Eind augustus en wat later in september realiseer je dat de zomer op zijn eind loopt. De avonden worden korter, het klimaat wordt vochtiger en vaak ruik je de herfst al. Daar worden veel mensen niet vrolijker van. Bermen en graslanden liggen er geel en verdroogd bij, weinig planten bloeien nog, de vogelwereld laat zich niet horen, de eerste blaadjes vallen van de bomen, in de groentetuin wordt de oogst steeds kleiner, wat valt er nog te beleven buiten ?
Het antwoord op deze vraag is kort: genoeg ! Kijk goed om je heen, er groeit en bloeit meer dan je denkt. De heide staat in bloei, steeds meer paddenstoelen laten zich zien, een voorzichtige vogeltrek komt op gang, veel planten hangen vol met (gratis) zaden. Let ook eens op bomen en struiken. Die hangen vaak vol met vruchten. Vaak eetbaar. Bramen, vlierbessen, eikels, appels, pruimen, een land van melk en honing. Een boeiende struik om in deze tijd eens bij stil te staan is de hop.
Eenslachtig en tweehuizig
De bloemen van de hop zijn mannelijk of vrouwelijk. De mannelijke bloemen hebben alleen meeldraden, de vrouwelijke een stamper. Veel bloemen hebben zowel mannelijke als vrouwelijke organen (tweeslachtig) maar dat geldt dus niet voor de bloemen van de hop. Die zijn eenslachtig. Je hebt mannelijke hoppen en vrouwelijke hoppen. De hopmannen hangen nu vol met geel/groene pluimen van honderden bloemetjes. De
hopvrouwen bloeien wat minder opvallend, maar ook op deze plant komen erg veel bloemetjes voor, vaak wat hoger aan de plant. De hop is een tweehuizige plant, omdat de mannelijke en vrouwelijk bloemen op verschillende planten voorkomen. Tweehuizig komt
veel vaker voor. De hulst is dat bijvoorbeeld ook. Er komen alleen rode bessen aan vrouwelijke hulsten. Het is mogelijk dat je tijdens een wandeling erg veel hop ziet groeien en dat dit allemaal mannetjes zijn. Andersom kan ook. Wil je straks hopbellen plukken, dan moet je op zoek naar vrouwtjes hoppen. De hopbel groeit namelijk uit de vrouwelijke bloem. Maar daarover later meer…
Bellen en bier
De mannetjes hebben onopvallende stuifmeelbloemen die via de wind de vrouwelijke katjes bevruchten. De bellen die zich hieruit ontwikkelen zijn vaak bevrucht en leveren
niet alleen lupuline, maar ook zaden. De bierbrouwer wil geen hopbellen met zaden. Het bier wordt er niet lekker van en schuimt niet. Dus in de hopteelt zie je alleen vrouwelijke hoppen. De stampertjes zijn niet bevrucht, de bellen hebben dan geen zaden.
Lupuline
Peuter voorzichtig een hopbel open en je vindt aan de voet van de schubben kleine gele bolletjes. Dat is lupuline. Voor de bereiding van bier en andere producten worden de hopbellen gedroogd. Er zijn ook bierbrouwers die gebruik maken van verse hop. De zuren in de lupuline zorgen voor de bittere smaak en het aroma van het bier. De hopteelt kent bittere hoppen en aroma hoppen. Het ene lupuline is het andere niet.
Voor het bereiden van bier worden dus meerdere soorten hop gebruikt. Hopsoorten hebben soms aansprekende namen. Wat te denken van Cascade, Centennial, Magnum en Target ? De hoeveelheid hop is bij elke biersoort weer anders. Vooral kleine brouwerijen van lokale speciaalbieren gebruiken veel hop. De Limburgse brouwer Gulpener bijvoorbeeld haalt biologische hop en gerst uit de regio en organiseert een groot hopfeest als de plant in september wordt geplukt. Doordat de variatie aan bieren toeneemt, wordt de vraag naar hop groter. Dat is wel eens anders geweest. In de 19e eeuw was de hop als biergewas namelijk nagenoeg verdwenen. De Nederlandse hop had echter geen goede naam. Erg veel verandering is daar nog niet in gekomen, want veel kleine brouwerijen kiezen voor soorten hop uit het buitenland.
Wil je zien hoe hop massaal wordt geteeld, dan moet je (nog) niet in ons land zijn. Nee, dan moet je naar Duitsland. Langs de autobanen in Zuid/Duitsland bijvoorbeeld, zie je naast enorme velden met zonnepanelen ook veel hopplantages.
Bellen en slapen
De hop is een plant van de nazomer. Deze klimmer en woekeraar kun je in het voorjaar en in de zomer ook wel zien, maar in de maanden augustus en september valt de hop op door de geelgroene hopbellen die je in houtwallen en houtsingels aantreft. Een prachtig gezicht ! Van al die slierten hopbellen onder je kussen kun je slaperig worden. Je wordt er in ieder geval rustig en loom van, de juiste stemming om in slaap te vallen. Wel steeds verversen, want de olie die in de hopbellen zit is nogal vluchtig. Een poos geleden, toen de tuinen van A.Vogel nog in Elburg lagen, vertelde een medewerkster tijdens een rondleiding, dat het personeel na het plukken van hopbellen niet direct in de auto mocht stappen. De bedwelmende werking van de hop liet dat niet toe. Surfend op het internet kom je op veel sites tegen wat hier de oorzaak van is : in hopbellen zitten erg veel werkzame stoffen o.a. tegen slapeloosheid. De hop maakt in de hopbellen lupuline aan en dat is de leverancier van al die stoffen. Ze hebben hetzelfde effect als het slaaphormoon melatonine. Van citroenmelisse en valeriaan weten we ook dat ze kunnen zorgen voor een ondersteunend kalmerend effect als je in slaap wilt komen.
Bloeien in de nazomer
De hop bloeit. Dat doe ie altijd vrij laat in de zomer. Nee, geen hopbellen, die komen later. Eerst moeten de hop bloeien en pas daarna kunnen de vrouwelijke bloemen uitgroeien tot de overbekende hopbellen. Hoe zit dat eigenlijk met de bloeiwijze van de hop ?
Mannetje
De stuifmeelkorrels van de mannelijke bloemen worden door de wind verspreid. In grote groen/gele pluimen zie je op een afstand al dat de hop in bloei staat. Honderden bloemetjes zitten in zo’n pluim. Als je ze wat beter gaat bekijken zie je dat ze vijf kroonbladen en vijf meeldraden hebben. Ze bloeien ook niet allemaal tegelijk. In september zul je hier geen hopbellen aantreffen. Het is immers een mannetjeshop.
Vrouwtje
Ook deze bloemen hangen in pluimen aan de hop, maar ze vallen wat minder op. Vaak vind je ze ook wat hoger aan de plant. De bloempjes lijken op bolletjes en zijn ook onopvallend lichtgroen. Uit deze bloemen ontstaan de hopbellen. Bestuiving en bevruchting is niet nodig om uit te groeien tot hopbellen. De bierindustrie gebruikt alleen vrouwelijke hopplanten die niet bestoven zijn. Meer info over de bloei van de hop vind je hier.
Lianen in de houtwal
In het Reestdal vind je de hop vooral in houtwallen en houtsingels. Een mooi voorbeeld van zo’n plek is het kerkenpad achter de Reestkerk van Oud-Avereest. Daar wandel je langs de enige kruidachtige slingerplant die we in ons land hebben. De snelgroeiende ruwe stengels werken zich als een wurgslang rondom stammen en takken als lianen in een tropisch regenwoud.
Wil je meer weten over deze klimplant ?