Beleef de nestkast 6: nu de bonte vliegenvangers nog

Het wordt steeds stiller op de route. Een behoorlijk aantal kasten is nu leeg. In twee kasten zijn koolmezen begonnen met een tweede broedsel. Daar liggen nu een paar eitjes. Pa en ma bonte vliegenvanger mogen nog even hun naam waarmaken. Er is nog werk zat. De jongen worden groter en krijgen steeds meer honger. Dat is aanpoten van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. En de dagen zijn al zo lang. Maar ja, zes of zeven hongerige en lawaaierige bekjes kun je niet negeren. Er is gelukkig nog voedsel zat. Als je nu door het bos loopt krioelt het van de rupsjes op je kleren. En wat ook belangrijk is, er is veel dood hout in het bos. En in dood hout zitten veel insecten.

Posted in Beleef de nestkast, Geen rubriek | Tagged , | Leave a comment

Beleef de nestkast 5: mezen vliegen uit!

De kool- en pimpelmezen gaan nu echt met hun leventje beginnen. Een paar nestkasten zijn al leeg. Die jongen zijn dus inmiddels de wijde wereld in. Dat is een gevaarlijk experiment. De veilige nestkast wordt ingeruild voor een bos vol met vijanden. Vlaamse gaaien,kraaien en sperwers bijvoorbeeld lusten wel een meesje. En de nachten zijn zo koud! En is er wel genoeg voedsel? Gelukkig worden de jongen eerst nog wat geholpen door de ouders, maar er komt een moment dat ze het alleen moeten doen. En gaat dat lukken? We weten dat veel jonge vogels de eerste weken niet doorkomen. Gelukkig zijn de broedsels groot, maar leuk is het niet. De bonte vliegenvangers hebben nu jongen. In één nestkast komen de eieren net uit. Drie kale blinde hulpeloze jongen liggen tussen drie eieren die nog moeten uitkomen. In een andere kast zijn de zes jongen al wat verder in hun ontwikkeling. Nog steeds rupsen genoeg in het bos ! De eiken zijn bijna helemaal kaal gevreten.

Hopelijk is er nog genoeg eiwit voor handen als de bonte vliegenvangers straks wat groter zijn. Een aantal kasten met kool- en pimpelmezen staat op uitvliegen. De jongen zijn er helemaal klaar voor, ze zitten goed in hun veren en je merkt dat ze onrustig zijn. Als ik de volgende week terugkom zijn ze ook weg!

Kijk ook op: http://www.beleefdelente.nl/

Posted in Beleef de nestkast, Geen rubriek | Tagged , , | Leave a comment

Beleef de nestkast 4: grote verschillen

De verschillen zijn groot in de nestkasten. De bonte vliegenvangers zitten nog op hun eitjes. De jongen van de pimpelmezen en koolmezen variëren sterk in ontwikkeling. Er zijn jongen,die nog maar net uit hun ei gekropen zijn, er zijn er ook die al behoorlijk in de veren zitten. Alle broedsels lijken de afgelopen koude periode te hebben overleefd. Waarschijnlijk toch nog genoeg voedselaanbod. Als je nu door het bos loopt zit je al gauw onder de kleine spanrupsjes, het basisvoedsel voor de jonge vogels. De eerste eikenblaadjes worden kaal gevreten,overal hangen ragfijne draadjes met en zonder rups. Nog even en de bonte vliegenvangers moeten ook op zoek naar eiwitten. Hopelijk zijn dan nog niet alle rupsen verpopt.

zie ook: http://www.beleefdelente.nl/

Posted in Beleef de nestkast, Geen rubriek | Leave a comment

Beleef de nestkast 3: jonge vogels in de kast!

De derde nestkastronde vandaag. Benieuwd wat er allemaal te zien is. Twee kasten blijven leeg, daar is duidelijk geen belangstelling voor. De andere achttien zijn allemaal bezet. De vier stelletjes bonte vliegenvangers hebben gedaan wat er van hen werd verwacht: een nest maken en eieren leggen. In één kast blijft het vrouwtje rustig op de eitjes zitten als ik de kast open doe. Ik kan het vogeltje in alle rust fotograferen. In de andere drie kasten liggen de broedsels onbeheerd. In één nestje liggen zes eieren. Straks, als alle eitjes zijn gelegd ( zeven eieren is heel normaal) worden ze bebroed. In een andere kast vliegt een koolmees van het nest. In het kastje stinkt het naar rottend vlees. Er ligt een half verteerd stoffelijk overschot van een vrouwtje bonte vliegenvanger half onder het nestmateriaal. Het lijkt erop, dat op deze plaats delict vreselijk is gevochten tussen de dames koolmees en bonte vliegenvanger en dat de laatste de strijd heeft verloren. Vrouwen onder elkaar!! Prachtig is een nestje met jonge pimpelmezen van nog geen dag oud! Een paar eitjes moeten nog uitkomen. Wat zijn ze kwetsbaar! Kaal,blind, hulpeloos en nauwelijks nog in staat om hun eigen lichaamstemperatuur op peil te houden.In een andere kast zijn jonge koolmezen al een stukje verder in hun ontwikkeling. Al een klein beetje dons op de kop en bovenrug. De eerste slagpennetjes kun je al zien. Het allermooist zijn de opvallende lichtgele snavelranden. Als de bek van jonge mezen open gaat is de binnenkant oranje-rood. De oudervogels worden zo geprikkeld om in de gekleurde ruimte zoveel mogelijk voedsel te proppen. Meer is het eigenlijk niet.

zie ook: http://www.beleefdelente.nl/

Posted in Beleef de nestkast, Geen rubriek | Tagged , | 1 Comment

Beleef de nestkast 2 : de bonte vliegenvanger is er!

Vandaag weer even een rondje langs de nestkasten gemaakt. Van de 20 kasten zijn er 18 bezet. Niet slecht. De mezen zitten bijna allemaal op hun nest. Ze blijven rustig zitten als ik een blik in de kast werp. De broeddrang is duidelijk groter dan de angst. Op hoeveel eitjes ze zitten, ik weet het niet en ik wil het niet weten ook. Daar kom ik later nog wel achter. Laat ze maar lekker zitten! Gelukkig is de bonte vliegenvanger weer back in town. Vier paartjes hebben een kast bezet. In één nest ligt een ei. De andere nestjes liggen er nog wat verlaten bij. Bonte vliegenvangers zijn de laatste tijd hot in vogelkringen. Er zijn ornithologen in dit land, die beweren dat deze vogel straks niet meer in ons land voorkomt. Door de opwarming van de aarde loopt het voedselaanbod (rupsen) niet meer synchroon met de voedselbehoefte van uitgekomen jonge vogels. En dat gaat problemen opleveren. Hierover later meer.

Bonte vliegenvangers maken een komvormig nest van bladeren, gras, boomschors, mos en korstmos. Ze bekleden het nest met haar,schors, soms met wol en veertjes. Het ziet er karakteristiek uit. Het vrouwtje bouwt het nest. Meestal bestaat het broedsel uit 5-7 eieren. Ze zijn prachtig lichtblauw gekleurd. De datum waarop het eerste ei wordt gelegd schuift de laatste jaren wat naar voren. Het vrouwtje broedt en wordt door het mannetje gevoerd. Als het laatste ei is gelegd begint het broeden. Dat proces duurt 12 toto 15 dagen. Maar zover is het nog niet.

Posted in Beleef de nestkast, Fauna | Tagged , | Leave a comment

Beleef de nestkast 1: het broedseizoen is begonnen

Deze week voor het eerst bij mijn twintig nestkasten langs gegaan. Het broedseizoen is duidelijk begonnen. De meeste kasten zijn nu bezet. Koolmees,pimpelmees, waarschijnlijk een glanskop, van de bonte vliegenvangers nog geen spoor te bekennen! Ze zijn laat dit jaar. Ze komen toch nog wel? Straks zijn alle nestkasten bezet door het gewone voetvolk, de familie Mees. Je komt toch niet helemaal uit Afrika aangezeild om alleen maar bezette nestkasten te vinden? Van bonte vliegenvangers is bekend, dat ze in staat zijn om broedende mezen de kast uit te jagen. Terwijl een koolmees ook geen lieverdje is! Die kan behoorlijk te keer gaan als je in de kast kijkt. In ieder geval is het vogelwereldje weer druk,druk,druk. De blik staat op instandhouding van de soort. Kijken wat er de komende weken gebeurt.

Posted in Beleef de nestkast, Fauna | Tagged , , , | Leave a comment

“Reestdal vergt verschillende vormen van beheer”

Hans Dijkstra is terreinbeheerder bij Landschap Overijssel en één van de reservaten die hij beheert is het Overijsselse deel van het Reestdal. In dit tweede deel van het interview vertelt Hans over zijn band met het beekdal en over het beheer dat Landschap Overijssel in het Reestdal toepast. Deel 1 verscheen eerder op deze site.(zie rubriek interviews)

 Wat kun je vertellen van de waterhuishouding van de Reest?

Vroeger had de Reest een heel groot stroomgebied. Al het landbouwwater moest ook door de Reest worden afgevoerd. De ellende is,dat de Reest altijd onderhouden is als een schouwsloot, dus als een boerensloot. De Reest werd twee keer per jaar schoongemaakt. De troep werd op de kanten gelegd en niet opgeruimd. Dat was ook te kostbaar. Schoonmaken heeft niets met natuurwaarden te maken, alleen met waterafvoer. De waterplanten en de oevervegetatie kregen nooit een kans. De Reest is wel een heel duur riviertje, de kosten moeten we als ingelanden wel met z’n allen betalen. Een aantal jaren geleden is besloten om te stoppen met het maaien. Het voordeel is,dat je die plantenresten niet op de kant hebt liggen waardoor je geen verruiging krijgt, je krijgt meer plantengroei wat de visstand ten goede komt  en er ontstaat een natuurlijke stuwing van het water, omdat het water niet zo snel meer kan doorstromen. Het water blijft langer op de plek waar we het willen houden. Op een proeftraject van 10 kilometer zijn we dat nu aan het uitproberen. We zijn er acht jaar geleden mee begonnen. Het gaat om een stuk Reest van De Stenen Pijp tot aan De Pieperij. Daar zitten geen agrariërs meer. Het waterschap heeft onderzoek gedaan en er blijken geen nadelen te zijn voor de doorstroming, het heeft geen nadelig effect op het waterpeil. Benedenstrooms had het ook niet veel gevolgen. Er werden wel heel veel kosten bespaard. Als men vindt dat dit een goede manier van beheer is, dan gaat Continue reading

Posted in Geen rubriek, Interviews | Tagged , , , , , , , , , , , | Leave a comment

Rabatbosjes

Op een aantal locaties komen in het Reestdal rabatbosjes voor. Door gebrek aan onderhoud zijn de meeste bosjes bijna niet meer als oorspronkelijk rabattenbos te herkennen. Soms wordt een rabatbosje weer opnieuw aangeplant, zoals in het zuidelijk deel van de Haardennen, een bosje achter Balkbrug.

Wat zijn rabatten?

Er zijn niet veel mensen,die het begrip rabat of rabatbosje (nog) kennen. Wat is een rabat?Rabatten zijn opgehoogde plantstroken voor bomen in natte gebieden. Het ophogen van de bedden waarop de bomen moeten worden geplant gebeurt met de grond die vrijkomt bij het graven van waterafvoerende greppels. De bomen staan daardoor hoger en profiteren van de relatieve droogte van de groeiplaats. De bedden kunnen sterk in breedte verschillen. Twee meter is mogelijk,maar er zijn ook rabatbossen met bedden van tien meter breed. Rabatten treffen we in Nederland in alle provincies aan. Continue reading

Posted in Geen rubriek, landschapselementen | Tagged , | Leave a comment

Potstal

potstal De bekendste schaapskooi van Drenthe staat aan de rand van de Benderse heide. Het is één van de grootste publiekstrekkers van nationaal park Het Dwingelderveld. Als “schaapskooi van Ruinen” geniet de stal meer bekendheid. In het zomerseizoen staan in de namiddag honderden mensen de schaapskudde op te wachten. Het is altijd een prachtig gezicht als de kudde de veiligheid van de schaapskooi opzoekt. Continue reading

Posted in Boerderijen, kleinschalig landschap | Tagged , , , | Leave a comment

De knotwilg als klein natuurreservaat.

Het Reestdal is rijk aan wilgen ( boswilg, geoorde wilg, grauwe wilg) maar niet aan knotwilgen ( schietwilg). Voor een mooie rij geknotte bomen moet je in de bovenloop van het beekdal zijn. Op Krok om heel precies te zijn, een hooilandcomplex in beheer bij Landschap Overijssel, gelegen aan De Mulderij ten noorden van Dedemsvaart. Alleen… je mag er niet komen. Verder staan verspreid in het beekdal hier en daar groepjes knotwilgen, maar dan heb je het ook wel gehad. Het Reestdal bestond vroeger, voordat het in cultuur werd gebracht, uit verraderlijke moerasbossen, daar zullen wilgen (net als  zwarte en grauwe elzen) zich ongetwijfeld thuis hebben gevoeld. Maar geknot werden ze niet. Er liep nog geen mens rond. Dat gebeurde pas  in de Middeleeuwen.

Van wilgenteen naar knotwilg (je)  

Om van een wilg een mooie knotboom te maken, moet je aan het werk. Een mooi resultaat krijg je als je een wilgenteen van twee of drie jaar oud uit een knot zaagt en vervolgens in de natte grond plant. Nog beter is de teen een paar wintermaanden in een regenton te laten staan. Onder aan de tak ( waar je de schors hebt weggesneden) ontstaan kleine witte wortels. De kans dat de tak dan aanslaat is erg groot. Wilgen doen niet moeilijk als het om ongeslachtelijke voortplanting gaat. Na één of twee jaar knip je de jonge wilg in de vorm die je wilt. In de jaren erna krijgt de boom dan een echte knot.

Maar….. is het knotten van wilgen ecologisch verantwoord ? 

Een rij knotwilgen in het landschap is een lust voor het oog. Hollandser kan bijna niet. Knotten doe je voor het oog. We houden van landschappen met kronkelende weggetjes, boerenslootjes, oude boerderijen en knotwilgen aan de horizon. Het gaat hier dus puur om de esthetische waarde ! En nostalgie, want het kneuterige oude boerenlandschap bestaat bijna niet meer. De laatste jaren is de kijk op knotten wat aan het kantelen. Ecologen wijzen steeds vaker op de ecologische waarde van de knotwilg en ze hebben gelijk!  De knotwilg is voor veel planten en dieren van levensbelang. Allerlei onderzoeken, waarnemingen en inventarisaties maakten de positie van de (knot)wilg in het ecosysteem duidelijk. Om een paar voorbeelden te noemen:

In de knot ontstaan kansen voor andere planten

- Veel holtes, ondoordringbare takken, onbereikbare plekjes, vaak een ruwe grillige schors  en op veel plekken mossen, varens en andere plantensoorten die zich in of op de boom thuis voelen. Dat moet een paradijs voor veel diersoorten zijn!

 

 

ringmus

- Van de steenuil is bekend dat ie graag broedt in oude holle knotwilgen.  Kleine  zangvogels vinden er hun voedsel. Soorten als gekraagde roodstaart, ringmus, holenduif en wilde eend broeden er hun eieren uit. Vleermuizen gebruiken rijen knotwilgen voor hun echolocatie en marterachtigen als bunzing, hermelijn en wezel gebruiken oude holle bomen als slaap- en schuilplaats. Amfibieën zoals salamanders komen af op kleine waterplasjes die in de holtes van de knot blijven staan.

-Onder de schors leven veel soorten ongewervelden als spinnen, pissebedden en  duizendpoten. In de knot groeien vaak allerlei planten, zoals mossen en varens. Vooral de eikvaren wordt nogal eens op oude knotwilgen aangetroffen. Als er dood hout en andere organisch materiaal op de knot ligt geeft dat uitgepoepte zaden kansen om uit te groeien. Zo vind je regelmatig boven op knotwilgen kleine vlierstruikjes.

- Als de wilgen in het vroeger voorjaar bloeien is het tevreden gegons niet van de lucht. Het wemelt van bijen en hommelkoninginnen en zweefvliegen   die na een lange winter eindelijk weer eens de smaak van nectar en stuifmeel ervaren. Ook dagvlinders die als vlinder overwinteren, zoals atalanta, dagpauwoog, gehakkelde aurelia en kleine vos, maken er dankbaar gebruik van Sommige vlinders hebben de wilg als waardplant. Ze leggen de eitjes op of onder de bladeren. Als de knotwilg een paar jaar met rust gelaten wordt, komt ie in bloei. De vraag is dan: is vaak knotten wel ecologisch verantwoord ?

Niet alles in één keer 

Een rij wilgen allemaal tegelijk knotten, niemand die daar moeilijk over doet. Sorry, deed. Veel knotploegen gaan tegenwoordig op een andere manier aan het werk. Om het ecosysteem in de wilgen niet te veel te verstoren, wordt steeds vaker gefaseerd geknot. Zo kun je wilgen om en om knotten. Er blijft dan genoeg biotoop over voor planten en dieren  die een relatie hebben met een geknotte wilg. Wat ook steeds vaker gebeurt: bij het knotten een aantal takken laten staan. De dikste takken worden dan gesnoeid, de rest mag later in bloei komen. Goed voor insecten, die het toch al zo moeilijk hebben.

 

Posted in Flora, kleinschalig landschap, landschapselementen | Leave a comment