbedrijf. De bosjes werden aangeplant om later geriefhout te leveren : brandhout, gereedschap, paaltjes, takken voor de oven, hout was voor veel zaken nodig. Net als de es (akker) werd hakhout aangelegd op de hogere dekzandruggen op de flanken van her beekdal.
Zelfbewust
In de 19e eeuw ging het de boeren in dit deel van het Reestdal voor de wind. De hooilanden lagen ‘s winters onder water en het water bracht vruchtbaar slib mee. Kwelwater zorgde voor de aanvoer van Continue reading















































