Nog even en de winterjas is uit…..

Een reegeit vanmorgen gefotografeerd in De Haardennen. Een prachtig sierlijk dier om te zien. Alleen….. de vacht is nog niet wat het moet zijn, het is nog wat “mottig”. De volgende info komt van de website www.reewild.nl

Het ree heeft zomerhaar of winterhaar, men spreekt ook wel van zomerdos en winterdos. In de zomer is de beharing glanzend bruin-rood, met individuele verschillen van oranjerood tot vaalgeel. Zonlicht bleekt de kleur in de loop van de zomer wat. De tekening van de kop kan per individu heel verschillend zijn, vaak zie je een witte vlek boven de zwarte neus, maar deze kan ook geheel ontbreken. Het ene ree heeft een donkere tekening op het voorhoofd en het andere ree weer niet. Hoewel de bonte gezichtskleuren met de leeftijd kunnen vervagen, blijft de basistekening van de kop wel aanwezig. Maar voor een goede leeftijdbeoordeling is de koptekening onbruikbaar. De eerste beharing van reekalveren is bruin met in de lengterichting rijen witte vlekken. In de eerste herfst zijn deze vlekken verdwenen, het haar wordt eenkleurig bruin en gaat daarna over in winterhaar, waarin geen vlekken meer te zien zijn. De beharing in de winter bestaat uit dekharen met daaronder een wollige onderbeharing. Het onderhaar is heel dun en krullend en dient als bescherming tegen de kou. Omdat het pigment van het zomerkleed dan is verdwenen en is ingenomen door lucht, wat een isolerende werking heeft, is het ree naar grijsbruin verkleurd.

In het voorjaar, in maart en april, kunnen reeën er bijzonder “mottig” uitzien. Dan verschijnt namelijk het zomerhaar en valt het winterhaar uit, het eerst bij de kop, op de schoft en aan de onderkant van de hals, rond de spiegel en op de flanken. Daarna verhaart de hals en als laatste de rug. De voorjaarsverharing is klaar tussen mei en begin juni.

Vanaf eind augustus groei het grijze winterhaar door het rode zomerhaar heen, beginnend aan de kop en vervolgens aan de hals en de rest van het lichaam. Het tijdstip van verharen kan variëren, afhankelijk van de weersomstandigheden, leeftijd en gezondheid van het ree. In het algemeen verharen jonge en gezonde reeën eerder dan oude of zieke dieren.

Posted in Fauna | Tagged , , | Leave a comment

Wandelen tussen boekweit,winterrogge en haver

ingezaaide strook boekweit naast winterrogge

Achter de begraafplaats van Oud-Avereest, langs een graspad dat naar Den Westerhuis leidt, liggen een paar oude bolvormige essen. Veel wandelaars kennen dit pad. Landschap Overijssel zaait in oktober deze essen in met winterrogge. In de zomer is het graan prachtig goudgeel en een uitbundige akkerflora doet denken aan andere tijden.

Infopaneeltje boekweit wordt geplaatst

Half mei hebben vrijwilligers van de natuurwerkgroep de Reest in samenwerking met Landschap Overijssel op deze prachtige plek twee stroken ingezaaid met boekweit en haver. De natuurwerkgroep plaatste twee infopaneeltjes. In oktober 2015 werd op de Zuidberg winterrogge en spelt ingezaaid. Ook hier staan twee infopaneeltjes.

Infopaneeltje over haver

Landschap Overijssel en de natuurwerk de Reest willen op deze manier aandacht schenken aan (oude) landbouwgewassen. Geen gek idee in een tijd waarin steeds meer mensen geen flauw benul hebben waar hun voedsel vandaan komt.

 

Lees ook :  - Boekweit

 

Akkerflora met korenbloem en wikke

 

Posted in Akkerbouw | Tagged | Leave a comment

Landschap Overijssel ziet oude landschapselementen verdwijnen

essenstoven kerkenpad voorjaar 2016

Langs het kerkenpad achter de Reestkerk staan hele oude essen. Een aantal is vroeger tot aan de grond afgezet en daarna met meerdere stammen weer uitgelopen. Inmiddels zijn die stammen indrukwekkende bomen geworden. De es is uitgegroeid tot een essenstoof. Eikenstoven zie je vaak in oude hakhoutbosjes. Stoven worden landschapselementen genoemd en het zijn deze onderdelen van het landschap die steeds vaker (illegaal) uit het landschap verdwijnen. Landschap Overijssel maakt zich hier (terecht) grote zorgen over.

Rtv-Oost maakte een reportage.

 

Essenstoven in de winter

Lees ook:

Oude essen langs het kerkenpad 

Robert Pater op de bres voor behoud streekeigen landschap

Posted in Bescherming, kleinschalig landschap, landschapselementen | Tagged , | Leave a comment

De grasmus is dol op braamstruweel

Zenuwachtige vogeltjes zijn het. Stil zitten, ho maar. Grasmussen houden van ondoordringbaar struikgewas. Bramen bijvoorbeeld. Het liefst diedelt dit mooie vogeltje van tak naar tak, van boven naar beneden en weer terug.  Als je bij zo’n braamstruikje blijft staan kun je ze goed volgen, want bang zijn ze niet. Sterker nog, ze zijn nieuwsgierig en laten zich graag bekijken. Om ze te fotograferen moet je wat geluk hebben, want ze zijn watervlug. Zeldzaam zijn ze niet, want het aantal broedparen in ons wordt geschat op rond de 150.000. Dat is best veel voor een vogeltje dat je bijna nooit ziet.

De grasmus heeft een witte oogring en licht gekleurde poten

Grasmus of braamsluiper?

Op de grens van Meeuwenveen en Takkenhoogte is het landschap half open. Er zijn een aantal jaren geleden veel bomen gekapt en er is struweel voor teruggekomen. En dat is nu net het ideale biotoop voor vogeltjes als winterkoning, braamsluiper en grasmus. Braamsluiper en grasmus zijn niet zo makkelijk van elkaar te onderscheiden. Maar als je goed kijkt heeft een grasmus lichtgekleurde poten (de braamsluiper heeft zwarte pootjes) en de grasmus heeft een witte oogring, die veel opvallender is dan die van de braamsluiper.

Struweel op de grens tussen Meeuwenveen en Takkenhoogte

 

Posted in Fauna | Tagged | Leave a comment

50 dagen vogels tellen op Groot Oever

 

Maarten ‘t Hart is een bekend en begenadigd beeldend kunstenaar. Maarten schildert en tekent vooral schuren, boerderijen, woonhuizen, stationsgebouwen, kastelen en kerken. Architectuur is dus een belangrijk thema in zijn werk. Hierbij wordt hij in eerste instantie geïnspireerd door zijn eigen woonomgeving: Drenthe en Overijssel. Maarten woont in het Reestdal, precies op de grens tussen deze twee provincies. Behalve een groot plantenkenner kijkt en luister hij ook graag naar vogels. De vogels in zijn omgeving ( Groot Oever) hadden al lang zijn aandacht, maar om welke soorten gaat het eigenlijk? En welke vogels zie je vaak en welke bijna nooit? En zijn er soorten die steeds minder voorkomen ?  Om deze vragen te beantwoorden startte Maarten een vogeltelling het hele jaar 2015 door. Zo ontstond een boeiend onderzoek, dat Maarten in een verslag vastlegde.

Vijftig  dagen vogels tellen

Hoe werd geteld ?

Je bent vogelliefhebber en je wilt weten hoeveel soorten je in je nabije omgeving op één dag kunt waarnemen. Je zoekt een dag uit met niet teveel wind, maakt “s morgens rond zonsopgang een wandeling en noteert de soorten die je ziet of hoort. ‘s Middags en ‘s avonds leg je nog eens 1 à 2 kilometer af. Daarnaast schrijf je op wat je buiten hoort roepen of zingen. Hetzelfde doe je met soorten die je voorbij ziet vliegen als je tussen de bedrijven door even opkijkt, al of niet geactiveerd door het geluid dat ze maken. Begin 2015 deed ik dit. Ik telde op deze manier 25 soorten. Maar hoe zou het aantal zijn als ik dit op een andere dag nog eens herhaalde? Het idee voor een uitgebreid onderzoek was geboren. In een gebied van ± 1½  x 2 km met als centrum het boom- en struweelrijke terrein rond ons huis plande ik 50 teldagen waarbij steeds dezelfde trajecten in de gaten zouden worden gehouden.

Reest ter hoogte van Groot Oever

Het telgebied

Het gebied waar het omgaat, het buurtschap Groot Oever, tussen IJhorst en Balkbrug, is een voorbeeld van wat je meer in Drenthe en omgeving tegen komt. Voor de (voormalige) boerderijen loopt een strook zompige graslanden, waar doorheen de Reest stroomt. Op de Continue reading

Posted in Fauna | Tagged , , , | Leave a comment

De mezen staan op springen

Het is koud in de nestkast. In een aantal kasten zit een van de oudervogels bovenop de jongen om ze warm te houden. Veel jonge pimpel-en koolmezen houden het bijna niet meer…..ze willen eruit! Misschien vandaag nog, anders morgen. De grote boze wereld wacht op ze. Een klein aantal zal het redden. Gelukkig weten ze het niet…..

De bonte vliegenvangers hebben het nu erg druk. De jongen zijn nog lang niet vliegklaar en hebben elke dag veel voedsel nodig.

Posted in Fauna | Leave a comment

Honderd prachtige beelden staan “Op Poten” in beeldentuin Havixhorst

De mooiste dierentuin van Drenthe staat in……………. de Schiphorst. (tussen De Wijk en Meppel)  In de beeldentuin van landgoed De Havixhorst staan tot en met oktober van dit jaar de mooiste dierenbeelden van Nederland. De expositie “Op poten” mag je gerust uniek noemen. Rond de dertig kunstenaars laten hun mooiste creaties zien. Animaliers worden ze genoemd. Een animalier (meervoud: animaliers) is een kunstenaar die zich specialiseert in de realistische weergave van dieren.Het begrip stamt uit Frankrijk in de 19de eeuw en slaat meestal op een beeldhouwer of een schilder. In de tuin van De Havixhorst zijn de animaliers dus allemaal beeldhouwer.

De expositie heeft een duidelijke relatie met de opening van dat andere mooie dierenpark in Drenthe: Wildlands Adventure Zoo in Emmen. De tentoonstelling werd dan ook geopend door Frankwin van Beers, directeur van Wildlands.

Veelzijdig

Het leuke van de expositie is niet alleen de veelzijdigheid. Veel kunstenaars hebben hun dier met een knipoog naar de mensenwereld afgebeeld. Dansende nijlpaarden, een zielig en verloren knuffelkonijn, een wat arrogante luierende haas, een schaamteloos zittende beer, regelmatig sta je bij een beeld een beetje in jezelf te grinniken. Het is ook een prachtig evenement om met kinderen te bezoeken. Als je ooit een kans wilt hebben om je kinderen op een ongedwongen manier met beeldhouwkunst in aanraking te brengen, dan is het hier……. De beeldentuin is gratis te bezoeken. Dat is misschien wel het grootste verschil met Wildlands in Emmen.

Kijk voor een sfeerimpressie hier in mijn foto-album

Meer info vind je op:

- de website van de beeldentuin

- facebook pagina beeldentuin 

- Podium TV 

Posted in De mooiste plekjes | Tagged | Leave a comment

De boomklever als acrobaat van het bos.

In de bossen van het Reestdal is de boomklever een algemene verschijning. In deze tijd van het jaar brengen de boomklevers hun jongen groot. Ze maken graag gebruik van nestkasten, broeden in natuurlijke holtes komt natuurlijk ook voor.

Het paartje boomklevers op de foto’s heeft 9 jongen. Ze zijn al behoorlijk groot en steken soms hun koppie al uit het vlieggat.Het zijn zware en lange dagen voor het ouderlijk paar. Met hun bek vol insecten en ander ongewerveld (on) gedierte vliegen ze af en aan. De jongen worden gevoerd met rupsen (vooral van nachtvlinders), insecteneitjes, larven, spinnen,langpootmuggen,enz. Het liefst zoeken ze voedsel op bomen met een ruwe schors. Boomklevers zijn erg lenig en enorm beweeglijk. Een halve seconde stil zitten is voor deze prachtige vogel een enorme opgave. In alle standen zijn ze in staat hun jongen te voeren: de acrobaten van het bos.

Lees ook:  Boomklever : hectiek rond kastje 007

Posted in Fauna | Tagged | Leave a comment

Rabbinge : rustpunt aan de Reest

Bij Rabbinge kun je mooi wandelen. Rabbinge bestaat uit vijf boerderijen. Ze liggen ver uit elkaar.Al sinds de middeleeuwen wonen hier mensen. Het landschap is erg kleinschalig met hooilandjes, essen, hakhoutbosjes, kikkerpoelen, houtwallen e.d. Rabbinge ligt aan de Drentse kant van de Reest ten noorden van Oud-Avereest. Wandelroutes vanuit De Wheem lopen door een deel van Rabbinge.

Vroeger

Veen en moerasbossen. Levensgevaarlijke en woeste gronden. Het beekdal van de Reest kende in de vroege Middeleeuwen niet of nauwelijks bewoners. Wat moesten ze er ? Veen,veen en nog eens veen. Maar de mens is altijd op zoek naar nieuwe kansen. En op de flanken van het Reestdal lagen ze er: de dekzandruggen. Ontstaan in de laatste ijstijd, het Weichselien, zo’n 20.000 jaar geleden. Het landschap was toen kaal. Fijne zanddeeltjes, afkomstig uit

stuwwallen werden door noord- en zuidwesten winden weggeblazen. Zo ontstonden op veel plekken in het zuiden en oosten van ons land langgerekte dekzandruggen. In het Reestdal lagen ze ook. Ze staken boven de veenmoerassen uit. Boeren zagen hier mogelijkheden. Onderzoek heeft aangetoond dat tussen de jaren 1000 en 1400 een grote bevolkingsgroei plaats vond. Gingen boerenfamilies op zoek naar nieuwe gronden ? Op dekzandruggen kon je veilig wonen en ze waren geschikt voor akkerbouw, van het omringende veen was misschien grasland te maken. Moerasbossen leverden hout. En aan water geen gebrek. Er was wel een nadeeltje: de zandruggen waren te klein en vaak te smal en niet geschikt om er met veel boeren te wonen. Een dorpskern kwam er dus niet. De boerderijen werden ver van elkaar verwijderd neergezet in een soort lange strook. Hooguit twee bij elkaar, meer niet. Rondom de boerderij was er dan genoeg ruimte voor het aanleggen van een es (akker) waar gewassen als winterrogge of boekweit werd verbouwd. Genoeg voor één familie. Eenmansessen worden ze genoemd. Heeft de Friese familie Rabbering zich het eerst gevestigd op de zandruggen langs de Reest ? Het is bekend, dat het gehucht Rabbinge in 1652 bestond uit twee erven en ervoor waarschijnlijk uit één: het pachtgoed Rabbering.

Nu

Rabbinge is nu een oase van rust. Het Drents Landschap is hier de herenboer. Rabbinge 7 bijvoorbeeld is beheersboerderij De Uilenburcht. Hier staan de machines en een grote potstal. De boerderij is gelegen op een duidelijk zichtbare zandrug. Rabbinge 4 is bij veel wandelaars bekend. Je wandelt hier over het erf tussen het woonhuis en de potstal door. Onder de hooimijt bevindt zich een kleinere potstal. In de wintermaanden worden de stallen bewoond door limousin runderen. En je kunt er even een lekker kopje koffie drinken want hier vind je een Reestdal Rustpunt. Achter de boerderij ligt een groot nat terrein met een aantal poelen. Vroeger was dit allemaal veen. De limousin koeien houden het gebied open. Op warme avonden in mei en juni hoor je hier misschien de boomkikker. Als je richting Den Kaat wandelt kom je langs een paar mooie essen. Hier wordt winterrogge verbouwd. Dit gewas wordt in oktober/november ingezaaid en in juli geoogst. In juni staat het hier blauw van de korenbloemen.

Als je naar het zuiden kijkt zie je de Reest stromen. De hooilanden liggen lager in het landschap. Verderop richting DenKaat liggen nog twee boerderijen. Ze liggen in elkaars verlengde. Dat zijn de eerste boerderijen van de lange strook Rabbinge. Rabbinge 1 bijvoorbeeld is een boerderij uit 1863. Ten noorden van Rabbinge ligt het Rabbingerveld. Dat was vroeger een uitgestrekt heideveld. In de jaren dertig van de vorige eeuw pas is het gebied ontgonnen. Het Drentse Landschap probeert hier de tijd weer een stukje terug te zetten. Aangekocht boerenland wordt weer omgezet in schrale heidegronden.

 

 

Posted in De mooiste plekjes | Tagged , | 1 Comment

De tuin van Dickninge is uniek: massale bloei van de holwortel

Iedereen die genieten wil van de prachtige massale bloei van de stinzenflora op landgoed Dickninge moet in de komende dagen gaan kijken. De sneeuwklokjes zitten in de nadagen van de bloei, maar worden nu opgevolgd door duizenden exemplaren van de holwortel, bloeiend in witte en roze tinten. Als het zonlicht in de tuin valt weet je niet wat je ziet! Nergens in Nederland bloeit de holwortel zo massaal als hier.

Langs de Reest bloeit het speenkruid en de eerste tapijten bosanemonen laten zich zien, al laten ze met dit donkere weer nog even de kopjes hangen. Landgoed Dickninge ligt even buiten De Wijk. Je kunt er heerlijk wandelen. Op een kilometer afstand ligt landgoed De Havixhorst. Lopend over het fietspad langs de Schiphorsterweg ben je er zo. Zo kun je in dit deel van het Reestdal een mooie landgoederenwandeling maken van ongeveer vier kilometer.

Meer foto’s zien? 

Lees ook: De holwortel al gezien? 

Posted in Flora | Tagged | Leave a comment